Paragraaf 7.1

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je schrift open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij deze lessonup op jouw iPad.

timer
4:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je schrift open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij deze lessonup op jouw iPad.

timer
4:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?
Huiswerk nakijken
Uitleg
Samen oefenen

Aan het werk! 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Bij een situatie een regel in woorden maken
Een pijlenketting bij een regel in woorden maken
Met een pijlenketting rekenen

Slide 5 - Tekstslide

Tel de benen.
Hoeveel benen?

Slide 6 - Open vraag

Vul de tabel verder in.
Waarom geen 15 benen in de eerste kolom?

Slide 7 - Open vraag


Slide 8 - Open vraag

Hoeveel paarden horen er bij 68 benen?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Hoeveel verdient Johan als hij op een dag 10 pizza's bezorgd?
A
10,-
B
25,-
C
45,-
D
100,-

Slide 11 - Quizvraag

Stappenplan
Pijlenketting

Wat staat er onder het IN- getal?
Wat staat er onder het UIT-getal?

Wat zet je boven de pijl? + - x of :

Slide 12 - Tekstslide

Noble verkoopt kaartjes voor een voetbalwedstrijd voor €10,- per stuk.
....
aantal kaartjes ---> verdiensten
Wat moet er boven de pijl staan?
A
: 10
B
x 10
C
+ 10
D
- 5

Slide 13 - Quizvraag

Jolanda en Remco sparen iedere maand een bedrag. Zie de pijlenketting.

Hoeveel heeft Jolanda gespaard na vijf maanden?

Slide 14 - Open vraag

Jolanda en Remco sparen iedere maand een bedrag. Zie de pijlenketting.

En hoeveel heeft Remco gespaard na vijf maanden?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel euro had Remco voordat hij begon met sparen?
A
5 euro
B
10 euro
C
15 euro
D
20 euro

Slide 16 - Quizvraag


De leerlingen gaan kanovaren. Per drie leerlingen is er één kano nodig. Om het aantal kano’s te berekenen is er een pijlenketting gemaakt.
Hoeveel kano’s zijn er nodig als er 24 leerlingen meegaan?

A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 17 - Quizvraag


Uiteindelijk gaan er 38 leerlingen mee op schoolreis. Zijn er 12 of 13 kano’s nodig?
A
12
B
13

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag!
maken: opdracht 1 t/m 8 (blz 230)

Slide 19 - Tekstslide