Week 20 Ne 3B/K H6 Lezen: de lay-out van een tekst
H6 Lay-out van een tekst
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H6 Lay-out van een tekst
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
Slide 1 - Tekstslide
LEZEN H6: LAY-OUT VAN EEN TEKST
Ik ken de de theorie van Lezen (H1 t/m H6 , Nieuw Nederlands, 6e editie): - Hoofd- en bijzaken, hoofdgedachte; - Tekstdoel en publiek; - De verschillende tekstverbanden (opsomming, tegenstelling, toelichting, chronologisch, oorzaak-gevolg, voorwaardelijk) en bijbehorende signaalwoorden; - Mening, argument en conclusie; - Lay-out van een tekst.
Slide 2 - Tekstslide
Lay-out van een tekst
Elke tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak.
titel, tussenkopjes
lettertype, lettergrootte
kolommen
tekstkleur
De lay-out van een tekst is dus hoe de tekst eruit ziet.
Slide 3 - Tekstslide
H6 Lezen: lay-out van een tekst
DOEL:
- Uitleggen wat de functie van een afbeelding bij een tekst is;
- Je weet wat een lay-out is en wat de invloed op een tekst is.
Slide 4 - Tekstslide
DOELEN
- Je kunt de functie van afbeeldingen bij een een tekst benoemen
- Je kunt de functie van de opmaak van een tekst benoemen
- Je kunt rekening houden met afbeeldingen en de opmaak als je een tekst leest
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht:
1. Wat is het doel van de poster?
2. Wat is de belangrijkste functie van de poster?
3. Wat is de boodschap?
Slide 7 - Tekstslide
Lay-out van een tekst
Elke tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak.
titel, tussenkopjes
lettertype, lettergrootte
kolommen
tekstkleur
De lay-out van een tekst is dus hoe de tekst eruit ziet.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Over lay-out...
...wordt altijd goed nagedacht!
- Studieboeken
- Artikelen
- Reclame
Slide 10 - Tekstslide
Opmaak
Titel
Tussenkop
Lettertype
Lettergrootte
Kolommen
Tekstkleur
Slide 11 - Tekstslide
Afbeeldingen
Vaak worden ook afbeeldingen gebruikt om de tekst te ondersteunen. Een schrijver kan bijvoorbeeld gebruikmaken van foto’s, tekeningen, schema’s, (land)kaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen.
Slide 12 - Tekstslide
Afbeeldingen
Tekeningen
Schema's
Kaartjes
Tabellen
Grafieken
Diagrammen
Slide 13 - Tekstslide
Functies afbeelding
De afbeelding is bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken.
De afbeelding is bedoeld om nieuwe informatie aan de tekst toe te voegen.
De afbeelding is bedoeld om de tekst duidelijker te maken.
De afbeelding is bedoeld om de lezer aan te sporen om iets te doen
Slide 14 - Tekstslide
Bekijk en lees de tekst.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de functie van de afbeelding in het midden? a. aandacht trekken b. informatie toevoegen c. tekst duidelijker maken
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
C
tekst duidelijker maken
Slide 16 - Quizvraag
Hoe maak je de tekst van een brief zo aantrekkelijk mogelijk?
A
Zorg dat de tekst er netjes uit ziet, dit heet de lay-out van een tekst.
B
Laat met voorbeelden zien wat je bedoelt, zo wordt de tekst duidelijker.
C
Gebruik niet steeds de zelfde woorden, maar zorg voor variatie.
Slide 17 - Quizvraag
Noem drie dingen die behoren tot de lay-out van een tekst?
Slide 18 - Open vraag
Wat is de functie van een tabel bij een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken.
B
De lezer aansporen om iets te doen.
C
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
D
De tabel is ter decoratie.
Slide 19 - Quizvraag
Welke functies zijn het belangrijkste bij een poster?
A
Aandacht trekken en je tot handelen aanzetten.
B
Informatie uit de tekst duidelijker maken.
C
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
D
De lezen amuseren.
Slide 20 - Quizvraag
Behoren tekeningen, schema's, landkaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen ook tot de afbeeldingen in een tekst?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Wat is het doel van de poster van het voedingscentrum?
