week 1 les 1
Je typt het woord met een Latijns voorvoegsel
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Je typt het woord met een Latijns voorvoegsel
Slide 1 - Open vraag
Je typt het woord met een Latijns voorvoegsel
Slide 2 - Open vraag
Je typt het woord met een Latijns voorvoegsel
Slide 3 - Open vraag
Je typt het woord met een Latijns voorvoegsel
Slide 4 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort
Slide 5 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort
Slide 6 - Open vraag
het paard draaft
v.d. het paard heeft.........
v.d. het paard heeft.........
Slide 7 - Open vraag
het hoost
v.d. het heeft.........
v.d. het heeft.........
Slide 8 - Open vraag
de conciërge faxt
v.d. de conciërge heeft..........
v.d. de conciërge heeft..........
Slide 9 - Open vraag
opwinden
t.t. Waarover..........je broer zich zo....?
t.t. Waarover..........je broer zich zo....?
Slide 10 - Open vraag
lachen
t.t. Wie...........daar?
t.t. Wie...........daar?
Slide 11 - Open vraag
watertanden
v.t. Wij...............toen wij het vlees roken.
v.t. Wij...............toen wij het vlees roken.
Slide 12 - Open vraag
zenden
v.t. De vuurtoren..........een helder licht uit.
v.t. De vuurtoren..........een helder licht uit.
Slide 13 - Open vraag
vergroten
De fotograaf heeft de foto's..........
De fotograaf heeft de foto's..........
Slide 14 - Open vraag
betalen
Heb je die rekening al...........?
Heb je die rekening al...........?
