Taal: 3.3.12 TA5

doel:
Ik  leer wat een woordkast is.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

doel:
Ik  leer wat een woordkast is.

Slide 1 - Tekstslide



Wat is een woordkast?
Een woordkast gebruik je om bijvoorbeeld tegenstellingen te ordenen.

Klein


Donker


Zout

..............................................


..............................................


..............................................



Slide 2 - Tekstslide



Wat is een woordkast?
Een woordkast gebruik je om woorden bij elkaar te zetten die ongeveer hetzelfde betekenen

eenvoudig


persoon


langzaam


gemakkelijk


mens


traag


Slide 3 - Tekstslide

Wat is de tegenstelling van het woord vriendelijk?
A
onaardig
B
verkopen
C
lief
D
troebel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van het woord geven?
A
gratis
B
weten
C
pijn
D
krijgen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van het woord vol?
A
helemaal
B
leeg
C
afbreken
D
halfvol

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van het woord drijven?
A
boot
B
zinken
C
zwemband
D
expres

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord betekent ongeveer het zelfde?
verdrietig
A
blij
B
bang
C
droevig
D
verbaasd

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord betekent ongeveer het zelfde?
keeper
A
goal
B
negen
C
voetbal
D
doelman

Slide 9 - Quizvraag

vooraan
straffen
kapot
stoppen
heel
belonen
achteraan
doorgaan

Slide 10 - Sleepvraag

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 11 - Tekstslide