Wpl

  
 Autisme 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  
 Autisme 

Slide 1 - Tekstslide

Opstart
- Onze stageplekken
- Waarom dit onderwerp voor wpl? 
- Wat gaan we doen? 

Slide 2 - Tekstslide


Wat weten jullie over autisme?

Slide 3 - Open vraag

Wat is autisme nu eigenlijk?
Autisme is heel breed en is bij iedereen anders. Onder autisme vallen de volgende soort autisme, namelijk: 

- ASS:
 Is het geheel van symptomen van autistische stoornissen. Als je de diagnose Autismespectrumstoornis (ASS) hebt, wordt informatie in je hersenen anders verwerkt dan bij de meeste mensen.

- Syndroom van Asperger:
 Anders dan bij de autistische stoornis is er geen sprake van vertraging in de ontwikkeling van de taalvaardigheid op lage leeftijd, en is er normale tot hoge intelligentie en een gemiddelde neiging tot het maken van contact.

- PDD - NOS:
Wordt ook wel de restcategorie van ASS genoemd. Je hebt dan verschillende kenmerken van autisme, maar niet de meest voorkomende kenmerken zoals bij de bovenstaande soorten autisme. 



Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn sterke eigenschappen van iemand met autisme?

Slide 5 - Open vraag

Sterke eigenschappen 
1. Oog voor detail --> Grondigheid en nauwkeurigheid.
2. Methodische aanpak --> Analytisch, ontdekken van patronen en herhalingen.
3. Sterke focus --> Geconcentreerd en niet snel afgeleid en focus op details. 
4. Nieuwe benaderingen --> Unieke manieren van denken van bijvoorbeeld innovatieve oplossingen.
5. Observatievermogen --> Houding van luisteren, kijken en leren zijn gericht op feiten.
6. Creativiteit --> Een opvallende verbeelding en expressie van ideeën.
7. Opnemen en vasthouden van feiten --> Heel goed langtermijn-geheugen en uitstekend terughalen van feiten.
8. Vastbehoudendheid en veerkracht --> Doorzettingsvermogen en uitdagende opvattingen.
9. Anderen accepteren --> Minder geneigd om anderen te beoordelen op uiterlijk of gedrag.
10. Integriteit --> Eerlijk, loyaal en toegewijd.


Slide 6 - Tekstslide

Welke algemene praktische tips zijn er binnen het werkveld, als je met iemand werkt of iemand helpt die een vorm van autisme heeft?

Slide 7 - Open vraag

Praktische tips 
1. Wees duidelijk --> Wil iemand iets afspreken? Noem dan een tijd en zeg niet iets zoals 'aan het begin van de avond'

2. Gebruik geen beeldspraak --> Zeg bijvoorbeeld niet dat iemand een scherp oog heeft, maar dat hij of zij kleine details goed ziet. 

3. Blijf bij één onderwerp --> Mensen met autisme zijn graag met een ding tegelijk bezig. Begin dus niet over de boodschappen van morgen, als je praat over hoe het vandaag op het werk was. 

4. Zorg voor overzicht --> Bijvoorbeeld met een planning of agenda die je samen invult. Ga je iets doen dat anders is dan normaal? Leg dat dan van tevoren goed uit. 

5. Dwing iemand niet tot contact --> Mensen met autisme houden er niet altijd van om aangeraakt te worden. Of om oogcontact te hebben. Probeer dat niet af te dwingen. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor vooroordelen kennen jullie over mensen met autisme?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Link

Kloppen de vooroordelen na het kijken van dit fragment?

Slide 11 - Tekstslide