H5: par. 5.5 opg. 82

evenredig?
omgekeerd evenredig?
geen van beide?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

evenredig?
omgekeerd evenredig?
geen van beide?

Slide 1 - Open vraag

6 pompen hebben 8 uur nodig om een waterbassin te vullen; hoeveel uur hebben 18 pompen nodig?
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beiden

Slide 2 - Quizvraag

6 pompen hebben 8 uur nodig om een waterbassin te vullen; hoeveel uur en minuten hebben 18 pompen nodig?

Slide 3 - Open vraag

voor een klus zijn 8 mensen in 15 dagen nodig; hoeveel mensen zijn er nodig in 12 dagen?
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beiden

Slide 4 - Quizvraag

voor een klus zijn 8 mensen in 15 dagen nodig; hoeveel mensen zijn er nodig in 12 dagen?

Slide 5 - Open vraag

voor 8 tegels betaal je 19,20 euro;
hoeveel betaal je voor 36 tegels?
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beiden

Slide 6 - Quizvraag

voor 8 tegels betaal je 19,20 euro;
hoeveel betaal je voor 36 tegels?

Slide 7 - Open vraag

een trap bestaat uit 20 treden, elk 12 cm hoog; uit hoeveel treden bestaat de trap als de treden 15 cm hoog zijn?
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beiden

Slide 8 - Quizvraag

een trap bestaat uit 20 treden, elk 12 cm hoog; uit hoeveel treden bestaat de trap als de treden 15 cm hoog zijn?

Slide 9 - Open vraag

een ei koken duurt 5 minuten; hoe lang duurt het om 4 eieren te koken?
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beiden

Slide 10 - Quizvraag

een ei koken duurt 5 minuten; hoe lang duurt het om 4 eieren te koken?

Slide 11 - Open vraag