H2 pg 3 + H3 pg1

Fictie
Lezen in je leesboek voor het fictiedossier
timer
10:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fictie
Lezen in je leesboek voor het fictiedossier
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

20 min - uitleg + aantekeningen 

40  min - aan de slag met de opdrachten

5 min - afsluiting
Lesdoelen

  1. Je kunt wat een voegwoord is en tenminste 4 voorbeelden noemen
  2. Je kunt uitleggen hoe het zit qua volgorde van zinnen met voegwoorden
  3. Je kunt de samenstelling op de juiste manier schrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg + aantekeningen
  1. Woordvolgorde in samengestelde zinnen (blz. 64)
  2. Tussenletters (blz. 90) 

Overzicht van alle spellingsregels vind je op blz. 207

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag - H2 blz. 64

Wat: maken opdr. 1 + 2 + 4 + 5
Hoe: Zelfstandig
Hulp: mevrouw Rondhuis --> Stel je vraag via de chat!

Klaar? Extra oefenen met voegwoorden, klik op de link.   



Aan de slag - H3 blz. 90


Wat: maken opdr. 1 t/m 5
Hoe: Zelfstandig
Hulp: mevrouw Rondhuis --> Stel je vraag via de chat!

Klaar? Extra oefenen met tussenletters, klik op de link


Slide 6 - Tekstslide

Een voegwoord...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
zijn kleine woordjes die iets toevoegen, zoals in, over, tussen
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.
D
is als het metselwerk tussen de bakstenen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen voegwoord?
A
als
B
wanneer
C
want
D
omdat

Slide 8 - Quizvraag

De tussenletter -en- gebruik je als ..
A
het eerste woord over iets gaat waar er maar één van is.
B
het eerste woord een versterkende betekenis heeft.
C
het eerste woord een meervoud op -en én op -s heeft.
D
het eerste woord alleen een meervoud op -en heeft.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
breedtegraad
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 10 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 11 - Quizvraag

De tussenletter -s- gebruik je als?
A
Iets een versterkende betekenis heeft
B
Iets is waar er maar 1 van is
C
Je de -s- hoort
D
Als het 1e woord een meervoud op -s- heeft

Slide 12 - Quizvraag

Tot vrijdag! 

Slide 13 - Tekstslide