In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Rendement en vermogen Gas
Slide 1 - Tekstslide
Wat weten wij nog van de vorige les
Slide 2 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met de belasting van een gastoestel?
A
Daarmee wordt bedoelt de hoeveelheid belasting die wordt geheven op het gebruik van aardgas
B
Dat is de hoeveelheid energie welke een toestel levert krijgt wanneer deze in bedrijf is.
C
Dat is de hoeveelheid energie welke een toestel toegevoerd krijgt wanneer deze in bedrijf is.
D
Dat is de BTW die betaald wanneer je een gastoestel aanschaft.
Slide 3 - Quizvraag
Als een toestel is onderbelast dan is dit nadelig voor?
A
Vermogen
B
Koolmonoxide
C
Waterdamp
D
Rendement
Slide 4 - Quizvraag
Wat is koolmonoxide?
Slide 5 - Open vraag
B = q x Hs Bij het meten van de belasting van een ketel is bij de gasmeter 2 dm³/sec gemeten. Wat is de belasting van deze ketel als de calorische waarde 36 KJ/dm³ is
A
36 kW
B
72 kW
C
18 kW
D
144 kW
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wat heb je onthouden van deze les
Slide 23 - Tekstslide
Wat is vermogen van een gastoestel?
A
Dat is de hoeveelheid warmte die het toestel als nuttige warmte in een bepaalde tijd afgeeft.
B
Dat is het rendement wat over blijft na alle verliezen bij elkaar op te tellen.
C
Dat is wat het toestel waard is in euro's
Slide 24 - Quizvraag
de eenheid van de volumestroom wordt weergegeven in?
A
dm3/s
B
kg/dm3
C
kJ/s of kW
D
kJ /(kg.K
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekend ΔT
Slide 26 - Open vraag
Wat is de juiste formule om het rendement te berekenen?
A
B = Q x Hs
B
η = P / B x 100%
C
P = q x ρ x c x ΔT
D
Rendement = vermogen / belasting x 100%
Slide 27 - Quizvraag
Waardoor kan een HR ketel een rendement krijgen van boven de 100%
A
Dan is de berekening gemaakt met de calorische onderwaarde
B
Dan is de berekening gemaakt met de calorische bovenwaarde