1thv Grammar th3 SS

Today's lesson
Stepping Stones 
1thv  Th3

Grammar 7: 
Questions with 'to be' and 'to have got'
Grammar 8: Plurals
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Today's lesson
Stepping Stones 
1thv  Th3

Grammar 7: 
Questions with 'to be' and 'to have got'
Grammar 8: Plurals

Slide 1 - Tekstslide

Let op!
Maak voldoende aantekeningen
Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Als je extra hulp vraagt van je docent, kan deze vragen naar je aantekeningen. 

Slide 2 - Tekstslide

Grammar 7
  • vragen met to be (zijn)
  • vragen met to have got (hebben)

Slide 3 - Tekstslide

vragen met to be
Het werkwoord to be bestaat uit: am / are / is (grammatica 1) 

 Als er een vorm van to be in de zin staat, maakt je een vraagzin door de persoonsvorm en het onderwerp om te draaien. 
De rest van de zin blijft hetzelfde. 

                                           Jack is funny --> Is Jack funny?

Slide 4 - Tekstslide

vragen met to have got
To have got kan in een zin staan als have got of has got .
Hier draaien de de persoonsvorm en het onderwerp om, maar let op! Got blijft op zijn eigen plek!
De rest van de zin blijft gelijk.

              He has got blond hair. --> Has he got blond hair?

Slide 5 - Tekstslide

Maak een vraagzin:
All my friends are wearing baggy trousers.

Slide 6 - Open vraag

Maak een vraagzin:
Harry's garden has got a swimming pool.

Slide 7 - Open vraag

Maak een vraagzin:
She has got a new haircut.

Slide 8 - Open vraag

Maak een vraagzin:
His new bike is fantastic.

Slide 9 - Open vraag

Maak een vraagzin:
The trees have got taller lately.

Slide 10 - Open vraag

Grammar 8
Plural (meervoud)

Slide 11 - Tekstslide

Plural
Zelfstandige naamwoorden zet je meestal in het meervoud door een  -s erachter te schrijven.       
 dog - dogss

Slide 12 - Tekstslide

Maar...
- Eindigt het woord op een -s klank --> +es
    Bus -->  Buses
- Eindigt het woord op -f of -fe --> f/fe +ves (f/fe verdwijnt!)
    Knife --> Knives
    Leaf -->  Leaves
- Eindigt het woord op medeklinker + y -->  y +ies (y verdwijnt!)
   City--> Cities

- Ook...
 hero -> heroes / tomato -> tomatoes / potato -> potatoes

Slide 13 - Tekstslide

Eigen vormen in meervoud:
child - children
woman - women
man - men
foot - feet
tooth - teeth
mouse - mice

Slide 14 - Tekstslide

Zet in het meervoud:
Click

Slide 15 - Open vraag

Zet in het meervoud:
Shoe

Slide 16 - Open vraag

Zet in het meervoud:
Statue

Slide 17 - Open vraag

Zet in het meervoud:
Tooth

Slide 18 - Open vraag

Zet in het meervoud:
Face

Slide 19 - Open vraag

Zet in het meervoud:
Guy

Slide 20 - Open vraag

Zet in het meervoud:
Fox

Slide 21 - Open vraag

STEL...
Ik geef je nu een lijst van stones (zinnen) die je voor morgen moet leren. 
Hoe pak jij dit aan?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe leer jij een nieuwe lijst met zinnen?

Slide 24 - Open vraag