Vermogen en Stroomsterkte

Vermogen en Stroomsterkte
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vermogen en Stroomsterkte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Vermogen uitleggen
- Stroomsterkte berekenen
- Vermogen van apparaten berekenen
- Omrekenen van watt naar kilowatt

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les aan de leerlingen.
Wat weet je al over vermogen en stroomsterkte?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vermogen?
Vermogen is de hoeveelheid energie die per seconde wordt omgezet.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat vermogen is en waar het voor wordt gebruikt.
Hoe bereken je stroomsterkte?
Stroomsterkte is de hoeveelheid elektrische lading die per seconde door een apparaat gaat. Stroomsterkte wordt gemeten in ampère (A).

Slide 5 - Tekstslide

Laat aan de hand van een voorbeeld zien hoe je stroomsterkte berekent.
Hoe bereken je vermogen?
Vermogen is gelijk aan stroomsterkte vermenigvuldigd met spanning. Vermogen wordt gemeten in watt (W).

Slide 6 - Tekstslide

Laat aan de hand van een voorbeeld zien hoe je vermogen berekent.
Omrekenen van watt naar kilowatt
Een kilowatt (kW) is gelijk aan 1000 watt (W).

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe je watt naar kilowatt omrekent aan de hand van een voorbeeld.
Voorbeeldopgave stroomsterkte
Een apparaat heeft een spanning van 12V en er gaat een stroom van 2A doorheen. Bereken het vermogen  van het apparaat.

Slide 8 - Tekstslide

Laat de leerlingen in groepjes deze opgave maken en bespreek daarna de uitkomst.
Voorbeeldopgave vermogen
Een apparaat heeft een spanning van 230V en er gaat een stroom van 0.5A doorheen. Bereken het vermogen van het apparaat.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen in groepjes deze opgave maken en bespreek daarna de uitkomst.
Samenvatting
Vermogen is de hoeveelheid energie die per seconde wordt omgezet. Stroomsterkte bereken je door de hoeveelheid elektrische lading per seconde te meten. Vermogen bereken je door stroomsterkte te vermenigvuldigen met spanning. Een kilowatt is gelijk aan 1000 watt.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen of ze nog vragen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.