M4 betrouwbaarheid bronnen (les 37)

Bronnen op internet
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bronnen op internet

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoe weet je of bronnen betrouwbaar zijn?
  • wie is de bron?
  • de informatie is actueel
  • zelf bronnen gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Wie is de bron?
  • Wie is de schrijver?
  • Wat is zijn/haar doel?


Wie is de schrijver? 
Heeft hij al een voorkeur?

Slide 4 - Tekstslide

Dekundigheid van de auteur

Slide 5 - Tekstslide

  • Feiten: controleerbaar
  • Meningen: iets wat iemand vindt


  • Een betrouwbaar artikel is
       gebaseerd op feiten (objectief!)

Slide 6 - Tekstslide

Meningen...
Wanneer zijn meningen wel betrouwbaar?

Denk aan het voorbeeld:
Mevrouw Mellink zegt dat zij een bepaalde tandpasta niet goed vindt.

VS

De tandarts zegt dat hij een bepaalde tandpasta niet goed vindt. 

Slide 7 - Tekstslide

Zelf bronnen gebruiken
  • Let goed op of jouw bron zelf ook (goede) bronnen gebruikt.
  • Check altijd meerdere bronnen.

Des te meer goede bronnen dezelfde informatie geven, hoe betrouwbaarder de informatie is!

Slide 8 - Tekstslide

Datum van publicatie (actueel?)
  • Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder....

Waarom is dat zo?

Slide 9 - Tekstslide

Waarom moet je altijd de datum vermelden waarop je op een site gekeken hebt?

Slide 10 - Open vraag

Taalgebruik

Slide 11 - Tekstslide

Rectificeren
Betrouwbare bronnen rectificeren bij fouten

Slide 12 - Tekstslide

Verkoper van vitaminepillen die zegt: 'Het beste is om drie vitamine-C-pillen per dag in te nemen. Dat werkt goed tegen ziektes.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Docent wiskunde: 'De rekenmachines van het merk Casio werken het fijnst.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

Dokter: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten, daardoor word je fit.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Eigenaar van de sportschool: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten en onze sportdrankjes drinken, daardoor word je fit.'
A
Wel neutraal, niet deskundig
B
Niet neutraal, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 16 - Quizvraag

Waar haal jij het liefst
je informatie vandaan?
Hoe doe je het nu?
De bibliotheek
Het internet
Docenten
Boeken
Tijdschriften
Podcasts
Youtube
Schilderijen

Slide 17 - Poll

Het is lang niet altijd even makkelijk om betrouwbaar van onbetrouwbaar te onderscheiden en subjectief van objectief... Laten we kijken hoe goed jij dit kan!

Beantwoord de vragen uit de Quiz:
 Quiz - betrouwbare informatie 

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer mag jij naar de kapper?
Bron: Speld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Het hoogste gebouw ter
wereld is 828 meter hoog
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 20 - Quizvraag

Matthijs de ligt is een betere
voetballer dan Virgil van Dijk
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 21 - Quizvraag

woorden van de les
vaccineren

Wegsijpelen
begeven

nabij

objectief
Kapot gaan
neutraal
inenten
dichtbij
met kleine druppeltjes wegstromen

Slide 22 - Sleepvraag

Aan het werk!

Maken
Kader: les 37 opdr. 1 t/m 7
Mavo: les 37 opdr. 1 t/m 12 (opdr. 5 mag je overslaan!)


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video