Thema 16 woordenschat blauw

Thema 16 woordenschat blauw
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 55 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 16 woordenschat blauw

Slide 1 - Tekstslide

Thema 16 woordenschat blauw
Taak 1: Wat zou je doen met een miljoen?
schenken
salaris, het
sparen
tekort
lot, het
premie, de
uitverkoop, de
korting, de
berekenen
storten
opeens

Slide 2 - Tekstslide

Type hier een titel
alsnog ๐Ÿ•ฐ๏ธ
Hij was te laat voor de les, maar mocht alsnog naar binnen

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  •  toch 
  • uiteindelijk 
  • later

Slide 3 - Tekstslide

Type hier een titel
anderzijds โš–๏ธ
Enerzijds is sparen slim, maar anderzijds wil ik ook leuke dingen doen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  •  aan de ene kant 
  • maar 
  • tegenovergesteld

Slide 4 - Tekstslide

Type hier een titel
balen ๐Ÿ˜ž
Het regent de hele dag, echt balen!


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • vervelend 
  • jammer 
  • tegenvallen

Slide 5 - Tekstslide

Type hier een titel
balen ๐Ÿ˜ž
Het regent de hele dag, echt balen!


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • vervelend 
  • jammer 
  • tegenvallen

Slide 6 - Tekstslide

Type hier een titel
baseren ๐Ÿ“š
Hij baseert zijn mening op feiten.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • steunen op 
  • gebruiken 
  • aannemen

Slide 7 - Tekstslide

Type hier een titel
berekenen ๐Ÿงฎ
Kun jij berekenen hoeveel geld je nog over hebt?

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • uitrekenen
  • tellen 
  • som maken

Slide 8 - Tekstslide

Type hier een titel
beschikbaar โœ…
De kamer is nog beschikbaar, je kunt hem huren.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • vrij 
  • aanwezig 
  • te gebruiken

Slide 9 - Tekstslide

Type hier een titel
buitenshuis ๐Ÿกโžก๏ธ
Ik eet vaak buitenshuis, bijvoorbeeld in een restaurant.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • buiten 
  • niet thuis 
  • ergens anders

Slide 10 - Tekstslide

Type hier een titel
Het cafรฉ โ˜•
We drinken koffie in het cafรฉ.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • restaurant 
  • drinken 
  • gezellig

Slide 11 - Tekstslide

Type hier een titel
 het concert ๐ŸŽถ
We gaan vanavond naar een concert van onze favoriete band.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • muziek 
  • optreden 
  • artiest

Slide 12 - Tekstslide

Type hier een titel
De consequentieโš ๏ธ
Te laat komen heeft een consequentie: je mag niet meer naar binnen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • gevolg 
  • resultaat
  • effect

Slide 13 - Tekstslide

Type hier een titel
controleren โœ…
De docent controleert of iedereen het huiswerk heeft gemaakt. 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • nakijken 
  • checken 
  • inspecteren

Slide 14 - Tekstslide

Type hier een titel
Het diploma ๐ŸŽ“
Met een diploma kun je een goede baan vinden.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • bewijs
  • school 
  • certificaat

Slide 15 - Tekstslide

Type hier een titel
doorbetalen ๐Ÿ’ฐ
Als je ziek bent, moet je werkgever je salaris doorbetalen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • geld 
  • blijven betalen 
  • werk

Slide 16 - Tekstslide

Type hier een titel
enerzijds ๐Ÿ”€
Enerzijds wil ik sparen, maar anderzijds wil ik ook iets leuks kopen.Woorddriehoekje: 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • aan de ene kant 
  • maar 
  • tegenovergesteld

Slide 17 - Tekstslide

Type hier een titel
indien ๐Ÿ”„
Indien het regent, blijven we binnen. 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • als 
  • wanneer 
  • op voorwaarde dat

Slide 18 - Tekstslide

Type hier een titel
 het inkomen ๐Ÿ’ต
Mijn inkomen is โ‚ฌ2485. 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • geld
  • salaris 
  • verdienen

Slide 19 - Tekstslide

Type hier een titel
Het kamp โ›บ
We slapen een week in een kamp in het bos. 


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • tenten 
  • samen 
  • natuur

Slide 20 - Tekstslide

Type hier een titel
keurig ๐Ÿ‘
Zijn kamer is altijd keurig opgeruimd. 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • netjes 
  • verzorgd 
  • schoon

Slide 21 - Tekstslide

Type hier een titel
De korting ๐ŸŽŸ๏ธ
In de winkel krijg je 10% korting op alle schoenen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • minder betalen 
  • goedkoper 
  • aanbieding

Slide 22 - Tekstslide

Type hier een titel
De landbouw ๐Ÿšœ
In de landbouw werken mensen op het land om groenten te verbouwen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • boer
  • natuur 
  • eten

Slide 23 - Tekstslide

Type hier een titel
het lot ๐ŸŽŸ๏ธ
Ik heb een lot gekocht en hoop de loterij te winnen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • kans 
  • winnen 
  • gok

Slide 24 - Tekstslide

Type hier een titel
De manege๐ŸŽ
Op de manege leer je paardrijden. 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  •  paarden 
  • stal
  • rijden

Slide 25 - Tekstslide

Type hier een titel
meevallen ๐Ÿ˜Š(thema 15 ook)
De toets was makkelijker dan ik dacht, het viel mee!

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • niet zo erg 
  • beter 
  • positief

Slide 26 - Tekstslide

Type hier een titel
de motivatie ๐Ÿ”ฅ
Mijn motivatie om te werken is geld verdienen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • willen 
  • doel 
  • energie

Slide 27 - Tekstslide

Type hier een titel
nagaan ๐Ÿ”
Kun je nagaan of je huiswerk klopt?