Slide 23 - Open vraag
Welke functie heeft een afbeelding bij de tekst meestal?
A
De lezer aansporen om iets te doen.
B
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
C
Informatie uit de tekst duidelijker maken.
D
De aandacht trekken.
Slide 24 - Quizvraag
Welke functie heeft een tabel meestal in een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken.
B
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
C
De tabel is ter versiering van de tekst.
D
De lezer aansporen om iets te doen.
Slide 25 - Quizvraag
Op welke zaken let jij dus bij de opmaak van een tekst?
Slide 26 - Open vraag
Lay-out
Een tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak.
De titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur bepalen de lay-out.
Slide 27 - Tekstslide
Inhoud
taalgebruik
lay-out
adviezen voor beginnende zeilers
beginselen van de zeilsport
eenvoudige woorden
felle kleuren
humoristisch
kort en bondig geschreven
praktische zeilinformatie
Veel plaatjes
Veel variatie in lettertype en -grootte
Slide 28 - Sleepvraag
Wat valt je op aan de letters in deze tekst?
Slide 29 - Open vraag
Wat is de titel van deze tekst?
Slide 30 - Open vraag
Hoe wordt de lay-out van een tekst ook wel genoemd?
A
Titelpagina
B
Opmaak
C
Bladwijzer
D
Uiterlijk
Slide 31 - Quizvraag
Aan de lay-out van een tekst kun je niet zien voor welk publiek een tekst geschreven is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Wat is GEEN functie van de lay-out van een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken
B
Nieuwe informatie toevoegen
C
Informatie verduidelijken of benadrukken
D
De tekst opvrolijken met leuke elementen
Slide 33 - Quizvraag
Wat hoort bij de lay-out van een tekst?
A
de lengte van de zinnen
B
de signaalwoorden
C
de woordkeuze van de schrijver
D
het lettertype
Slide 34 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar
A
Als je de hoofdzaken van een tekst wilt vinden, lees je alleen de inleiding.
B
De belangrijkste informatie in een tekst noem je bijzaken.
C
De lay-out van een tekst helpt niet om de hoofdzaken te vinden.
D
In de eerste en laatste zin van elke alinea staat vaak de hoofdzaak.
Slide 35 - Quizvraag
Hoe maak je de tekst van een brief zo aantrekkelijk mogelijk?
A
Zorg dat de tekst er netjes uit ziet, dit heet de lay-out van een tekst.
B
Laat met voorbeelden zien wat je bedoelt, zo wordt de tekst duidelijker.
C
Gebruik niet steeds de zelfde woorden, maar zorg voor variatie.
Slide 36 - Quizvraag
Je wilt snel het onderwerp van de tekst te weten komen. Noem twee elementen van de tekst of de lay-out die je daarbij helpen.
A
slot
B
titel
C
inleiding
D
afbeelding
Slide 37 - Quizvraag
Wat valt niet onder de lay out van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte
Slide 38 - Quizvraag
Wat valt niet onder de lay-out (opmaak) van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte
Slide 39 - Quizvraag
De lay-out van een tekst heeft te maken met
A
het soort taalgebruik
B
hoe de tekst eruit ziet en of er plaatjes zijn
C
het lettertype
D
of er kleur in een tekst is gebruikt of niet
Slide 40 - Quizvraag
Het lettertype hoort niet bij de lay-out van een tekst
A
Juist
B
Onjuist
Slide 41 - Quizvraag
Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan: onderwerp, lay-out en taalgebruik.
A
waar
B
niet waar
Slide 42 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met de LAY OUT van een tekst?
A
de kopie
B
de vergroting
C
de opmaak
Slide 43 - Quizvraag
GELEERD?
- Je kunt de functie van beelden bij een een tekst benoemen;
- Je kunt de functie van de opmaak van een tekst benoemen;
- Je kunt rekening houden met afbeeldingen en de opmaak als je een tekst leest;
Slide 44 - Tekstslide
Na deze les
kun je vertellen wat de opmaak of lay-out van een tekst is
kun je vertellen welke functies een afbeelding kan hebben bij een tekst