H4.4 Zwanger worden




H4.4 Zwanger worden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les




H4.4 Zwanger worden

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
- Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
- Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
- Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
- Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Bevruchting
Bij de bevruchting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel. Dit vindt plaats in de eileider.
Een eicel is de grootste menselijke cel. 

Een eicel is zo groot doordat hij veel reservevoedsel bevat. Dit reservevoedsel is nodig voor de eerste ontwikkeling als de eicel wordt bevrucht. Een zaadcel is de kleinste menselijke cel. Met de zweepstaart kan een zaadcel zich voortbewegen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Innesteling
De bevruchte eicel gaat zich meteen na de bevruchting een aantal keren delen. Het klompje cellen dat zo ontstaat, gaat via de eileider naar de baarmoeder. Het baarmoederslijmvlies is na de ovulatie erg dik en bevat veel bloedvaten. Het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder. Dat heet innesteling.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

innesteling: het zich vastzetten van een klompje cellen in het baarmoederslijmvlies 

Slide 8 - Tekstslide

Zwanger
De eerste weken heet het embryo. Vanaf de achtste week na de bevruchting tot aan de geboorte noem je het een foetus. De eerste weken van de zwangerschap zorgt het baarmoederslijmvlies voor de voeding van het embryo. Daarna ontstaat de placenta of moederkoek

Slide 9 - Tekstslide

Placenta
Dat is een speciaal deel van de baarmoederwand waar bloed in bloedvaten van de foetus vlak langs het bloed van de moeder stroomt. Hierdoor kunnen stoffen worden uitgewisseld. De foetus is door de navelstreng verbonden met de placenta.

Slide 10 - Tekstslide

Vruchtvliezen
Meteen na de innesteling ontstaan twee vruchtvliezen. Daarbinnen bevindt zich vloeistof: het vruchtwater. Het embryo, en later de foetus, drijft in het vruchtwater. Bescherming: tegen stoten, uitdroging en wisseling van temperatuur. De eerste maanden van de
zwangerschap kan de foetus zich gemakkelijk
bewegen in het vruchtwater. 
Na ongeveer negen maanden zwangerschap is
de baby ‘klaar’ om geboren te worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Echografie en prenataal onderzoek
Bij een echo ontstaat met behulp van geluidsgolven een beeld van de foetus in de baarmoeder. Deze eerste echo is de termijnecho.

Tijdens de zwangerschap kan worden onderzocht of de moeder een grotere kans heeft op een kind met een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte. Dit noem je prenataal onderzoek

Slide 13 - Tekstslide

Vragen?

Slide 14 - Tekstslide