Paragraaf 4 De wintersportbeurs

programma
huiswerk paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3
uitleg en maken paragraaf 4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma
huiswerk paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3
uitleg en maken paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4 
De wintersportbeurs

leerdoelen

Ik kan uitleggen wat de invloed is van vraag naar en aanbod van een product op de prijs 

Slide 2 - Tekstslide

huiswerk
paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vraag en aanbod
  • Vraag = als wij (consumenten) iets kopen, hoeveelheid goederen.
  • Aanbod = alles wat producenten en verkopers te koop aanbieden, hoeveelheid goederen.
  • Vraag en aanbod gelijk? Evenwicht!!

Slide 6 - Tekstslide

Veilinghuis Doedens
Vandaag 2 bijzondere stukken....

Slide 7 - Tekstslide

Spelregels
unieke artikelen die alleen via dit veilinghuis te koop zijn mits,
- je budget het toelaat
- je interesse hebt, dus bereidt bent om te kopen.
Steek je gele handje op, als je dit wilt kopen!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2x kaartje Walibi

Slide 10 - Tekstslide

De markt van een product:
  • alle vraag naar dat product bij elkaar;
  • alle aanbod van at product bij elkaar

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Consumenten
Consumenten zorgen voor de vraag naar producten.

Slide 13 - Tekstslide

Producenten
Producenten zorgen voor het aanbod van producten.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag
De hoeveelheid van een product die de consumenten samen willen kopen.

- smaak
- inkomen
- reclame
- mode 
Aanbod
De hoeveelheid die de ondernemers samen willen verkopen. 

- omvang bedrijf (hoe groot?)
-  kennis
- ervaring

Slide 15 - Tekstslide

Vraag groter dan aanbod >
Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde

Als de vraag op een dag groter is dan het aanbod, 
dan gaat de prijs omhoog, 
aanbieders verkopen hun producten dan toch wel.



Slide 16 - Tekstslide

vraag > aanbod

Slide 17 - Tekstslide

Aanbod groter dan vraag <
Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag.

Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht.

Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?

Slide 18 - Tekstslide

vraag < aanbod 

Slide 19 - Tekstslide

conclusie
naarmate de prijs hoger wordt zijn er minder vragers.
Doordat geen geld voor het product en/of geen geld voor over, het wordt te duur of misschien ook geen interesse.

Slide 20 - Tekstslide

Markt
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.
Andere voorbeelden de huizenmarkt, de energiemarkt en de markt voor telefoonproviders. 

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel skipakken worden er gevraagd bij een prijs van €100,- ?
A
100
B
300
C
900

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel skipakken worden er gevraagd bij een prijs van €900,- ?
A
100
B
300
C
900

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel skipakken worden er aangeboden bij een prijs van €300,- ?
A
100
B
300
C
900

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel skipakken worden er aangeboden bij een prijs van €900,- ?
A
100
B
300
C
700
D
900

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk
Maken paragraaf 4.4 en rekentrainer 4

Slide 26 - Tekstslide

Paragraaf 4 
De wintersportbeurs

leerdoelen

Ik kan uitleggen wat de invloed is van vraag naar en aanbod van een product op de prijs 

Slide 27 - Tekstslide