23-11-15 1A1 BS 4 deel twee

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wolkom!

Gean lekker sitten.

Mobyl graach yn 'e tas!

De planning:

- Korte terugblik op vorige les

- Leerdoelen

- Uitleg basisstof 4 (deel 2)

- Aan de slag!

- Leerdoelen controleren

- Afronden

Terugblik vorige les

Leg de volgende begrippen uit:

Celorganellen

Celmembraan

Cytoplasma

Celkern

Kernmembraan

Kernplasma

Leerdoelen:

- Je kan uitleggen wat de functie is van de celkern

- Je kan uitleggen welke 3 soorten plastiden er zijn

- Je kan uitleggen wat de functie is van plastiden

Uitleg basisstof 4

Verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen. 

Plantaardige cellen

Een plantaardige cel moet erg stevig zijn. 

Daarom heeft een plantaardige cel niet alleen een celmembraan, maar óók een celwand!

Deze zit aan de buitenkant van de cel.

Een dierlijke cel heeft geen celwand.

Vacuole

Plantaardige cellen hebben een soort blaasje in de cel.

Dit heet de vacuole.

De vacuole is lijkt op een ballonnetje, en is gevuld met vocht.

Het zorgt, samen met de celwand, voor stevigheid.

Plastiden

De organellen in een plantaardige cel die voor fotosynthese zorgen, heten plastiden. Dit zijn kleine korrels.

Er zijn 3 soorten plastiden:

• Bladgroenkorrels
• Kleurstofkorrels
• Zetmeelkorrels

Bladgroenkorrels

Bladgroenkorrels zorgen voor de groene kleur van een plant.

Daarnaast vindt fotosynthese plaats

 in bladgroenkorrels.

Als een plant geen bladgroenkorrels heeft, kan het dus ook geen energie maken.

Bladgroenkorrels in een blad

Kleurstofkorrels

Bloemen en het fruit van planten krijgen hun mooie kleur dankzij de kleurstofkorrels. 

Dit zorgt bijvoorbeeld voor

 de oranje kleur van wortels, de rode kleur van tomaten of de gele kleur van een paardebloem.

Zetmeelkorrels

Zetmeelkorrels hebben geen kleur. Als je ze onder de microscoop wil zien, moet je een kleurstof toevoegen.

In zetmeelkorrels zit zetmeel opgeslagen.

Zetmeelkorrels kan je vinden in aardappelen en maïs.

Veranderen van soort

Plastiden kunnen veranderen van soort.

Zo kan de plant zich aanpassen en groeien.

Een bladgroenkorrel kan veranderen in een kleurstofkorrel

als een vrucht rijp wordt.

Verschillen en overeenkomsten

Andere organellen

Er zijn nog veel meer organellen die zowel in plantaardige als dierlijke cellen zitten. 

Zo heb je nog mitochondriën. Deze organellen zetten glucose en andere suikers om in energie.

Hoe meer mitochondriën in een cel, hoe meer energie deze cel heeft.

Andere organellen

Daarnaast heb je ook de ribosomen.

Ribosomen maken de eiwitten die de cel nodig heeft.

Bijvoorbeeld de eiwitten waar de celmembraan of het kernmembraan van gemaakt zijn.

Einde uitleg!

Zijn er nog vragen?

Aan de slag!

Maken: vraag 3, 4, 5, 6 en 8 op blz. 116 t/m 121

Tijd: tot .... : .... uur

Vraag? Lees de tekst nog eens, of vraag buurpersoon

Klaar? Nakijken met een nakijkboek. Ligt klaar bij bureau docent. Terug leggen als je klaar bent a.u.b.

Leerdoelen controleren:

- Je kan uitleggen wat de functie is van de celkern

- Je kan uitleggen welke 3 soorten plastiden er zijn

- Je kan uitleggen wat de functie is van plastiden

Joe joe!