Beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt;
Beschrijven hoe een zwangerschap verloopt;
Uitleggen wat prenataal onderzoek is en hier voorbeelden van noemen.
Slide 3 - Tekstslide
Bevruchting
De bevruchting vindt plaats in de eileider.
De eicel wordt bevrucht door één (1) zaadcel.
De kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Baarmoederslijmvlies
Onder invloed van de hormonen van rijpende follikels wordt het baarmoederslijmvlies dikker en sterker doorbloed.
De cellen van het gele lichaam produceren hormonen waardoor het baarmoederslijmvlies nog dikker wordt.
Geen bevruchting = gele lichaam sterft af = bms afgestoten
Wel bevruchting = gele lichaam blijft in stand = bms blijft in stand
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Innesteling
De bevruchte eicel deelt zich direct een aantal keer: er ontstaat een klompje cellen.
Deze hecht zich vast in het baarmoederslijmvlies: innesteling.
Dit is 5 - 7 dagen na de bevruchting.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Zwangerschap
De eerste 8 weken is de bevruchte eicel een embryo.
Hierna is het een foetus.
Via de placenta en navelstreng krijgt de foetus voedingsstoffen en zuurstof.
Het bloed van de moeder stroomt vlak langs het bloed van de foetus.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Vruchtwater
De foetus ligt in vruchtwater met daaromheen vruchtvliezen.
Dit beschermt de foetus tegen stoten, uitdroging en temperatuurwisseling.
Slide 13 - Tekstslide
Prenataal onderzoek
Als een vrouw zwanger is worden er echo's gemaakt. Met behulp van geluidsgolven ontstaat een beeld van de foetus in de baarmoeder. Dit is een voorbeeld van prenataal onderzoek.
Slide 14 - Tekstslide
Prenataal onderzoek
Andere vormen van prenataal onderzoek zijn:
Combinatietest (kans op een kind met downsyndroom)
NIPT (niet-invasieve prenatale test: kans op erfelijke ziekten)
20-wekenecho (onderzoek naar aangeboren afwijkingen aan hart, hersenen, organen en ledematen + geslachtsbepaling)