Les 2.2 Maligne tumoren

Maligne tumoren
DA1V
Periode 2
Les 2
23 november 2021
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maligne tumoren
DA1V
Periode 2
Les 2
23 november 2021

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom + Rapid
Vragen n.a.v. vorige les
Kahoot!
Lesdoelen
Maligne tumoren
Behandelmethoden
Medicatie
Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kahoot!
https://create.kahoot.it/details/9bb03f96-327f-4d2e-ac26-8cd9650845c5

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je weet wat een maligne tumor inhoudt
Je weet hoe maligne tumoren ontstaan
Je kunt voorbeelden noemen van maligne tumoren
Je weet wat een bronchuscarcinoom is, wat de symptomen zijn en oorzaken
Je weet de verschillende behandelmethoden op het gebied van medicatie  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tumoren
  • Alles wat gezwollen is
  • Benigne en maligne
  • Kwaadaardig = kanker --> kwaadaardige woekering van cellen
  • Celdeling die fout gaat zonder herkenning van het lichaam --> exponentieel 1-2-3-8-16-32 etc.
  • Bij een groot aantal cellen spreek je van tumor of gezwel
  • Vaak spelen risicofactoren mee

Slide 6 - Tekstslide

Alles wat gezwollen is --. een zwelling die is ontstaan door het dikker worden of delen van cellen
In alle gevallen begint het met 1 cel --> er verandert iets in het erfelijke materiaal van de cel, dat noem je mutatie
risicofactoren die mee kunnen spelen zijn roken, zon, asbest, alcohol, voeding (voorbeelden noemen)
Maligne tumoren 
Kwaadaardige tumoren dringen omliggend weefsel binnen en vernietigen dat --> daardoor kan het uitzaaien 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mutatie
Kanker begint altijd met 1 verkeerde cel.
In het erfelijk materiaal van de cel verandert iets. Vaak is er geen oorzaak --> bijv. wel roken/zon dus "externe factoren" --> gezonde cel wordt kankercel. 
Lichaam kan kankercel opruimen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begin stadium
Geen klachten
Geen veranderde waardes in bloedbeeld
Als kanker aan het licht komt, vaak al (verder) gevorderd

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infiltratie
Agressieve groei = infiltratie
Kankercellen groeien door het omliggende weefsel heen van de primaire tumor

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijken naar kanker

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solide en niet-solide kanker
Solide kanker: ontstaat in een orgaan - vast, hecht en stevig

Niet-solide kanker: ontstaat in weefsels of cellen die op verschillende soorten in het lichaam zitten

Slide 12 - Tekstslide

Solide: door ongecontroleerde celdeling ontstaat een tumor. voorbeelden zijn darmkanker, borstkanker, longkanker

Niet-solide: ontstaat in weefsels of cellen die niet in een orgaan zitten maar bijvoorbeeld in het bloed of het lymfestelsel. ze zijn op transport in ons lichaam zo kan het gemakkelijk verspreiden.
voorbeelden: leukemie en lymfeklier kanker als hodgkinlymfoom
Metastasen 
Metastase
Cavitaire metastase

Slide 13 - Tekstslide

Metastase - via lymfe = lymfogene metastase - via haarvaten = hematogene metastase - cavitaire metastase = via holte
- ent metastase is bv na een diagnostische punctie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lymfestelsel
transportsysteem - vervoert lymfe door ons lichaam
- lymfevaten
- lymfeklieren
- lymfeweefsel

Lymfogene metastase: -kwaadaardige cellen kunnen losraken en komen via lymfe elders in lichaam terecht - groei nieuwe tumor - metastase, meestal in lymfeklier die dichtst bij oorspronkelijke tumor ligt 

