3T - les 2 - 21/22

• fr
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Le programme d'aujourd'hui

• Écouter source A
  
• Grammaire l'adjectif source D
• Le vocabulaire source A
• Quizlet source A -> inloggen en oefenen

Écouter source A

1. Quoi?  -   Écouter + Faire exercice 5, 6+ 7a
2. Comment? -   En classe, ensemble
3. Où?  -  À la page 20

Geef een voorbeeld van een Frans bijvoeglijk naamwoord die je nog kent.

Het bijvoeglijk naamwoord (jaar 1)

La maison ______ (vert). Vul alleen de goede vorm van het woord in.

Les garçons ______ (blond). Vul alleen de goede vorm van het woord in.

Het bijvoeglijk naamwoord (vorm)

Livre à la page 165. 

Hier staat de herhaling van jaar 2. 

La ______ dame (vieux). Vul alleen de goede vorm van het woord in.

Le ______ Tour de France (grand). Vul alleen de goede vorm van het woord in.

Het bijvoeglijk naamwoord (vorm)

Quoi?  Faire exercice 15 a t/m e + 16 a 

Où? à la page 30 + 31

Comment? Ensemble, groupe de 2 personnes

Le vocabulaire source A

1. Quoi?  -   Apprendre les mots de source A
2. Comment? -   Seul, on ne parle pas
3. Où?  -  À la page 48
4. L'heure? -  5 minutes 

QUIZLET

1. Quoi?  -   Apprendre les mots A
2. Comment? -   En classe, au portable
3. Où?  -  quizlet
4. L'heure? -  10 minutes 

Wat heb je geleerd?