2km Lezen H1 les 4 b2n

Welkom!

Kom rustig binnen. (Je telefoon staat al uit.)

Begroet je docent. 

Doe je telefoon in de bak.   

Desinfecteer je handen. 


Ga op je plek zitten, doe je mondkapje af en pak je spullen. 

  • lesboek Nieuw Nederlands
  • groot schrift (A4) open bij opdracht 3-4 blz. 15-17
  • etui
  • leesboek
Wacht rustig tot de les begint. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Kom rustig binnen. (Je telefoon staat al uit.)

Begroet je docent. 

Doe je telefoon in de bak.   

Desinfecteer je handen. 


Ga op je plek zitten, doe je mondkapje af en pak je spullen. 

  • lesboek Nieuw Nederlands
  • groot schrift (A4) open bij opdracht 3-4 blz. 15-17
  • etui
  • leesboek
Wacht rustig tot de les begint. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik kan het onderwerp van een tekst vinden.

Ik kan deelonderwerpen van een tekst vinden.


Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
  • opening/welkom
  • stil lezen
  • nakijken opdracht 2
  • maken opdracht 3 en 4 
  • nakijken opdracht 3 en 4
  • nieuwsquiz
  • evaluatie les 

Slide 3 - Tekstslide

Stil lezen
Pak je boek. 
Je blijft stil. 
Ik zie je lezen.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

In de lessen...
... gaan we veilig, vriendelijk en verantwoordelijk met elkaar en onze spullen om.  

... werken we optimaal en ongestoord





Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Lezen H1 blz. 12 Onderwerp en deelonderwerpen
Lees de tekst eerst oriënterend en stel dan de vraag: 
Waarover gaat de hele tekst? Het antwoord op 
deze vraag is het onderwerp van de tekst. 

Indeling van een tekst: 
  • inleiding - je maakt kennis met het onderwerp
  • middenstuk
  • slot - vaak herhaling van het belangrijkste

Slide 7 - Tekstslide

In het middenstuk lees je over verschillende delen van het onderwerp. Dit zijn de deelonderwerpen


Meestal wordt er in één alinea 

één deelonderwerp behandeld.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe vind je een deelonderwerp?
Als je heel snel wilt weten wat de deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je een tekst globaal.

Bij globaal lezen lees je:
de eerste alinea helemaal en daarna de eerste en de laatste zin van elke alinea.  

Je kunt vaak ook gebruik maken van tussenkopjes!

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
Hoe?
  1. Kijk met een andere kleur pen na. 
  2. Zet een krul als je antwoord goed is. 
  3. Is het niet goed? Zet een kruisje en                                          daarachter het juiste antwoord.   

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 13-14
  1.  B een artikel
  2.  papegaaiduikers
  3.  al. 2 - flirten in het voorjaar
  • al. 3 - nesten en broeden
  • al. 4 - voeden
  • al. 5 - uitvliegen

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 13-14
4
  • a onvindbaar     7 spoorloos
  • b uithangen       1 zich bevinden
  • c stek                    5 plek
  • d van pas komen 2 gebruikt worden
  • e volbracht         6 klaar
  • f verkassen        3 vertrekken
  • g mysterieuze  4 raadselachtige

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 13-14
  • 5 Zij zoeken een plekje om te broeden en om een jong groot en sterk te laten worden.
  • 6 Papegaaiduikers gebruiken twijgjes, blaadjes, veren en zeewier voor hun nest.
  • 7 je antwoord is goed als je de volgorde van de tijd (de chronologische volgorde) uitgelegd hebt. Bijvoorbeeld: De volgorde is logisch, omdat de tekst begint met het landen op de kust en het begin van het broedseizoen (lente). Dan lees je in de juiste volgorde wat ze daarna doen totdat ze weer wegvliegen als het broedseizoen is afgelopen (einde zomer / begin herfst).


Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 3 en 4 op blz. 15 -17 

Klaar? Lees je boek. 
Je bent rustig aan het werk. Als het verkeerslicht op 
oranje staat, mag je fluisterend een vraag stellen aan je 
buurman of buurvrouw. Als het licht op rood staat, ben je helemaal stil. 
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 15
  • 1 alleen leven
  • 2 Nee, want er zitten evenveel voordelen als nadelen aan leven in groepsverband. Voordelen:
  •           1 de jongen worden goed beschermd;
  •          2 roofdieren worden eerder opgemerkt;
  •          3 er kan worden samengewerkt om voedsel te krijgen.
  • Nadelen:
  •          1 het gevonden voedsel moet gedeeld worden;
  •          2 de kans op ontdekking door roofdieren is groter;
  •          3 er is meer kans op overdracht van besmettelijke ziektes.

Slide 15 - Tekstslide

opdracht 3
  • 3 solitair (want dieren die leven in groepsverband worden eerder ontdekt door roofdieren (al. 2))
  • 4 Papegaaiduikers leven solitair, want ze komen alleen bij elkaar om te paren. of: Papegaaiduikers leven in groepsverband, maar alleen om te paren en om de jongen groot te brengen.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4
  • 1 twee meisjes die hard lachen
  • 2 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Vanochtend heb ik nog gelachen om een gekke reclame.
  • 3 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik lachte samen met een klasgenoot.
  • 4 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Wij moesten grinniken, want het was niet hilarisch.
  • 5 ja (het onderwerp is ‘lachen’)

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 4
6
  • a verslappen               5 niet meer gespannen staan
  • b blaas                           7 zakje in het lichaam waar je urine (‘plas’) in zit
  • c ervaren                      4 meegemaakt
  • d waarschijnlijk         6 vermoedelijk
  • e verklaren                   1 duidelijk maken
  • f de productie             3 het maken
  • g geforceerd               2 gedwongen


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 4
  • 7 hormonen
  • 8 bijvoorbeeld: Tip tegen de slappe lach of: Zo kom je van de slappe lach af
  • 9 bij alinea 2
  • 10 B bij alinea 3 en 4
  • 11 Hormonen zijn stofjes die in je hersenen aangemaakt worden.
  • 12 De oorzaak van slappe lach ligt in onze spiegelneuronen. Deze hersencellen zorgen ervoor zorgen dat we het gedrag van anderen nadoen, (al. 3)  Bij pubers is de reactie op gezichtsuitdrukkingen (zoals blijdschap) veel sterker dan bij volwassenen. (al. 4)
  • 13 A De schrijver wil informatie geven.
  • 14 a waar
  • b waar
  • c waar

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 5
  • a – al. 2
  • b – al. 5
  • c – al. 3
  • d – al. 5
  • e – al. 2


Slide 20 - Tekstslide

Nieuwsquiz

Je maakt de nieuwsquiz in LessonUp. 

Je blijft stil. 

Je zit niet op andere sites.

Ben je klaar? Lees je boek.


 



  





timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk

Datum:  dinsdag 14 september 2e lesuur

  • Leer de theorie op blz. 12 en in LessonUp. 
  • Maak opdracht 3 en 4 op blz. 16-17

Datum: woensdag 22 september
Toets H1 en 2 lezen
Leer de theorie op blz. 212, 12 en 38 + aantekeningen 

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie les
  1. Wat heb je deze les geleerd?
  2. Wat ging deze les goed?
  3. Waar gaan we de volgende les met elkaar op letten / voor zorgen?

veilig - vriendelijk - verantwoordelijk - optimaal - ongestoord

Slide 23 - Tekstslide

Opruimen en vertrekken
Stop al je spullen in je tas. (Als de docent dit zegt!)
Is je tafel helemaal leeg en schoon?
Is de grond onder en rondom je tafel helemaal opgeruimd?

Wacht tot je docent zegt dat je mag vertrekken. 
Zet je tafel recht en schuif je stoel aan. 
Verlaat rustig het lokaal. 

Slide 24 - Tekstslide