4.3 De middeleeuwse stad - schu

Deze les 13 februari
uitleg 4.3
we gaan oefenen met back pack 
invulsamenvatting
formatieve toets op..
summatieve toets op...

Voorgangsopdracht
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Deze les 13 februari
uitleg 4.3
we gaan oefenen met back pack 
invulsamenvatting
formatieve toets op..
summatieve toets op...

Voorgangsopdracht

Slide 1 - Tekstslide

4.3 De middeleeuwse stad

Slide 2 - Tekstslide

In het begin van de middeleeuwen leefden de meeste mensen als boer in een landbouwsamenleving. Mensen op het platteland waren zelfvoorzienend. 

In de middeleeuwen bestond West-Europa uit veel verschillende Germaanse gebieden met elk een eigen koning. Een bekende koning uit de vroege middeleeuwen was Karel de Grote. Hij werd in 768 koning van het Frankische Rijk. 
Zijn koninkrijk was groot, maar vanwege de slechte infrastructuur kon het moeilijk bestuurd worden. Daarom liet hij heren van adel namens hem regeren over een deel van zijn rijk.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is zelfvoorzienend?
A
Alles zelf maken
B
Voor jezelf opkomen
C
Voor anderen zorgen
D
Jagen op dieren

Slide 5 - Quizvraag

Je bent zelfvoorzienend als je:
A
Voor jezelf op komt
B
Als je van niemand afhankelijk bent
C
Als je genoeg geld hebt
D
Spullen met andere mensen kan ruilen

Slide 6 - Quizvraag

Wie was Karel de Grote?
A
Romeinse keizer
B
Koning van de Franken
C
Stamhoofd van de Saksen
D
Russische tsaar

Slide 7 - Quizvraag

Landbouwsamenleving
A
ontstaan van de landbouw
B
samenleving waarin mensen van landbouw leven in dorpen en voor zichzelf zorgen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een landbouwsamenleving?
A
Een samenleving waarin de meeste mensen boer zijn.
B
Een samenleving zonder jagers-verzamelaars.
C
Een samenleving uit de Prehistorie.
D
Een samenleving met alleen landbouw.

Slide 9 - Quizvraag

De adellijke heren waren de baas over een domein. Een domein bestond uit het landhuis van de heer en kleine boerderijen. De boeren die op dit domein leefden hadden het niet gemakkelijk. Hongersnoden en gewelddadige overvallen lagen op de loer. De lokale heer bood de boeren bescherming aan in ruil voor een deel van de oogst. Ook moesten de boeren herendiensten verrichtten. Omdat de boeren afhankelijk werden van de heer, werden ze voortaan horigen genoemd. Het systeem van horigen die op het domein van de heer moeten werken noem je het hofstelsel.

Slide 10 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Krijgen bescherming van de heer
Het systeem van heren en horigen op een domein
het grootste huis
de eigenaar van een domein
de grond en boerderijen van de heer
het domein
het hofstelsel
Het huis van de heer
de heer
horigen

Slide 11 - Sleepvraag

Wie woonden er in een domein in de tijd van monniken en ridders?
A
Monniken en ridders
B
Meneer van Mierlo mevrouw Slaghek
C
Domeinheer en Karel de Grote
D
Domeinheer en horige boeren

Slide 12 - Quizvraag

Waarom zou een horige boer willen werken voor een domeinheer op een domein?
A
Geld verdienen
B
Bescherming van de domeinheer
C
Om eten te hebben
D
Omdat de domeinheer aardig is

Slide 13 - Quizvraag

Waaruit bestond een domein?
A
Huizen van horigen
B
Hoeve van de heer
C
Landbouwgrond
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 14 - Quizvraag

Op de akkers van het domein werden ieder jaar dezelfde gewassen verbouwd. Daardoor raakte de grond uitgeput. Om de opbrengt van het land te vergroten werd onder andere door Karel de Grote het drieslagstelsel ingevoerd. 

De landbouwgrond werd dan in drie stukken verdeeld. 
Op één deel van de grond werd wintergraan verbouwd, op het tweede deel zomergraan en op het derde deel werd niets verbouwd. Dit deel van de grond kon zo herstellen. Boeren wisselden de gewassen ieder jaar, zodat de grond vruchtbaar bleef.

Slide 15 - Tekstslide

DRIESLAGSTELSEL
  • Land verdeeld in 3 stukken:
  1. Elk jaar ander gebruik.
  2. Elk jaar doorwisselen. 
  • Goed voor de grond!
  • Gewassen groeiden beter. 

Slide 16 - Tekstslide

Er komt ook meer landbouwgrond
Door.....

Slide 17 - Tekstslide

Verbeteringen in de landbouw 

1. Ontbossing (dit noem je ook wel ontginning)

2. Technische verbetering: Drieslagstelsel

3. Uitvinding van het juk


Slide 18 - Tekstslide

Wat is het drieslagstelsel?
A
Een landbouwmethode waarbij de grond in drie delen werd opgesplitst, waarbij elk stuk grond jaarlijks wisselend gebruikt werd.
B
Een tijdverdrijf waarbij ridders met elkaar in gevecht gingen voor roem en eer.
C
Een klus die horigen deden voor hun heer.
D
Een systeem waarbij de grond verdeeld was in domeinen die bewoond en bewerkt werden door heren en boeren.

Slide 19 - Quizvraag

Het gevolg van het drieslagstelsel was
A
dat de boeren horigen werden.
B
dat er minder eten was.
C
dat de grond uitgeput raakte.
D
dat de akkers meer opbrachten.

Slide 20 - Quizvraag

Door het drieslagstelsel...
A
Bleef een groter deel van het land braak liggen
B
Nam de opbrengst toe van 1/2 naar 2/3
C
Raakte de grond minder snel uitgeput
D
Nam de opbrengst toe van 1/3 naar 1/2

Slide 21 - Quizvraag

Oefenen 
maak de invulsamenvatting
oefen met backpack

Slide 22 - Tekstslide