week 12 Lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welcome to today's class

Today's lesson:

• Prepare for final exam
• How to read ABCD texts
• Choose a text based on your level
• Discuss answers

Goals:

• Understands how to approach ABCD texts
• Can establish their own reading level and practice accordingly 
• Can analyse their mistakes and improve their reading level. 

Wat moet je nog leren?

• Onderdeel A van je examenbundel
• D3 soorten examenvragen
• D4 veelvoorkomende woorden en uitdrukkingen in de vraagstelling
• D5 Signaalwoorden
• Basiswoordenlijst vanaf blz 285 

Onderdeel A

Leer de tekst zoals je zou leren voor je examen geschiedenis of maatschappijleer. 

D4 Veelvoorkomende vraagstellingen

Het is van essentieel belang dat je weet wat je moet doen bij de vraagstelling die je aantreft. 

Dit klinkt logisch, maar dat is het niet altijd. 

Moet je een hoofdgedachte zoeken, een voorbeeld, een mening?

Volgende les nemen we de lijst in detail door!

D5: Signaalwoorden

De allerbelangrijkste lijst in je examenbundel. 

Leer deze, zorg dat je ze kunt dromen.

Basiswoordenlijst

Dit is de basis, het Cito verwacht dat je al deze woorden al kent. 

Neem zelf de lijst door, markeer de woorden die je niet kent en leer deze uit je hoofd. 

Je mag tijdens je examen geen tijd kwijt zijn aan het opzoeken van deze woorden. 

Hoe pak jij een standaard tekst aan zoals op blz 130?

Hoe schat jij je niveau nu in?
Denk ik 1 ster, 2 sterren of 3 sterren.

1 ster

2 sterren

3 sterren

ABCD teksten

Stappenplan ABCD teksten: 

- Kijk eerst naar de titel, plaatje, intro, tussenkopjes.  

Wat is de grote lijn? De grote lijn probeer je steeds in je achterhoofd te houden terwijl je door de tekst werkt.

- Lees de vraag.  

Streep aan in de tekst.  Let op signaalwoorden, maar ook citaten en dubbele punten. 

Stappenplan ABCD teksten

Gaat de vraag over 1 of meer alinea's?  (bijvoorbeeld: What is the main point made in paragraphs 1 and 2?)

Dan staat het antwoord ergens in dat stuk tekst. Lees dus nooit verder.

Gaat het over 1 zin?  (bijvoorbeeld: "citaat" what is meant by this?)

Dan staat het antwoord er vlak boven of onder. 

Bedenk bij het lezen van elke vraag: Wat willen ze van mij weten?  Wat moet ik zoeken bij deze vraag?

Let op! De volgende woorden maken een antwoord in 95% van de gevallen fout: 

NL: altijd, alleen, steeds meer, het meest, vooral. 

ENG: always, only, solely, more, most.  

Gaat de vraag over 1 of meer alinea's?
Bijvoorbeeld: What is the main point made in paragraphs 1 and 2?

Dan staat het antwoord ergens in dat stuk tekst. Lees dus nooit verder.

Gaat het over 1 zin?
Bijvoorbeeld: "citaat" what is meant by this?

Dan staat het antwoord er vaak vlak boven of onder. 

Bedenk bij het lezen van elke vraag:
Wat willen ze van mij weten? Wat moet ik zoeken bij deze vraag? Wat is de grote lijn?

Let op! De volgende woorden maken een antwoord in 95% van de gevallen fout: 

NL: altijd, alleen, steeds meer, het meest, vooral. 

ENG: always, only, solely, more, most.  

Ga in de juiste groep zitten

1 ster , 2 ster of 3 ster teksten. 

Groep 1 ster maakt de tekst samen met mij.

Groep 2 ster maakt de tekst samen. 

Groep 3 ster maakt de tekst samen.