1.1 Hoe ontstond de industrie les 2

1.1  Hoe ontstond de industrie?
Les 2 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.1  Hoe ontstond de industrie?
Les 2 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhaling/ terugblik vorige les
Uitleg
Zelfstandig aan het werk
Nabespreken 

Slide 2 - Tekstslide

In welke tijdvak vond de industriële revolutie plaats?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van burgers en stoommachines
C
Tijd van de wereldoorlogen
D
Tijd van de televisie en de computer

Slide 3 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij als je denkt aan oude en nieuwe energiebronnen?
A
trekschuit
B
windmolen
C
stoomboot
D
zeilboot

Slide 4 - Quizvraag

Leg het verschil tussen grondstoffen en eindproducten uit.

Slide 5 - Open vraag

Betekenis van; Huisnijverheid
A
Een huis waar gezamenlijk goederen worden verhandelt
B
Een huis waar machines staan om te werken
C
Werk (weven/ spinnen) verricht vanuit huis

Slide 6 - Quizvraag

Welk voordeel heeft een stoommachine in vergelijking met spierkracht?
A
Stoommachines zijn groter.
B
Stoommachines kunnen overal neergezet worden.
C
Stoommachines worden minder snel moe.
D
Je hebt minder mensen nodig.

Slide 7 - Quizvraag

Voor de industriële revolutie
Oude energiebronnen:
  1. spierkracht
  2. dierkracht
  3. waterkracht
  4. windkracht

Slide 8 - Tekstslide

Industriële revolutie
Vanaf 1750 in Engeland
Vanaf 1850 in NL.
Op een gegeven moment is de vraag naar bijv. lakens hoger dan het aanbod. Er moet dus iets veranderen om werk sneller te maken ....

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ook industrie in Nederland?
De industrie in Nederland liep in de 18e eeuw achter op andere landen:
- Geld voor investeringen bij de was door dure oorlogen op.
- Ondernemers waren nog tevreden met wind- en watermolens

Gevolg:
- nauwelijks fabrieken
- geen goede infrastructuur

Rond 1850 probeerde Koning Willem  de Nederlandse handel en industrie te ontwikkelen: 
  • aanleg van spoorlijnen, kanalen en bruggen zodat grondstoffen en producten beter vervoerd konden worden.


Slide 11 - Tekstslide

Ook industrie in Nederland.


Koninkrijk der Nederlanden.
Na de Bataafse revolutie vluchtte de Stadshouder Willem V naar Engeland en zijn zoon ook...( heet ook Willem)
De zoon werd in 1815  gevraagd om koning te worden. 

Koning Willem 1 wilde mee met vernieuwingen --> aanleg spoorlijnen, kanalen en bruggen (infrastructuur).


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

van kleine bedrijfjes  thuis.... huisnijverheid...
... naar grootschalige  fabrieken waar machines  het meeste werk doen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De tractor
B
De katoenplukmachine
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maken : 

Opdracht 7 t/m 11 
BLZ 13 t/m 15 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide