BG3 - module 2 - les 1 : Methodisch werken

Beroepsgericht 3
Module 2- lesweek 1. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beroepsgericht 3
Module 2- lesweek 1. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DINSDAG DILEMMA

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JE MOET IN JE HANDEN KLAPPEN BIJ ELKE STAP DIE JE ZET – OF – JE MOET ELKE VRAAG MET EEN VRAAG BEANTWOORDEN
Elke vraag met een vraag beantwoorden

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

als iemand een taalfout maakt, geef je diegene een corrigerende tik – OF – als je een typfout maakt, schakelt je computer automatisch uit
computer uitgeschakeld

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Je moet twee jaar in je huis blijven – OF – Je mag nooit meer zitten (liggen mag wel)
Nooit meer zitten

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsgericht 3 (Theorie) 
Module 2: Inventariseert de ondersteuningsvragen
Blok 1: Wat is methodisch werken?

Docent: Farah Negro

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze periode gaat het om het inventariseren van onderzoeksvragen. Maar wat betekend dit nou eigenlijk?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Inventariseert de  onderzoeksvragen"
Inventariseren = in kaart brengen/ op een rij zetten

onderzoeksvragen = vraag die je stelt om iets te onderzoeken

Inventariseert de onderzoeksvraag = 
Onderzoeksvraag in kaart brengen --> Toepassen in de praktijk. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: Methodisch werken
Planning van deze les:
  • Lesdoel ​
  • Voorkennis meten​ 
  • Theorie​
  • Aan de slag​
  • Terugkoppeling/afronding les





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • De student kan 2 kenmerken benoemen van methodisch werken.​



  • De student kan de 4 stappen van het PDCA principe uitleggen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis meten - wat weten we allemaal al van methodisch werken?​

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

THEORIE - Kenmerken van methodisch werken
Methode = ‘meta hodos’ = ‘de weg waarlangs’ = een vaste, doordachte manier van werken om een bepaald doel te bereiken.​
Iedereen leeft volgens vaste patronen (methode)​
  • Geeft richting en moet geëvalueerd worden​
  • Je denkt vooraf na, want je wilt een doel bereiken en houd rekening met tijd, plaats beschikbare middelen en kosten.​



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie- methodieken hebben een aantal dezelfde kenmerken

  1. Doelgroep: over wie gaat het?​
  2. Doelgericht: wat wil ik met de methode bereiken?​
  3. Werkwijze: hoe ga ik te werk?​
  4. Vaste structuur: wanneer neem ik welke stappen?​
  5. Procesmatig: wat is de samenhang en fasering van de stappen?​
  6. Afstemmen omgeving: in welke omstandigheden wordt de methode toegepast?





Slide 13 - Tekstslide

Doelgroep: Verstandelijk beperking kan niet omgaan met geld.

Doelgericht: Omgaan met geld. 

Werkwijze: Inkomsten en uitgaven overzicht van cliënt's geld. 

Vaste structuur: Vooraf kijken naar bedrag, samen boodschappen doen, einde kijken hoeveel is overgebleven en wat wel of niet nodig was. 

Procesmatig: Helpt de werkwijze, komt deze overzicht binnen bij cliënt, wat kan je nog veranderen? 

Afstemmen omgeving: In de zorggroep, tijdens het doen van boodschappen. 

Theorie - Methodisch werken in de praktijk
Organisaties hebben vaak visie’s/doelen waar zij naar toe werken en doen dit middels verschillende methoden.​
Voorbeelden van manieren van werken in plannen zijn:​
  • Ondersteuningsplan​
  • Begeleidingsplan​
  • Zorgleefplan​
  • Behandelplan​
  • Activiteitenplan etc.






Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken in de maatschappelijke zorg


Methodisch werken is bewust handelen, volgens vooraf geplande stappen of een bepaalde wijze om een doel te bereiken.​







Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 belangrijke kenmerken voor methodsich werken in MZ
1= Doelgericht (vooruitkijken en terugkijken)
-->vastgesteld met cliënt en in vergadering (bijvoorbeeld een MDO - multidisciplinair overleg)​
Vragen: 
Wat is het doel, waar werken we naartoe, wat willen we bereiken?​

Slide 16 - Tekstslide

MDO= 
in een open dialoog de uitkomsten van het dossieronderzoek te bespreken en te zoeken naar mogelijke verbeterinitiatieven 
4 belangrijke kenmerken  voor methodsich werken in MZ
2 = Planmatig​

