formuleren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kies de juiste persoonsvorm en ontdek de regel.
Je hebt per vraag 10 seconden.

Slide 2 - Tekstslide

Een aantal leerlingen is/zijn hard aan het werk.

A
is
B
zijn

Slide 3 - Quizvraag

Drugs is/zijn verslavend.

A
is
B
zijn

Slide 4 - Quizvraag

De media is/zijn niet te stuiten in hun nieuwshonger.

A
is
B
zijn

Slide 5 - Quizvraag



De VS heeft/hebben maatregelen genomen tegen de verregaande verruwing van de samenleving

A
heeft
B
hebben

Slide 6 - Quizvraag

80% procent van de leraren is/zijn ochtendpunt
A
is
B
zijn

Slide 7 - Quizvraag

Een aantal leerlingen is hard aan het werk.
Drugs zijn verslavend.
De media zijn niet te stuiten in hun nieuwshonger.
De VS hebben maatregelen genomen tegen de verregaande verruwing van de samenleving
80% van de leraren is een ochtendmens.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe luidt de congruentieregel?

Slide 9 - Open vraag

Van mijn mentor hoorde ik dat als je drie vijven staat, je blijft zitten.

Slide 10 - Open vraag

dat/als constructie
(om)dat en als/wanneer mogen NOOIT na elkaar komen

Slide 11 - Tekstslide

foutieve samentrekking
Zinsdelen mag je in een tweede zin alleen weglaten als de volgende zaken in beide zinnen hetzelfde zijn:
1. betekenis
2. vorm (enkelvoud/meervoud)
3. functie (ontleden!)

Herschrijf de volgende zinnen!

Slide 12 - Tekstslide

De corrupte directeur zette de onterecht verkregen subsidies weg op een rekening in Zwitserland en daarna een nieuw bedrijf op.

Slide 13 - Open vraag

Als vrijdag het grof vuil komt, gaan die oude stoelen weg en die fiets ook.

Slide 14 - Open vraag

Hij is het helemaal zat en naar zijn
vrouw gegaan om hem eens goed de waarheid te vertellen.

Slide 15 - Open vraag

foutieve beknopte bijzin
Het onderwerp in de bijzin mag alleen weggelaten worden, als dat onderwerp hetzelfde is als in de hoofdzin!

Herschrijf de volgende zinnen!
 

Slide 16 - Tekstslide

Wandelend over het strand kwam de vloed opzetten.

Slide 17 - Open vraag

Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.

A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

De hekken = onderwerp in de hoofdzin, maar niet het verzwegen onderwerp uit de beknopte bijzin.
 Goed =

Nadat we drie uur hadden gewacht, gingen de hekken eindelijk open.

Slide 19 - Tekstslide



Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.

A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

De bus = onderwerp in de hoofdzin, maar niet het verzwegen onderwerp uit de beknopte bijzin.
 Goed =

Nadat we koffie hadden gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.

Slide 22 - Tekstslide