In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Geen jassen en telefoons
Op tafel:
Laptop (dicht)
Lesboek
leesboek
schrift en pen
WELKOM!
timer
5:00
socialiseren
Slide 1 - Tekstslide
Startopdracht
Keuze:
- Lezen
- Nieuws kijken (+onderwerpen)
Slide 2 - Tekstslide
Pak je leesboek erbij!
Je gaat 8 minuten lezen.
Boek niet bij je?
- melden bij mij + ga lezen in je lesboek.
timer
8:00
Slide 3 - Tekstslide
LAY-OUT (OPMAAK)VAN EEN TEKST
Ik ken de de theorie van Lezen (H1 t/m H6 , Nieuw Nederlands, 6e editie): - Hoofd- en bijzaken, hoofdgedachte; - Tekstdoel en publiek; - De verschillende tekstverbanden (opsomming, tegenstelling, toelichting, chronologisch, oorzaak-gevolg, voorwaardelijk) en bijbehorende signaalwoorden; - Mening, argument en conclusie; - Lay-out van een tekst.
Slide 4 - Tekstslide
Log in LessonUP
* met klascode (staat op het bord)
en maak de les zelfstandig.
Slide 5 - Tekstslide
Lay-out (Opmaak) van een tekst
Elke tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak.
titel, tussenkopjes
lettertype, lettergrootte
kolommen
tekstkleur
De lay-out van een tekst is dus hoe de tekst eruit ziet.
Slide 6 - Tekstslide
Lay-out (Opmaak)van een tekst
Elke tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak.
titel, tussenkopjes
lettertype, lettergrootte
kolommen
tekstkleur
De lay-out van een tekst is dus hoe de tekst eruit ziet.
Slide 7 - Tekstslide
Lay-out/ Opmaak
Titel
Tussenkop
Lettertype
Lettergrootte
Kolommen
Tekstkleur
Slide 8 - Tekstslide
Afbeeldingen(pictures)
- Vaak worden ook afbeeldingen gebruikt om de tekst te ondersteunen.
- Een schrijver kan bijvoorbeeld gebruikmaken van foto’s, tekeningen, schema’s, (land)kaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen.
Slide 9 - Tekstslide
Functies afbeelding (purpose of pictures)
De afbeelding is bedoeld om:
de aandacht van de lezer te trekken.
nieuwe informatie aan de tekst toe te voegen.
de tekst duidelijker te maken.
de lezer aan te sporen om iets te doen
Slide 10 - Tekstslide
Bekijk en lees de tekst.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de functie van de afbeelding in het midden? a. aandacht trekken b. informatie toevoegen c. tekst duidelijker maken
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
C
tekst duidelijker maken
Slide 12 - Quizvraag
Hoe maak je de tekst van een brief zo aantrekkelijk (attractive) mogelijk?
A
Zorg dat de tekst er netjes uit ziet, dit heet de lay-out van een tekst.
B
Laat met voorbeelden zien wat je bedoelt, zo wordt de tekst duidelijker.
C
Gebruik niet steeds de zelfde woorden, maar zorg voor variatie.
D
Gebruik hoofdletters in de tekst.
Slide 13 - Quizvraag
Welke functies zijn het belangrijkste bij een poster?
A
Aandacht trekken en je tot handelen aanzetten.
B
Informatie uit de tekst duidelijker maken.
C
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
D
De lezen amuseren.
Slide 14 - Quizvraag
Behoren tekeningen, schema's, landkaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen ook tot de afbeeldingen in een tekst?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Lay-out/ Opmaak
Een tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak.
De titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur bepalen de lay-out.
Slide 17 - Tekstslide
Inhoud (content)
taalgebruik (language use)
lay-out
Adviezen voor beginnende zeilers
Beginselen van de zeilsport
eenvoudige woorden
felle kleuren
humoristisch
kort en bondig geschreven
Praktische zeilinformatie
veel plaatjes
veel variatie in lettertype en -grootte
Slide 18 - Sleepvraag
Hoe wordt de lay-out van een tekst ook wel genoemden het Nederlands?
A
Titelpagina
B
Opmaak
C
Bladwijzer
D
Uiterlijk
Slide 19 - Quizvraag
Wat is GEEN functie van de lay-out van een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken
B
Nieuwe informatie toevoegen
C
Informatie verduidelijken of benadrukken
D
De tekst opvrolijken met leuke elementen
Slide 20 - Quizvraag
Wat hoort bij (fits by)de lay-out van een tekst?
A
de lengte van de zinnen
B
de signaalwoorden
C
de woordkeuze van de schrijver
D
het lettertype
Slide 21 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar? What statement is true?
A
Als je de hoofdzaken van een tekst wilt vinden, lees je meestal alleen de inleiding.
B
De belangrijkste informatie in een tekst noem je bijzaken.
C
De lay-out van een tekst helpt altijd om de hoofdzaken te vinden.
D
In de eerste en laatste zin van elke alinea staat altijd de hoofdzaak.
Slide 22 - Quizvraag
Hoe maak je de tekst van een brief zo aantrekkelijk mogelijk?
A
Zorg dat de tekst er netjes uit ziet, dit heet de lay-out van een tekst.
B
Laat met voorbeelden zien wat je bedoelt, zo wordt de tekst duidelijker.
C
Gebruik niet steeds de zelfde woorden, maar zorg voor variatie.
Slide 23 - Quizvraag
Je wilt snel het onderwerp van de tekst te weten komen. Noem drie elementen van de tekst of de lay-out die je daarbij helpen.
A
slot
B
titel
C
inleiding
D
afbeelding
Slide 24 - Quizvraag
Wat valt niet onder de lay out van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte
Slide 25 - Quizvraag
Wat valt niet onder de lay-out (opmaak) van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte
Slide 26 - Quizvraag
De lay-out van een tekst heeft te maken met
A
het soort taalgebruik
B
hoe de tekst eruit ziet en of er plaatjes zijn
C
het lettertype
D
of er kleur in een tekst is gebruikt of niet
Slide 27 - Quizvraag
Het lettertype hoort niet bij de lay-out van een tekst
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
(huis)werk
Wat
Cursus 1, paragraaf 6, Basis: opdracht 6+7
kader: opdracht 6, 7 en 8
Maak eerst Opdracht 6 +8
Opdracht 7 laat ik zo het filmpje van zien.
Hoe
10 min alleen=stil
10 min = fluister= met buur (1 oortje mag)
Hulp
vraag /hand opsteken
Tijd
tot 5 minuten voor einde les
Einde
niet af is huiswerk voor de volgende les
Klaar
taalspelletje/ een ander vak/ iets voor jezelf
timer
20:00
Slide 29 - Tekstslide
tot de volgende keer
Slide 30 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met de LAY OUT van een tekst?
A
de kopie
B
de vergroting
C
de opmaak
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het doel van de poster van het voedingscentrum?
A
Leerlingen bewust maken van gezonde tussendoortjes.
B
Leerlingen bewust maken van een gezonde lunch.
C
Leerlingen bewust maken van een gezond diner.
D
Leerlingen bewust maken van een gezond eten in het algemeen.