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • controleren 
  • checken 
  • onderzoeken

Slide 28 - Tekstslide

Type hier een titel
omrekenen ๐Ÿ”ข
Je moet dollars omrekenen naar euroโ€™s. 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • wisselen 
  • berekenen 
  • andere munt

Slide 29 - Tekstslide

Type hier een titel
opeens ๐Ÿ˜ฒ
Opeens begon het heel hard te regenen! 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • plotseling 
  • snel 
  • onverwacht

Slide 30 - Tekstslide

Type hier een titel
opnieuw ๐Ÿ”„
Mijn fiets is kapot, ik moet het opnieuw proberen te repareren.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • weer 
  • nog een keer 
  • herhalen

Slide 31 - Tekstslide

Type hier een titel
overblijven ๐ŸŽ
Na de lunch blijven een paar leerlingen over op school. 

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • rest 
  • blijven 
  • niet weggaan

Slide 32 - Tekstslide

Type hier een titel
De premie๐Ÿ†
Ik betaal een premie voor mijn zorgverzekering.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • betalen 
  • verzekering 
  • kosten

Slide 33 - Tekstslide

Type hier een titel
De regeling ๐Ÿ“œ
Er is een nieuwe regeling voor de schoolboeken.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Afspraak 
  • wet 
  • regel

Slide 34 - Tekstslide

Type hier een titel
Schenken
Mijn vader schenkt mij 50 euro.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Geven
  • Cadeau
  • geld 

Slide 35 - Tekstslide

Type hier een titel
Schelen
Door de aanbieding scheelde het veel geld.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Verschil
  • Meer
  • Minder

Slide 36 - Tekstslide

Type hier een titel
De sollicitatie ๐Ÿ“
Ik heb een sollicitatiegesprek bij de supermarkt.


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • baan
  • gesprek 
  • werken

Slide 37 - Tekstslide

Type hier een titel
sparen ๐Ÿ’ฐ
Ik spaar voor een nieuwe fiets.


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • geld bewaren 
  • niet uitgeven 
  • toekomst

Slide 38 - Tekstslide

Type hier een titel
Storten



๐Ÿ”บ Woorddriehoek:

Slide 39 - Tekstslide

Type hier een titel
tekort ๐Ÿšซ
Er is een tekort aan groenten in de supermarkt.


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Gebrek
  • onvoldoende
  • niet genoeg

Slide 40 - Tekstslide

Type hier een titel
teruggave ๐Ÿ’ต
Bij de winkel krijg je een teruggave van 5 euro.


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Geld
  • Terugbetaling
  • Geven

Slide 41 - Tekstslide

Type hier een titel
het totaal
Het totaal van de rekening is 25 euro.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Som
  • Geheel
  • Rekenen

Slide 42 - Tekstslide

Type hier een titel
uitrekenen โž—
We moeten de kosten van de vakantie uitrekenen.


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Berekenen
  • Bepalen
  • Som

Slide 43 - Tekstslide

Type hier een titel
De uitverkoop ๐Ÿท๏ธ
In de uitverkoop zijn de schoenen veel goedkoper.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Korting
  • Sale
  • Goedkoop

Slide 44 - Tekstslide

Type hier een titel
De vacature ๐Ÿ“
Er is een vacature voor een nieuwe leraar.


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Werk
  • Baan
  • Solliciteren

Slide 45 - Tekstslide

Type hier een titel
vakkenvullen ๐Ÿ“ฆ
Ik werk in de supermarkt en moet de vakken vullen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Werk
  • Supermarkt
  • Bijbaan

Slide 46 - Tekstslide

Type hier een titel
het verband



๐Ÿ”บ Woorddriehoek:

Slide 47 - Tekstslide

Type hier een titel
verklaren ๐Ÿ—ฃ๏ธ
De leraar zal de opdracht goed verklaren.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Uitleggen
  • zeggen
  • Begrijpen

Slide 48 - Tekstslide

Type hier een titel
het vervoer ๐Ÿš—
Het vervoer naar school is snel en gemakkelijk.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Reizen
  • Transport
  • Auto

Slide 49 - Tekstslide

Type hier een titel
verzekeren ๐Ÿ›ก๏ธ
Ik wil mijn auto verzekeren tegen schade.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Risico
  • Schade 
  • Geld

Slide 50 - Tekstslide

Type hier een titel
voorbereiden ๐Ÿ“
We moeten ons goed voorbereiden voor het examen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Plannen
  • regelen 
  • Weten

Slide 51 - Tekstslide

Type hier een titel
De werknemer ๐Ÿ‘จโ€๐Ÿ’ผ
De werknemer werkt elke dag van 9 tot 5.


๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Werker
  • Collega
  • Baan

Slide 52 - Tekstslide

Type hier een titel
De wet โš–๏ธ
Je moet de wet volgen, anders kun je in de problemen komen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Regel
  • Moeten
  • Overtreden

Slide 53 - Tekstslide

Type hier een titel
Zeuren ๐Ÿ™„
Mijn broer blijft altijd zeuren over zijn huiswerk.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Klagen
  • Veel vragen
  • Vervelend

Slide 54 - Tekstslide

Type hier een titel
Zuinig ๐Ÿ’ธ
Ze is heel zuinig met haar geld en koopt nooit onnodige dingen.

๐Ÿ”บ Woorddriehoek:
  • Sparen
  • Niet uitgeven
  • Geld

Slide 55 - Tekstslide