Hoofstuk 3/TH

Hoofdstuk 3

TH

Kastelen, klooster en steden

In welk jaar hield het West-Romeinse Rijk op te bestaan?

1. in het jaar 300
2. in het jaar 476
3. rond 500 n.C.

Germaanse volken trokken regelmatig het West-Romeinse Rijk binnen. Waarom deden ze dat?

'Na het vertrek van de Romeinen trokken mensen van de steden naar het platteland'

1. juist
2. niet juist

Wat is de definitie van het begrip horige?

Watvoor godsdienst hadden de Germanen?

1. christelijke godsdienst
2. natuurgodsdient

Waarom gehoorzaamden mensen aan priesters?

1. ze waren bang voor priester
2. hij was de baas
3. ze dachten dan in de hemel te komen

Hoe noemde je mensen die in dienst waren van de kerk, zoals nonnen, priesters en monniken?

Welke drie standen waren er in de middeleeuwen?

Welke taken hadden de boeren?
2 antwoorden

1. Land bewerken
2. Geestelijken helpen
3. Mensen verzorgen
4. Voor voedsel zorgen

Hoe heet het heilige boek van de Islam?

Wat was een gilde?

'De hertog van Bourgondie stelde een centraal bestuur in'

1. juist
2. niet juist