Slide 15 - Tekstslide

lymfe is kleurloze stof, bescherm tegen virussen en bacteriën die ons ziek kunnen maken 

lymfevaten: kanalen van het lymfesystelsel, komt uiteindelijk in bloed terecht 
lymfeklieren: maken bact. en virus onschadelijk denk aan hals, luchtpijp, oksels, longen buikholte, bekken liezen
lymfeklierweefsel: zit ook in andere organen: keel, mild, darmwand, beenmerg
Hematogene metastase
losraken van cellen uit maligne tumor
via bloed ergens anders in lichaam
hechten en groeien uit tot nieuwe tumor
via bloed kan op grote afstand van 
oorspronkelijke tumor groeien. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënt met kanker 
Ga in twee-tallen in gesprek:
-Wat heb je binnen de praktijk al meegemaakt?
-Welke taak heb jij als DA?
-Denk hierbij ook aan: welke behandelingen ken je? Wat is de impact als je met kanker geconfronteerd wordt? Wat doet het emotioneel en lichamelijk met iemand? Is het bij iedereen gelijk?
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Inleven -empathie
taak: preventie --> voorkomen dat de ziekte ontstaat, wat voor voorbeelden ken je
leefstijl 
secundaire preventie - welk voorbeeld ken je?
Ken je signalen die kunnen wijzen op kanker? 
Vuistregel kankerbestrijding
1.  Heesheid-hoest
2. Slikklachten
3. Moedervlekken 
4. Ongewoon vaginaal bloedverlies/afscheiding/zaadbalklacht
5. Verdikking/bobbel
6. Verandering stoelgang
7.  Schilfering op de huid
8. Verandering plassen 
9. Gewichtsverlies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kanker vaststellen
1.  punctie
2. biopt
3. bloedonderzoek
4. beeldvormend onderzoek --> maak hiervoor de opdracht aan het eind van de lesson up

Slide 19 - Tekstslide

1. dmb holle naald bloed, vocht of weefsel wegnemen en onderzoek door patholoog op afwijkende cellen bv borst
2. stukje weefsel wegnemen van cellen bijv. uit borst of klier, cervix
3. bloedonderzoek
4.rontgen, pet scan ct scan, mri scan 
Behandeling
chirurgie - ok
radiotherapie - bestralen
chemotherapie - vernietigen goede en foute cellen
immuuntherapie - afweersysteem helpen bij onschadelijk maken van kankercellen
palliatief - lijden verlichten 

Slide 20 - Tekstslide

bestralen: kort, vaak, moe, verbranden
chemo: moe, misselijk, haaruitval, beschadiging beenmerg, anemie ivm aanmaak bloedcellen, sneller infecties ivm leuko's --> afweer soms tijdelijk staken --> venapunctie lang dichtdrukken! 
immuuntherapie: vaccineren met antigenen of witte bloedcellen die aangemaakt zijn in het lab.
palliatief: pijn, moe, kortademig, angst, verward, misselijk, braken, morfine
Prognose
  • Wat is de verwachting
  • vijfjaarsoverleving --> percentage patiënten dat na 5 jaar na het stellen van de diagnose nog in leven is
  • Individuele voorspelling niet mogelijk --> wel behoefte

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  • Mammacarcinoom: knobbel - erfelijk 
  • Prostaatcarcinoom: kleine beetjes plassen -rectaal toucher
  • Endometriumcarcinoom -> maligne tumor binnenbekleding baarmoeder --> prognose nu beter dan vroeger
  • Colon- en rectumcarcinoom: darm en endeldarmkanker -->

Slide 22 - Tekstslide

Mammacarcinoom  borstkanker  knobbeltje  erfelijk  jonge mensen  BRCA1 en BRCA2 gen (breast cancer)  onderzoek voor drager  zelfonderzoek borst+ oksel(week na begin menstruatie), mammografie, MRI, preventief  ook grotere kans op eierstokkanker  knobbel doet geen pijn  kans op uitzaaing
Prostaatcarcinoom  maligne tumor in klierweefsel prostaat  oorzaak onbekend  hoge leeftijd is risico  rectaal toucher  prostaat knobbelig en hard  LAB PSA  uroloog biopt
Endometriumcarcinoom maligne tumor binnenbekleding baarmoeder  groeit sneller door vrouwelijk hormoon  bloedverlies na de overgang (abnormaal)  curretage (schoon schrapen  onderzoek door PA-lab  prognose nu beter dan vroeger

vervolg
  • Cervixcarcinoom
  • Colon- en rectumcarcinoom: darm en endeldarmkanker
  • Melanoom
  • Basalioom
  • Maagcarcinoom
  • Leukemie 
  • Bronchuscarcinoom

Slide 23 - Tekstslide

Cervixcarcinoom: maligne tumor baarmoederhals  bevolkingsonderzoek  HPV overdracht bij coitus  onverklaarbaar vaginaal bloedverlies/contactbloedingen/vaginaal toucher  klachten komen laat  uitzaaiingen naar blaas, darmen, zenuwen  uitstrijkje BVO  inenting bijv. Gardasil
Colon-en rectumcarcinoom: darm en endeldarmkanker  verandering def. Patroon, anemie, loze drang  operatie  soms stoma
Melanoom: kwaadaardige huidkanker die uit kan zaaien  kleur, vorm, grootte, jeuk, bloeden slechte prognose  dikte meten
Basalioom: basaalcelcarcinoom/baso: komt vaak voor, zaait niet uit, door zon, prognose zeer goed
Maagcarcinoom: maligniteit maag  patient merkt er weinig van  gebrek aan eetlust, afvallen  uitzaaiingen  slechte prognose
Leukemie: bloedkanker kinderen zit in lymfatisch weefsel  beenmerg, lymfeklieren, milt  moe, anemie, infecties, blauwe plekken, gezwollen lymfeklieren  chemo, beenmergtransplantatie
Longkanker, maligne tumor in epitheelweefsel in de lagere luchtwegen
Prognose slecht  5 jaar
Oorzaak roken (passief/actief)  85-90%
Symptomen: veranderen hoestpatroon, angst, hemoptoë (kankercel heeft bloedvaatje beschadigd)
Toevalsbevinding
X-thorax, bronchoscopie
Soms kan chemotherapie tijdelijk helpen


Medicatie
Curatief: gericht op genezen --> lukt niet altijd
Palliatief: verzachtend --> onbehandelbaar
Oncolytica: medicatie die wordt ingezet bij behandelen van kwaadaardige celgroei --> toegepast in combinaties --> chemotherapie
Vaak combinatie van chirurgie, radiotherapie, chemotherapie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling kwaadaardige aandoeningen
  • Cytostatica  chemo  curatief en palliatief
  • Remmen celdeling  goed en kwaad
  • Bijwerking: misselijkheid, braken, diarree, vochtverlies, haaruitval, vruchtbaarheid, anemie, infecties
  • Intraveneus  (poliklinische) opname ZH
  • Veel verandering en toevoeging van preparaten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intermitterende behandeling
  • Behandeling met tussenpozen
  • Herstel van lichaamseigen cellen  hoop op goede cellen i.p.v. maligne
  • Controle bloedbeeld
  • Bijv. cytostatica
Voorbeelden: 5-fluoro-uracil (borst, darm, blaas, bowen), capecitabine (darm, maag, borst), hydroxycarbamide (leukemie) en mercaptopurine (leukemie)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anti-hormonen
  • Leven draaglijker maken of klachten-symtoom-vrije periode bewerkstelligen
  • Doel: celgroei van de hormoongevoelige weefsels verminderen
  • Prednison/dexamethason bij misselijkheid/braken
  • Maar ook bij leukemie/Hodgkin, prostaat en testiskanker.
  • Medicatie bij prostaatkanker  gosereline (zoladex), leuproreline, cyproteron, bicalutamide
  • Mammacarcinoom  anastrozol, exemastaan, letrozol, tamoxifen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monoklonale antistoffen
  • Receptoren van de cel blokken bijv. vorm van borstkanker waarbij de tumorcellen overgevoelig zijn voor bepaalde groeifactoren tumor zal sneller groeien
  • Voorbeeld: trastuzumab en pertuzumab  parentraal (bijv. infuus/sonde/lijn

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak de opdracht onderzoeken en behandelingen op Cumlaude 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je weet wat een maligne tumor inhoudt
Je weet hoe maligne tumoren ontstaan
Je kunt voorbeelden noemen van maligne tumoren
Je weet wat een bronchuscarcinoom is, wat de symptomen zijn en oorzaken
Je weet de verschillende behandelmethoden op het gebied van medicatie  

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
  • Vragen?
  • Hoe vinden jullie de lessen tot nu toe? tips? tops?
  • Huiswerk volgende les: zie moduleboek 
  • Voorbereidende opdracht ziekteverwekkers staat op Cumlaude

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies