Na het volgen van deze les kan je:
- de bevoegdheden van de politie noemen;
- de bevoegdheden van de BOA in relatie tot het gebruik van geweld en fouileren benomen;
- de organisatie en het gezag over de politie omschrijven.
- benoemen wie er belast zijn met en wie er bevoegd zijn tot het verrichten van opsporing van strafbare feiten;
- de rol van de minister in relatie tot het opsporen van strafbare feiten omschrijven;
- de organisatie van het OM en de rol van het OM in relatie tot het opsporen van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van strafvonnis omschrijven;