1TL wk3_3 Draaisymmetrie

Binnen =beginnen
  • Jassen uit
  • telefoon in de telefoontas
  • Boek open op blz. 70 en maak opgave 2,3 en 4 
  • Jassen uit
  • Telefoon in je kluisje
  • Start LessonUp met je EIGEN naam
  • Boek en schrift bij de hand
H8.3 Draai- (en punt)symmetrie
Binnen = Beginnen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Binnen =beginnen
  • Jassen uit
  • telefoon in de telefoontas
  • Boek open op blz. 70 en maak opgave 2,3 en 4 
  • Jassen uit
  • Telefoon in je kluisje
  • Start LessonUp met je EIGEN naam
  • Boek en schrift bij de hand
H8.3 Draai- (en punt)symmetrie
Binnen = Beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Binnen =beginnen
  • Jassen uit
  • telefoon in de telefoontas
  • Boek open op blz. 70 en maak opgave 2,3 en 4 
  • Jassen uit
  • Telefoon in je kluisje
  • Start LessonUp met je EIGEN naam
  • Boek en schrift bij de hand
H8.3 Draai- (en punt)symmetrie
Binnen = Beginnen

Slide 2 - Tekstslide

Symmetrie

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • weet je of een figuur  draaisymmetrisch (of niet) is.
  • weet je hoeveel draaihoeken een figuur heeft.

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen

  • Draaisymmetrie: als een figuur na een halve draai of minder op zichzelf past. 
  • Draaihoek: wanneer een figuur precies op zichzelf past wanneer je het draait.

Slide 5 - Tekstslide

Lijnsymmetrie (vorige les)
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijnsymmetrie. Heb je een spiegeltje?  Hiermee kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. 
Leg het spiegeltje op de 
vouwlijn van de figuur. 
Zie je nu de hele figuur dan 
is deze figuur lijnsymmetrisch.

Slide 6 - Tekstslide


Is de rode lijn s een spiegelas in deze figuur?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Draaisymmetrie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.
Het moet een halve draai zijn of minder dan een halve draai.


Slide 10 - Tekstslide

Je kan een figuur in alle standen draaien,
bv een kwart draai.
Maar als we het hebben over draaisymmetrisch bedoelen we dat je een figuur draait zo dat het figuur weer precies hetzelfde is gebleven.

Slide 11 - Tekstslide

De figuur is nu op verschillende manieren gedraaid.

Maar is niet draaisymmetrisch.
Het past niet op elkaar.

Slide 12 - Tekstslide

 Niet draaisymmetrisch (hele draai)
draaisymmetrisch over 
een halve draai.

Slide 13 - Tekstslide

Het logo hiernaast kan je in 3 stappen draaien. 
(het gaat alleen om het logo, niet het witte vierkant eromheen)

Aan de rode stip kan je zien dat het figuur in 3 stappen is gedraaid
         beginstand           1                            2                        3                   

Slide 14 - Tekstslide

In hoeveel stappen (met gelijkblijvend figuur) kan je de figuur ronddraaien tot de beginstand?

Slide 15 - Tekstslide

In hoeveel stappen (met gelijkblijvend figuur) kan je de figuur ronddraaien tot de beginstand?
Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur verandert.
4 keer dus!
 beginstand        1                   2                   3                   4
.
.
.
.
.

Slide 16 - Tekstslide

De bloem is na 6 stapjes helemaal rond:

Het molentje is in 4 stapjes helemaal rond.

Slide 17 - Tekstslide

Welke van de figuren is draaisymmetrisch?
niet
wel

Slide 18 - Sleepvraag

Draaisymmetrie
In hoeveel stapjes gaat dit molentje 'draaisymmetrisch' rond?

Slide 19 - Tekstslide

Draaisymmetrie
In hoeveel stapjes gaat dit molentje 'draaisymmetrisch' rond?
1
2
4
3
5

Slide 20 - Tekstslide

In hoeveel gelijke stappen kan deze figuur draaien?
A
6
B
4
C
8
D
2

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Deze afbeelding is
lijn-
symmetrisch
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Deze afbeelding is ook
draai-
symmetrisch
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze afbeelding is ...
A
lijnsymmetrisch
B
draaisymmetrisch
C
niet symmetrisch

Slide 26 - Quizvraag

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Alleen lijn symmetrie
B
Alleen draaisymmetrie
C
Lijn- en draaisymmetrie
D
Asymmetrisch (geen symmetrie)

Slide 28 - Quizvraag

Welke symmetrie herken je in de cijfers hieronder?
Geen symmetrie
lijnsymmetrisch
draaisymmetrisch

Slide 29 - Sleepvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Lijn symmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Asymmetrisch

Slide 30 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken met buurvrouw/buurman, kijk op planner 
                  voor extra oefening.
Maken? H8.3 opdr. 28, 29, 35a en 36 (blz 108-111)

timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Samengevat

  • Draaisymmetrie: als een figuur na een halve draai of minder op zichzelf past. 
  • Figuren kunnen meerdere draaihoeken hebben.

Slide 32 - Tekstslide

Ik kan vertellen wat draaisymmetrie is.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 33 - Quizvraag

Weet ik wat draaisymmetrie is?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Hoe is er vandaag gewerkt ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Huiswerk: 
maak van H8.3 opdr. 28, 29, 35a en 36 
(blz 108-111)
Tot ziens!

Slide 36 - Tekstslide