schrijven: les 1 tl/havo jaar 2

Aan het einde van deze les

- weet je de planning voor periode 2
- weet je wat je moet doen voor het onderdeel Schrijven
- weet je dat deze tekst uit maximaal 600 woorden bestaat
- ken je de deadline voor de tekst die je moet schrijven
- weet je waar je op beoordeeld wordt
- weet je waar en hoe je de definitieve versie moet inleveren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van deze les

- weet je de planning voor periode 2
- weet je wat je moet doen voor het onderdeel Schrijven
- weet je dat deze tekst uit maximaal 600 woorden bestaat
- ken je de deadline voor de tekst die je moet schrijven
- weet je waar je op beoordeeld wordt
- weet je waar en hoe je de definitieve versie moet inleveren

Slide 1 - Tekstslide

De planning voor periode 2
 Schrijven: schrijfopdracht reisverslag 
(thuisopdracht, deadline woensdag 15 december 12:00 uur)

- Grammatica: zinsdelen en woordsoorten. Onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling 
- Fictie: schrijfopdracht (nieuwsbericht)
- Begrijpend lezen: tekstverbanden en signaalwoorden + feiten, meningen en argumenten
- Woordenschat: vaste vergelijkingen, voor- en achtervoegsels
- Mondelinge taalvaardigheden: presentatie

Slide 2 - Tekstslide

Schrijven doe je in 4 stappen

 
  1.    Oriënteren: begrijp wat van jou wordt verwacht
  2.    Voorbereiden: bouwplan
  3.    Schrijven: dit is de voorlopige versie die je voor feedback voorlegt aan jouw         duo-partner. 
  4.    Herschrijven: de voor jou zinvolle feedback verwerk je in de definitieve versie


Volgende slide: uitleg via een filmpje
Vier slides daaropvolgend: uitleg per stap

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Stap 1     Oriënteren
Ofwel nadenken over de opdracht. Denk na over het volgende:

  • Waar wil ik over schrijven? (bedenk een onderwerp dat onder reisverslag valt)
  • Wat wil ik hierover zeggen? (hoofdgedachte en tekstdoel)
  • Wie gaat mijn tekst lezen? (doelgroep of publiek)
  • Welke bronnen kunnen mijn tekst ondersteunen?

→ In totaal mag je één foto gebruiken als beeldmateriaal
→ Je schrijft de definitieve versie in Word

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2     Voorbereiden
Vervolgens ga je opschrijven hoe de tekst er in grote lijnen uit moet gaan zien. Dit doe je in een bouwplan (zie hand-out).

In het bouwplan staat: 
  • Inleiding – middenstuk – slot
  • De deelonderwerpen en de alinea's waar ze in staan
  • De conclusie 



Slide 6 - Tekstslide

Stap 3     Schrijven

Op basis van de oriëntatie en het bouwplan schrijf je de voorlopige tekst.

Let daarbij op het volgende (zie hand-out): 
  • correcte werkwoordspelling en interpunctie 
  • afwisseling in werkwoorden en bijwoorden
  • afwisseling in werkwoordstijden, gebruik ten minste eenmaal het voltooid   deelwoord, de verleden tijd, de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord   als bijvoeglijk naamwoord in jouw tekst
  • schrijf doelgroepgericht


Slide 7 - Tekstslide

Stap 4     Herschrijven

Belangrijk: kijk kritisch naar je tekst. Niet alleen naar de (werkwoord)spelling en zinsbouw, maar ook de structuur van jouw tekst: kan je het 'oprollen'? 

Hiermee oefen je door het werk van je duo-partner te beoordelen; je gebruikt een checklist om feedback te geven op de voorlopige versie (hand-out). 
Aan de hand van de feedback kijk je wat je wilt wijzigen in jouw definitieve versie.

Deadline woensdag 8 december, 12:00 uur. Inleveren in Word, via Magister. 
Beoordeling: het ingevulde bouwplan, de feedback die jij hebt gegeven op de tekst van je duo-partner en de definitieve versie van jouw tekst. 

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Bekijk het bouwplan (hand-out). 
  1.  Bedenk een onderwerp dat valt onder de noemer 'reisverslag'. Dit kan jouw dagelijkse gang naar school zijn, maar ook een mooie of juist desastreuze vakantie met je ouders/verzorgers of vrienden.
  2. Vul het bouwplan in om van tevoren structuur aan te brengen in je tekst. 
  3. Wissel de werkwoorden en bijwoorden af, maak gebruik van een synoniem (via synoniemen.net). Hierdoor wordt jouw tekst beter. 
  4. Jouw doelgroep is een reistijdschrift dat je zelf kiest (niet een verkoopblad voor reizen).

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet de planning voor periode 2.
- Je weet wat er van jou verwacht wordt, wat je moet doen.
- Je weet wanneer je jouw tekst moet inleveren.
- Je weet waar je jouw tekst (in Word) moet inleveren.
- Je weet op welke drie onderdelen je beoordeeld wordt. 

Je kunt nu beginnen met de schrijfopdracht: de deadline ligt op woensdag 8 december om 12:00 uur. 

Stel je vraag als je iets niet zeker weet! (hand opsteken)

Slide 10 - Tekstslide