H7 - §7.3 Zwaartekracht HV

Welkom in de les
Vandaag:
  • practicum P2
  • deze lessonup maken
  • verder met opdrachten 7.3

 


§7.3 Zwaartekracht
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • practicum P2
  • deze lessonup maken
  • verder met opdrachten 7.3

 


§7.3 Zwaartekracht

Slide 1 - Tekstslide

Opgave 27

Slide 2 - Tekstslide

De volgende begrippen hebben te maken met krachten.
Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen. 


meetinstrument
symbool eenheid
symbool grootheid
eenheid
grootheid
F
kracht
N
Newton
Veerunster

Slide 3 - Sleepvraag

84 N
5,6 N
0,77 N
2,75 N
0,82 N
97 N

Slide 4 - Sleepvraag

§7.3 - Je leert ...
  • de waarde van 'g' noemen in Nederland;
  • met een formule de zwaartekracht op een voorwerp berekenen;
  • uitleggen hoe je het zwaartepunt bepaalt.

Slide 5 - Tekstslide

Zwaartekracht
De vlucht simuleert dat er 
geen zwaartekracht is.
Is dat ook zo?

Slide 6 - Tekstslide

2

Slide 7 - Video

Zwaartekracht
De zwaartekracht is de aantrekkingskracht van de aarde of een  ander hemellichaam op een voorwerp.

Het symbool van zwaartekracht is Fz.

De eenheid is newton (N)


Slide 8 - Tekstslide

Zwaartekracht
Hoe groter de massa van het voorwerp, hoe groter de zwaartekracht


Het symbool van massa is m.

De eenheid van massa is kilogram (kg).


Slide 9 - Tekstslide

Zwaartekracht
Op een voorwerp met een massa van 1,0 kg werkt in Nederland een zwaartekracht van 9,81 N, wij mogen met het getal 10 rekenen. 

In formulevorm geldt:  Fz = m x 10

Fz = zwaartekracht (in N)
m = massa (in kg)


Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen!
Bereken de zwaartekracht op een baksteen met een massa van van 2,5 kilogram.


Fz = m x 10 

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen!
Gegeven:      massa = 2,5 kg
Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:        Fz = m x 10

Berekening:   Fz = 2,5 x 10 = 25

Antwoord: De zwaartekracht op de baksteen is 25 N.

Slide 12 - Tekstslide

Even oefenen!

Bereken de zwaartekracht op een auto van 1.280 kg.

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen!
Gegeven:      massa = 1.280 kg
Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:        Fz = m x 10

Berekening:   Fz = 1.280 x 10 = 12.800

Antwoord: De zwaartekracht op de auto is 12.800 N

Slide 14 - Tekstslide

Het zwaartepunt
Elk voorwerp heeft een zwaartepunt

Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht. 

Bij voorwerpen met een regelmatige vorm en samenstelling zit het zwaartepunt in het midden van het voorwerp.


Opgave 37 + 38

Slide 15 - Tekstslide

01:06
Waarom zegt varkentje Rund dat hij niets heeft laten vallen?

Slide 16 - Open vraag

01:56
Welke richting werkt de zwaartekracht op?

Slide 17 - Open vraag

In welke figuur is Fz
goed getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quizvraag

Op een steen werkt een zwaartekracht van 20 N. Bereken de massa van de steen.

Slide 19 - Open vraag

§7.3 - Je leert ...
  • de waarde van 'g' noemen in Nederland;
  • met een formule de zwaartekracht op een voorwerp berekenen;
  • uitleggen hoe je het zwaartepunt bepaalt.

Slide 20 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll