Zelftest - domein F en hoofdstuk 6

Havo scheikunde
Domein F
Hoofdstuk 6: Koolstofchemie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Havo scheikunde
Domein F
Hoofdstuk 6: Koolstofchemie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

H6.1 Koolwaterstoffen

Slide 3 - Tekstslide

H6.2 systematische namen

Slide 4 - Tekstslide

H6.3 karakteristieke groepen 1

Slide 5 - Tekstslide

H6.4 karakteristieke groepen 2

Slide 6 - Tekstslide

H6.5 esters

Slide 7 - Tekstslide

Een alkeen is een . . .
A
enkelvoudig onverzadigde koolwaterstof
B
meervoudige verzadigde koolwaterstof
C
meervoudige onverzadigde koolwaterstof
D
enkelvoudige verzadigde koolwaterstof

Slide 8 - Quizvraag

H2: Een koolwaterstof heeft de molecuulformule C18H38. Wat voor soort koolwaterstof is dit?
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Geen van beide
D
Alkyn

Slide 9 - Quizvraag

deze verbinding is een .... koolwaterstof
A
verzadigd
B
onverzadigd

Slide 10 - Quizvraag

Een koolwaterstof met de stam: "hept"
heeft 6 C-atomen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Bij de onvolledige verbranding van een koolwaterstof ontstaan, naast water en koolstofdioxide:
A
Roet
B
Koolstofmonoxide
C
Roet en/of koolstofmonoxide
D
Smog

Slide 12 - Quizvraag

Lost deze stof goed op in water?
A
Ja , want deze stof is polair en vormt waterstof bruggen.
B
een beetje, want er zijn C-H bindingen
C
Ja, want er vormen waterstofbruggen
D
Nee, want het is een koolwaterstof.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste naam?
A
butanol
B
butaandiol
C
butaan-1,1-diol
D
butaan-1,4-diol

Slide 14 - Quizvraag

Geef de juiste naam
A
ethaanzuur
B
propanol
C
hydroxypropaan
D
propaanzuur

Slide 15 - Quizvraag

Welke naam hoort bij
C3H8
A
propaan
B
pentaan
C
propeen
D
penteen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste naam?
A
hexanol
B
hexaan-5-ol
C
hexaan-1-ol
D
hexaan-2-ol

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste naam?
A
butanol
B
butaandiol
C
butaan-1,1-diol
D
butaan-1,4-diol

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste naam?
A
propaandizuur
B
methaandizuur
C
1,3-propaandiol
D
propaan-1,3-diol

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de naam van deze ester?
A
ester van methanol en ethaanzuur
B
ester van ethanol en propaanzuur
C
ester van butanol en ethaanzuur
D
ester van propaan-1-ol en ethaanzuur

Slide 20 - Quizvraag

hoeveel vetzuren
zijn onverzadigd
in deze tri-ester?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 21 - Quizvraag

Uit welke stoffen
is deze ester
gevormd?
tip
  1. herken de ester
  2. "knip" de ester
  3. ene kant was zuur (met c=o)
  4. andere kant was alcohol
  5. vul aan met -H en -OH
A
butaan en ethaan
B
butaanzuur ethanol
C
butaan-1-ol en ethaanzuur
D
butaan-4-ol en ethaanzuur

Slide 22 - Quizvraag

Welk alcohol en welk
zuur hebben gereageerd
en deze ester
gevormd?
zuur en alcohol?
zuur was C=O-OH, alcohol was -OH, H2O splitst af...
A
propanol en ethaanzuur
B
propaanzuur en ethanol
C
ethaanol en ethaanzuur
D
methanol en methaanzuur

Slide 23 - Quizvraag

een vet of olie is slecht oplosbaar in water, waarom is dat?
A
vanwege de dubbele c=c bindingen
B
vanwege de zuurgroep
C
omdat de zuurgroep is omgezet in een ester
D
een vet/olie kan geen waterstofbruggen vormen

Slide 24 - Quizvraag



A
additie
B
eliminatie
C
substitutie

Slide 25 - Quizvraag

Kies het juiste reactietype.
A
substitutie-reactie
B
additie-reactie
C
hydrolyse-reactie
D
condensatie-reactie

Slide 26 - Quizvraag

Kies het juiste reactietype.
A
substitutie-reactie
B
additie-reactie
C
hydrolyse-reactie
D
condensatie-reactie

Slide 27 - Quizvraag

Kies het juiste reactietype.
A
substitutie-reactie
B
additie-reactie
C
hydrolyse-reactie
D
condensatie-reactie

Slide 28 - Quizvraag

De stof / stoffen die vrijkomt bij de additie van water en propeen is:
A
propaan-2-ol
B
propaan-1 ol en propaan-2-ol
C
water
D
propaan-1-ol

Slide 29 - Quizvraag