§3.1 Monniken en ridders deel 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga op je plek zitten,

Pak je boek alvast voor!

Hoofdstuk 3: 

Leven met het geloof

§3.1 Monniken en ridders deel 2

Lesplanning 

Uitleg van §3.1 'Monniken en ridders' deel 2

Maak van cursus §3.1 'Monniken en ridders' vraag 7 en 8.

Lesdoelencheck

Geo quiz

3 groepen

Als je in de tijd van monniken en ridders leefde hoorde je bij een van de 

3 groepen:

1. Geestelijken (de mensen van de kerk

2. Edelen (de mensen van adel)

3. Boeren en horigen

Geestelijken

Geestelijken: mensen die de hele dag met hun geloof bezig zijn.

2 soorten geestelijken: 

• Priesters (werken in de kerk en preken op zondag) 
  

• Monniken (mannen) en nonnen (vrouwen). Ze leven afgezonderd in een klooster en werken en bidden de hele dag).
  

Aan het werk

Wat: lees blz. 94 3n 96 maak van §3.1 'Monniken en ridders'  vraag 6 t/m 8!

klaar: Herhaling 3.1 1 t/m 3

Tijd: timer

Lesdoelen van deze les

1. Welke 3 groepen bestonden er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.
2. Benoem de 4 plichten van de horigen
3. Noem 2 voorbeelden van geestelijken

Horigen zijn:

Wat zijn voorbeelden van geestelijken?

1. Horigen
2. Nonnen
3. Monniken
4. Ridders

Welke 3 groepen zijn er?

De adel

1. De boeren
2. De hertogen
3. Alle edelen samen
4. De keizers

Horigen zijn:

Wat zijn voorbeelden van geestelijken?

1. Horigen
2. Nonnen
3. Monniken
4. Ridders

Lesplanning Les 3

Uitleg van §3.1 'Monniken en ridders' deel 3

Lesvragen maken en lezen 3.1 blz. 94, 96 en 97

theorie cursus §3.1 'Monniken en ridders'

Opdrachten 

Lesdoelencheck

Quizlet

Edelen 

Omdat het rijk van Karel te groot is, verdeelt hij zijn rijk in graafschappen. 

De baas is een graaf hij geeft 2 taken:

• bijstaan met raad. (besturen graafschap en advies geven)
• bijstaan met daad. (zorgen voor ridders/soldaten)

Graven zijn van adel en worden edelen genoemd. 

Horigen

Horigen = boeren met weinig vrijheid. 

Horigen hadden 4 plichten:

1. deel van de oogst afstaan
   
2. onbetaald werken
   
3. mochten het land niet verlaten
   
4. mogen zonder toestemming van de heer niet trouwen

In ruil kregen ze bescherming van de ridders en het kasteel tegen gevaar.

Karel de Grote

Edelen

Ridders

Horigen

Graafschap

Hertogdrom

Welke 3 groepen zijn er?

De adel

1. De boeren
2. De hertogen
3. Alle edelen samen
4. De keizers

Lesdoelen van deze les

1. Welke 3 groepen bestonden er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.
2. Benoem de 4 plichten van de horigen
3. Noem 2 voorbeelden van geestelijken

Lesvragen maken deel 2 lezen blz. 94, 96 en 97

1. Leg uit waar Willibrord voor gezorgd heeft in Nederland. 

Europa wordt christelijk

De paus wilde dat iedereen christelijk werd in het Frankische rijk.

Daarom gaf de paus monniken, zoals Willibrord, de opdrachten mensen te bekeren naar het christendom.

Wilibrord

• Hij leefde rond het jaar 730 in Nederland. 
• In de tijd van Willibrord geloofden veel mensen in verschillende goden. 
• Vanuit Utrecht reisde hij door Nederland om de mensen over Jezus Christus te vertellen.  
• Willibrord bekeerde veel mensen in Nederland tot het christendom. 
• In 739 bij Dokkum vermoord.

Niet iedereen wilde christelijk zijn

De ridders waren nodig om de monniken te beschermen.

Niet iedereen in het Frankische rijk wilde namelijk christen worden.

Maar de meeste mensen werden soms gedwongen bekeerd.

Aan het werk

Wat: lees en maak van §3.1 'Monniken en ridders'  vraag 9 t/m 11 en de herhaling opdracht 1 t/m 3. 

Klaar:  Quizlet:  https://quizlet.com/nl/865163600/31-32-flash-cards/?i=5di74r&x=1jqt

Tijd: timer

Lesdoelencheck

1. Welke 3 groepen bestonden er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.
2. Benoem de 4 plichten van de horigen
3. Noem 2 voorbeelden van geestelijken
4. Leg uit waar Willibrord voor gezorgd heeft in Nederland.

Afsluiting

https://world-geography-games.com/nl/

Wat kregen de horigen in ruil voor hun 'klusjes'?

Wat zijn edelen?

Waar zorgde Willibrord voor?

Mindmap

Maak een mooie eigen mindmap over het de geloof de Islam.

Gebruik naast woorden ook afbeeldingen en werk met kleur.