Unit 4, ondersteunen bij de ADL, steunkousen

Ik weet wat een laag complexe zorgvrager is
Ja
Nee
1 / 35
volgende
Slide 1: Poll
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ik weet wat een laag complexe zorgvrager is
Ja
Nee

Slide 1 - Poll

Slide 2 - Tekstslide

Complexiteit zorgvrager

Complex betekent moeilijk of ingewikkeld

 Laag complex   
Midden complex
Hoog complex

Slide 3 - Tekstslide



Verzorgend wassen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Voordelen zorgend wassen voor de cliënt

Slide 7 - Woordweb

Voordelen zorgend wassen voor de zorgverlener

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Juiste houding                                     gebruik een Care chair

Slide 11 - Tekstslide

Twee vingers onder de knie
Tenen vrij
Let op huidbeschadigingen
Controleer bloedcirculatie (knellen, tintelingen, irritatie,)
In overleg ‘s-nachts uittrekken

Slide 12 - Tekstslide

Protocol verkort

Voordat zorgvrager uit bed gaat, kous aan
Let op links en rechts
Is het been droog en schoon
Gebruik hulpmiddelen
Trek kous aan zodat geen rimpels ontstaan

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hulpmiddelen 
Easy slide
Doff'n donner
Eritek

Slide 15 - Tekstslide

Zijn er nog vragen over:


uitscheiding van:
Transpiratie
Menstruatie
Sputum
Braaksel

Slide 16 - Tekstslide

Bij confectieve afvoer verliest het lichaam warmte door:
A
Het afgeven van warmte aan bijvoorbeeld een koude muur
B
Het afgeven van warmte aan een luchtstroom
C
Doordat het lichaam water verdampt
D
Het afgeven van warmte door kleding

Slide 17 - Quizvraag

Verhoogde zweetsecretie is NIET normaal bij:
A
Bij spierarbeid
B
Warm weer
C
Warme keding
D
Iemand in rust is

Slide 18 - Quizvraag

Noem 3 dingen waar je extra op moet letten bij de zorgvrager bij overmatig transpireren.

Slide 19 - Open vraag

Explosief braken kan duiden op een hersentumor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Braken is een prikkeling in de hersenen. Wat kan deze prikkeling NIET veroorzaken?
A
Nervositeit
B
Prikkeling maagslijmvlies
C
Hersenschudding
D
Ondertempertuur

Slide 21 - Quizvraag

Zwart braaksel wat heel erg ruikt kan duiden op ontlasting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Roze sputum kan komen door het eten van bietjes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Sputum wat helder en slijmerig is
kan duiden op:
A
Hooikoorts
B
Bronchitis
C
Een luchtweginfectie
D
Niets bijzonders, iedereen heeft sputum

Slide 24 - Quizvraag

Gezonde urine
Bevat bacteriën, eiwitten of pus
Mogelijk eiwit in urine
Dehydratie of nierproblemen

Slide 25 - Sleepvraag

Tekst
Hoe voorkom je smetten?
Deppend drogen

Dik insmeren barrière crème
Gebruik zeep
Engels pluksel tussen de huidlagen
Draag katoenen kleding

Slide 26 - Sleepvraag

Een mogelijke oorzaak van stopverf kleurige feces is...
A
Overmatig alcoholgebruik
B
Wormen
C
Onvoldoende galproductie
D
Te veel gal

Slide 27 - Quizvraag

Stomatitis is
A
mondslijmvlies ontsteking
B
slecht ruikende adem
C
ontsteking aan een stoma
D
geen enkel antwoord is juist

Slide 28 - Quizvraag

GEEN oorzaak van stomatitis is:
A
Koorts
B
Verminderde weerstand
C
Bewusteloosheid
D
Te weinig vezels eten

Slide 29 - Quizvraag

Ogen maak je schoon:
A
Van buiten naar binnen
B
Van binnen naar buiten

Slide 30 - Quizvraag

Tekst
_________________________________________
______________________________________________________________________
____________________________________________________________________
Lederhuid
(Dermis)

Opperhuid
(Epidermis)
Onderhuids bindweefsel
(Subcutis)

Slide 31 - Sleepvraag

normale frequentie feces
A
iedere dag
B
om de twee dagen
C
iedere 2 tot 3 dagen
D
van iedere dag tot 2 keer in de week

Slide 32 - Quizvraag

Een ander woord voor feces is?
A
Incontinentie
B
Ontlasting
C
Diarree
D
Creme

Slide 33 - Quizvraag

bij opvangen van feces mag er .......... urine bij de feces in komen
A
wel
B
geen

Slide 34 - Quizvraag

Volgende week  unit 5
Lezen:
5.18 het bed van de zorgvrager

Slide 35 - Tekstslide