Les 2 - §4.1 World: a world of difference

In welk land heeft de gemiddelde Nederlander de hoogste koopkracht? (Ze staan op volgorde van rijk naar arm)
A
Noorwegen
B
Engeland
C
Polen
D
Nigeria
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

In welk land heeft de gemiddelde Nederlander de hoogste koopkracht? (Ze staan op volgorde van rijk naar arm)
A
Noorwegen
B
Engeland
C
Polen
D
Nigeria

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de armoedegrens?

Slide 2 - Open vraag

Planning
Door met §4.1
  • Ontwikkelingslanden
  • Informele sector
  • BBP/Capita

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen §4.1
Armoedegrens: De hoeveelheid geld die je minimaal nodig hebt. Dit verschilt van land tot land
Koopkracht: Hoeveel je kunt kopen voor een euro of dollar in een land
Ontwikkelingslanden: Deze landen zijn niet de rijke geïndustrialiseerde landen waar we zelf wonen, maar ze zijn over het algemeen armer.
Informele sector: Het onofficiële deel van de economie. Ook bekend als de zwarte markt. Deze inkomens komen niet voor in de statistieken van de overheid
BBP/capita: Het geld wat er in een land in totaal wordt verdiend gedeeld door het aantal mensen

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan als je denkt aan ontwikkelingslanden?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wat zijn belangrijke kenmerken van ontwikkelingslanden?

Slide 7 - Woordweb

Ontwikkelingslanden
Ontwikkelingslanden: Deze landen zijn niet de rijke geïndustrialiseerde landen waar we zelf wonen, maar ze zijn over het algemeen armer.

Deze landen hebben vaak:
  • Geen goede educatie
  • Geen goede infrastructuur
  • Weinig goede banen
  • Geen goede zorg


Slide 8 - Tekstslide

Informele sector
Informele sector: Het onofficiële deel van de economie. Ook bekend als de zwarte markt. Deze inkomens komen niet voor in de statistieken van de overheid

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke kenmerken van ontwikkelingslanden zag je in het filmpje?

Slide 11 - Woordweb

BBP/Capita
BBP/capita: Het geld wat er in een land in totaal wordt verdiend gedeeld door het aantal mensen

Slide 12 - Tekstslide

Stelling: Het geld wat wordt verdiend in de informele sector is deel van het BBP/capita
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Bonus: Land A en Land B hebben het zelfde BBP/Capita, maar het modale inkomen (het inkomen wat de meeste mensen in een land verdienen) in Land A is hoger dan in Land B. Hoe kan dit?

Slide 14 - Open vraag

Huiswerk
1, 5 van §4,1

Slide 15 - Tekstslide