herhaling 3

Bekijk ppt 'herhaling 3'
Stel hier je vragen die je
over de onderwerpen hebt.
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bekijk ppt 'herhaling 3'
Stel hier je vragen die je
over de onderwerpen hebt.

Slide 1 - Woordweb

Examentrainer
Hierna volgt een opgave over migratie en toekomstperspectief (Hfst 3).

Eerst zie je alle bronnen die je nodig kan hebben bij het beantwoorden van de vragen. Daarna komen de vragen.

Let extra goed op bij het nakijken dat je je antwoord goed en volledig geformuleerd hebt.

na de examentrainer zijn er nog wat losse vragen horend bij H2

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk bron 1 en 2 en gebruik de atlaskaarten De wereld - Ontwikkelingskenmerken.

Verklaar het negatieve migratiesaldo van Peru en de Filipijnen.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten. (2p)

Slide 4 - Open vraag

Gebruik de twee atlasbladen met de thematische kaarten Zuidoost-Azië en de kaarten De wereld - Ontwikkelingskenmerken.

Noteer van zowel Zuid-Amerika als Zuidoost-Azië de twee landen met het hoogste immigratiesaldo en geef daarvan per land de belangrijkste verklaring. (4p)

Slide 5 - Open vraag

Gebruik bron 2 en 3 en de atlaskaart De wereld - Cultuur.

Aziatische landen zijn vroeger gekoloniseerd door Frankrijk, Nederland, Groot-Brittannië en de V.S. Toch is de arbeidsmigratie niet gericht op de vroegere moederlanden. Dat ligt anders bij Zuid-Amerika.

Verklaar dit verschil, waarbij je uitgaat van de culturele dimensie. (2p)

Slide 6 - Open vraag

Oefenvragen
(horen bij hoofdstuk 2)

Slide 7 - Tekstslide

De Industriële Revolutie was ook een vervoersrevolutie. Beschrijf hoe drie kenmerken van deze vervoersrevolutie bijdroegen aan de versnelde kolonisatie van Zuid-Amerika.

Slide 8 - Open vraag

Pas na de onafhankelijkheid van de meeste Zuid-Amerikaanse staten kwam een sterke immigratie uit andere Europese landen dan Spanje en Portugal op gang.

Wat is de politieke reden waarom deze diverse migratie naar het vrijwel lege Zuid-Amerika niet eerder plaatsvond?

Slide 9 - Open vraag

Welk van de vier Zuid-Amerikaanse landen
in de bron is het verst gevorderd in de
demografische transitie en welk land het minst ver?

Licht je keuze toe aan de hand van gegevens uit de tabel.

Slide 10 - Open vraag

De natuurlijke bevolkingsgroei in Bolivia nam af van 2,22% in 1980 tot 1,46%
in 2019. Toch zal de bevolking de komende 30 jaar elk jaar toenemen met zo’n
200.000 inwoners, van 11,4 mln. in 2019 tot naar schatting 15,8 mln. in 2049.

Geef een demografisch argument waarom de Boliviaanse
bevolking voorlopig zal blijven groeien ondanks de afnemende vruchtbaarheid.

Slide 11 - Open vraag

In onder andere Chili en Argentinië is een proces van de-agrarisatie gaande. Veel kleine boeren en talloze landarbeiders vertrekken vanuit het platteland naar de steden.

Welke twee veranderingen in de landbouw zetten deze binnenlandse migratiestroom in gang?

Slide 12 - Open vraag

De sociale overheidsprogramma’s die werden ingevoerd onder de presidenten Lula en Rousseff, waaronder een pensioenstelsel voor alle Brazilianen, maakten plaats voor een hard neoliberaal beleid van hun opvolgers Temer en Bolsonaro.

Geef aan welk effect deze beleidswijziging heeft op de Gini-index in Brazilië en licht toe waarom.

Slide 13 - Open vraag

Beschrijf hoe de mijnbouwsector in Zuid-Amerika wordt gekenmerkt door een duale economie.

Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag

Een kleine 100 jaar geleden kwam de industrialisering van Zuid-Amerika op gang. De verschillende overheden kozen voor een strategie van het ontwikkelen van de eigen industrie door de invoer van goederen moeilijker te maken.

Wat is de benaming van deze strategie?
Noem drie maatregelen die daarbij werden ingezet.

Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag