6.4 Europese Unie

4.4 EU, VN en NAVO
Deel 1: EU

lesboek bladzijdes 
6.4 Europese Unie (EU)

lesboek bladzijdes 100 en 101 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.4 EU, VN en NAVO
Deel 1: EU

lesboek bladzijdes 
6.4 Europese Unie (EU)

lesboek bladzijdes 100 en 101 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 
Je kan uitleggen waar de EU voor staat, hoeveel lidstaten het heeft en hoe het bestuurd wordt 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel lidstaten heeft de EU? Met andere woorden: hoeveel landen zijn lid van de Europese Unie?
A
18
B
23
C
27
D
39

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Europese Unie 
27 lidstaten 

Slide 4 - Tekstslide


Bron afbeelding: https://www.youtube.com/watch?v=qdKDOkWRpvs&t=107s

Na 2 verwoestende oorlogen in de 20e eeuw besloten landen te gaan samenwerken. Welke landen bedachten daarom in die tijd een van de voorlopers van de EU, de EGKS, oftewel de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal?
A
België, Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland en Spanje
B
België, Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland
C
België, Denemarken, Spanje, Nederland, West-Duitsland en Luxemburg
D
België, Griekenland, Oostenrijk, West-Duitsland, Frankrijk en Luxemburg

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EGKS 
1951 Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal 

Nooit meer oorlog 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staan de 12 gouden sterren op de EU-vlag symbool?
A
Het aantal talen dat in de EU wordt gesproken
B
Het aantal landen dat lid was van de EU toen de vlag werd ontworpen
C
Eenheid en harmonie tussen de Europese volken
D
Het aantal sterrenbeelden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met de euro kan je in ieder EU-land betalen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn de gebouwen van de EU te vinden?
A
Brussel en Amsterdam
B
Brussel en Straatsburg
C
Parijs en Amsterdam
D
Parijs en Berlijn

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem iets uit jouw dagelijks leven dat bij de EU vandaan komt --> iets anders dan al in het filmpje voorbij is gekomen

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europese Unie (EU)
  • Door de EU hebben we een gemeenschappelijke handelsmarkt --> vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal 
  • EU-burgers kunnen in elk EU-land wonen, werken en studeren.
  • Door de Europese samenwerking is de welvaart gestegen en is er al bijna 80 jaar vrede tussen de EUROPESE landen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestuur Europese Unie 
Europees Parlement
Europese commissie
Raad van Ministers

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europees Parlement 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europees Parlement

  • Het Europees Parlement bestaat uit 720 leden 

  • Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement. 

  • Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie, maar heeft géén recht van amendement

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europese Commissie

  • De Europese Commissie bestaat uit 27 commissarissen

  • Deze commissarissen kun je het beste vergelijken met onze ministers. 

  • De Commissie stelt nieuwe wetten voor en zorgt dat wetten worden uitgevoerd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu doen
  • Lezen paragraaf 6.4 Europese Unie, lesboek bladzijdes 100 en 101 

  • Maken van paragraaf 6.4 in je digitale werkboek vraag  2, 3, 5, 8, 9 en 12 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies