Literatuur middeleeuwen en renaissance les 2

Literatuur middeleeuwen en renaissance les 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Literatuur middeleeuwen en renaissance les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
  • Je kunt de hoofdlijnen schetsen van de Nederlandse literatuur in de middeleeuwen
  • Je kunt in grote lijnen vertellen hoe de middeleeuwse samenleving eruit zag
  • Je kunt vertellen hoe het oudste Nederlands ontstond
  • Je kunt zeggen hoe het middeleeuwse boek tot stand kwam
  • Je kunt vertellen over het ontstaan van de boekdrukkunst

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer was de oudheid?

Slide 4 - Open vraag

3000 vC tot 500 nC
Hoe werd het christendom de staatsgodsdienst in het Romeinse rijk?

Slide 5 - Open vraag

Het Christendom werd de staatsgodsdienst nadat keizer
Constantijn in 312 een oorlog had gewonnen nadat hij tot de
God van de christenen had gebeden
Wat zijn de drie hoofdgenres in de klassieke Griekse
literatuur?

Slide 6 - Open vraag

1. Epiek - verhalende teksten
2. Lyriek - teksten (gedichten) die over persoonlijke gevoelens
    gaan
3. dramatiek - toneel
Hoe komt het dat weinig middeleeuwers de Bijbel lazen?

Slide 7 - Open vraag

- de meeste middeleeuwers analfabeet
- de meeste middeleeuwers begrepen het Latijn niet
Noem drie zaken waaraan je ziet dat het leven van de middeleeuwer doordrenkt was van het geloof.

Slide 8 - Open vraag

1. Navolging van Christus is de richtlijn voor het geestelijk leven
2. De structuur van de middeleeuwse kalender wordt bepaald door de hoogtepunten uit Jezus' leven
3. Mensen kozen voor het kloosterleven (een leven van bidden
    en werken)
Expertwerkvorm
Bij binnenkomst heb je een kaartje gekregen. Ga zitten in de zes groepen - je zit bij mensen met dezelfde NUMMER.

  • Elke groep werkt samen antwoorden op vragen uit (10 min.)
  • Betrek alle dikgedrukte begrippen in je antwoorden.
  • Daarna ga je uitleg geven aan vijf anderen over jouw onderdeel (25 min.) 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Adel & geestelijkheid + standenmaatschappij
- Het Romeinse rijk viel uiteen. Hoe werd West-Europa bestuurd in de middeleeuwen?
- Leg uit wat de standenmaatschappij is. Benoem alle standen en geef uitleg over die stand en over de verbindingen tussen de standen.
- Vertel wanneer er een vierde stand bij kwam en welke dit was. Geef toelichting hierbij.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Geloof en moraal
- Vertel wat de middeleeuwer geloofde. Geef uitleg.
- Naast de christelijke moraal hadden ridders hun eigen gedragscode. Wat hield die gedragscode in?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Middeleeuwse verhalen
- Vertel welke soorten ridderromans er zijn. Geef bij elk soort ridderroman uitleg (kenmerken op een rijtje zetten).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Luisteren i.p.v. lezen / symbolen
- Leg uit hoe mensen verhalen tot zich namen in de middeleeuwen. Maak onderscheid tussen rijken en de rest.
- Waarom denk je dat er zo weinig teksten zijn overgebleven uit die tijd? Bedenk zelf twee redenen. 
- Noem twee kenmerken van een middeleeuws verhaal (simpel).
- Maak een samenvatting van alle symbolen die worden genoemd en noteer de betekenis.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Taalfamilies
- Vul de stamboom in.
- Hoe heet het oudste Nederlands en wanneer werd het gesproken?
- Wat was het oudste
zinnetje in die taal?
- Hoe heet de variant
die er daarna was?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Middeleeuwse boeken
- Noem de vijf taken bij het vervaardigen van een handschrift en omschrijf wat deze taken inhouden. 
- Wat bepaalde hoe het boek eruit kwam te zien? Leg uit 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennis delen
- Ga nu in groepjes zitten -> dezelfde KLEUR bij elkaar
- De persoon met kaartje 1 begint en geeft de groep de antwoorden op de vragen. De groep maakt aantekeningen.
- Daarna 2, 3 enzovoort.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Leer de aantekeningen van les 1 en 2. Tip: maak flashcards! 

Maak de opdrachten van 6.4.1 allemaal. Als je de aantekeningen goed hebt geleerd, kun je de antwoorden op de meeste vragen zo opschrijven als het goed is :-)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies