Samengestelde zinnen

Vak: Nederlands
Samengestelde zinnen maken
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Samengestelde zinnen maken
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop dicht
Tas op de grond.
Geen eten of drinken
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze deze les kan je:
- Samengestelde zinnen herkennen
- Samengestelde zinnen maken en voegwoorden gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

10 december 2024
Wat: Par 1.3
Wanneer: 11:20-12:10 en 14:20-15:10
Hoe: Gezamelijk/zelfstandig werken
Klaar: Par. 1.3 opdrachten maken
HW: Par. 1.3 opdrachten maken
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: Voegwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Het schrijven van een goed artikel

- Een zakelijke tekst schrijven.
- Formeel taalgebruik.
-  Tekstopbouw (inleiding, middenstuk, slot).
- Gebruik van voegwoorden bij samengestelde zinnen. 
-  Persoonsvormen (t.t. en v.t.) en voltooid deelwoorden op de juiste manier spellen.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik periode 1 in verhouding tot periode 2
- Tekstopbouw
- Signaalwoord
- Argument
- Mening
- Conclusie
- Tekstdoel

Slide 6 - Tekstslide

De 'inleiding' is het langste deel van de tekst en behandelt het onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

In de kern lees je vaak over deelonderwerpen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Het slot bevat meestal een conclusie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een tekst kan meerdere tekstdoelen hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

In een tekst geven signaalwoorden ALLEEN het verband aan tussen zinnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

"Op scholen moet veel meer gedaan worden aan stress bij jongeren."
Dit is een feit!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In het slot staat het woord 'dus' vaak als een signaalwoord?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Filmpje
- Wat is een samengestelde zin? 
- Wat valt je op aan de voegwoorden?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Samengestelde zinnen:

  1. Bestaan uit 2 of meer korte zinnen.
  2. Hebben meerdere persoonsvormen.
  3. Zijn vaak door een voegwoord aan elkaar geplakt.

Vóór het voegwoord staat altijd een komma, behalve bij het voegwoord 'en'.

Slide 16 - Tekstslide

Filmpje
- Wat valt je op aan een samengestelde zin? 
- Wat valt je op aan de voegwoorden?

Slide 17 - Tekstslide

Kevin heeft een boek geleend.
Hij leest daar dagelijks in.


timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

Ik trek een dikke jas aan.
Ik krijg het niet koud.
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

Ik moet met de bus naar school.
Mijn band is lek.

De woorden in de 2e zin moeten veranderen van volgorde.
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen zijn te laat op school.
De brug stond open.


timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

De boeren zijn boos.
Ze zijn het niet eens met de minister.

Maak een samengestelde zin. De volgorde mag je veranderen.

timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Terugblik vorige les
- Wat is een samengestelde zin?
- Wat is de functie van voegwoorden in een tekst?

Slide 23 - Tekstslide

Begeleid oefenen
Wat: Tekst aanpassen met gebruik van voegwoorden
Hoe: Tweetal werken
Hulp: Docent
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Klassikaal tekst bespreken
Klaar: Par. 1.3 opdrachten 3 t/m 6 + 8

Slide 24 - Tekstslide

Instructie
Bij de volgende opdracht maak je zelf een samengestelde zin van de gehele tekst.

Je let op hoofdletters, spelling en leestekens.

Je let ook op een goede volgorde van de woorden.

Slide 25 - Tekstslide

Tekst zonder voegwoorden
Afgelopen weekend ben ik naar bibliotheek geweest.
De bibliotheek was helaas nog niet open.
De openingstijden in de bibliotheek zijn anders dan door de weeks.
Ik moest wachten totdat de bibliotheek open was.
Ik was op zoek naar een speciaal boek voor mijn dochter.
Mijn dochter houdt van auto’s.
Het boek kon ik niet vinden.
Ik had hulp nodig van een medewerker.
Dit boek was uitgeleend.
Ik kon hem wel reserveren.
Ik heb een ander boek voor haar meegenomen.
Ze was erg verdrietig.

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Tekst met voegwoorden
Afgelopen weekend ben ik naar de bibliotheek geweest, maar de bibliotheek was helaas nog niet open.
De openingstijden in de bibliotheek zijn anders dan door de weeks en ik moest wachten totdat de bibliotheek open was.
Ik was op zoek naar een speciaal boek, want mijn dochter houdt van auto’s.
Het boek kon ik niet vinden dus ik had hulp nodig van een medewerker.
Dit boek was uitgeleend, maar ik kon hem reserveren.
Ze was erg verdrietig, omdat ik een ander boek voor haar heb meegenomen.
Ik heb een ander boek voor haar meegenomen, maar ze was erg verdrietig.


Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Par. 1.3 opdrachten 3 t/m 6 + 8 maken
timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Kies het juiste woord.

Voor een voegwoord zet je........


A
een spatie.
B
een komma.
C
een komma en dan een spatie.
D
een spatie en daarna een komma.

Slide 29 - Quizvraag

Waar of niet waar

Een voegwoord staat altijd tussen de twee zinnen van een samengestelde zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.

Hoe meer zinnen ik aan elkaar plak, hoe .................... mijn zin is.
A
duidelijker
B
onduidelijker

Slide 31 - Quizvraag

Waar of niet waar

Een samengestelde zin heeft altijd een voegwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.

Hoe meer zinnen ik aan elkaar plak, hoe .................... de kans dat ik fouten maak.
A
groter
B
kleiner

Slide 33 - Quizvraag

Op een dag wil ik graag bungeejumpen in Thailand.

Dit is een samengestelde zin.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

De hond wil graag naar buiten, maar zijn baasje heeft daar geen zin in.

Is dit een samengestelde zin?
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

De hond wil graag naar buiten, maar zijn baasje heeft daar geen zin in.

Waarom is dit is een samengestelde zin?

Slide 36 - Open vraag

Vooruitblik
HW:
- Je leesboek van de mediatheek meenemen + Nederlands werkboek
- Leertekst par. 1.7 lezen

Slide 37 - Tekstslide