De weg waarlangs wordt gewerkt is planmatig uiteengezet.​
3 = Procesmatig 
-->zit je nog op de goede weg of moet je bijsturen?​
Werken met een doel, waar nodig dit bijsturen als MZ’er.
4= Bewust​
Je houdt doelen in de gaten, de situatie van de cliënt, de werkwijze, het proces, je eigen gevoelens en invloed gedrag op cliënt. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 4 kenmerken zijn er voor methodisch werken in de MZ?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

GELE DIA'S BELANGRIJK MEETMOMENT 2.1 B1-K1-W1​
OPDR. 1, 2
7 ALGEMENE LEVENSGEBIEDEN VOLGENS MOVISIE (OPDR 1, 2, MM 2.1)
Onderzoek de hulpvraag, waar heeft een cliënt ondersteuning of hulp bij nodig? Hierbij kijk je naar de 7 verschillende levensterreinen.​ 
bij sommige organisaties zijn deze levensgebieden anders ingedeeld, of anders benoemd.​
1. Zingeving: drijfveren, betekenis, dromen en verlangens, cultuur en waarden, spiritualiteit, motivatie​. 

2. Sociale relaties: gezin, familie, relaties en vrienden, buurtgenoten, professionele contacten, sociale vaardigheden, sociale media​. 
3. Werk en activiteit: werk (betaald of onbetaald, dagactiviteiten, activiteiten, opleiding en scholing, vrijetijdsbesteding​
4. Lichamelijke gezondheid: eten, drinken, sport, bewegen, zelfzorg, fysieke, conditie, ziekte, handicap, ​
5. Psychische gezondheid: welbevinden, zelfzorg , autonomie, ziekte, handicap​
6. Wonen: Huisvesting, buurt of wijk, vervoer, huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen (HDL)​
7. Financiën: Inkomen, uitgaven, bestedingspatroon, administratie, verzekeringen, financiële zorg voor anderen.​






Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GEFASEERD WERKEN (OPDR 5, 7 MM 2.1)

Verschillende modellen (3-,6-,8-fasenmodel), maar hetzelfde doel:​  


  • Doelgericht, systematisch, procesmatig, bewust en efficiënt werken
    bevorderen. ​

  • Mogelijk maken om een zorg- en begeleidingstraject te evalueren en verantwoording af te leggen over de geboden zorg of begeleiding​

  • Cliënt centraal stellen en hen zien als mensen die zelf richting geven aan hun leven en daarmee een gelijkwaardige, verantwoordelijke en mogelijk actieve rol hebben in het zorg- en begeleidingsproces 



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GEFASEERD WERKEN (OPDR 5, 7 MM 2.1)
Begeleiding- en behandelingssituaties hebben een begin en eindpunt​

Hiertussen: handelingen die je volgens een bepaalde methode in een aantal fasen uitvoert​

Drie opeenvolgende fasen:​
  1. Voorbereiding​
  2. Uitvoering​
  3. Evaluatie​





Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PDCA (PLAN-DO-CHECK-ACT PRINCIPE) 
Werken volgens dit principe is een cyclisch proces --> het herhaald zich steeds​​
Doel = meten of je op de goede weg zit, kwaliteit toetsen en tijdig bijstellen.​​​
De verschillende stappen:​
  • Plan: maken van een plan op grond van (SMART) doelen​
  • Do: uitvoeren van het plan​
  • Check: vergelijken van behaalde resultaten met het resultaat dat je had willen bereiken​
  • Act: vaststellen resultaten en/of bijsturen om ze alsnog te bereiken








Slide 22 - Tekstslide

SMART=
S= specifiek, 
M= meetbaar, 
A= acceptabel, 
R= realistisch 
T= tijdgebonden.
Waar staat PDCA voor?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

PDCA in methodisch werken (1/2)
  • Voorbereiding​: 

Plan: welke documenten, literatuur, persoonlijke informatie e.d​. 
Do: uitwerken van dit plan​
Check: check of de analyse van de beginsituatie volledig is, voordat je verder gaat naar de volgende fase. ​
  • De doelen en het plan​:
Plan: richtlijnen, voorbeelden, doelen passen bij visie, wat moet er in het plan komen, wie zijn er betrokken, ​
Do: werk het plan uit​
Check: zit alles erin, is aan alle voorschriften en regels gehouden​



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PDCA in methodisch werken (1/2)
  • Tijdens de uitvoeringsfase​:
Plan: wat onderzoek ik tijdens de uitvoering en hoe doe ik dat: middelen, begeleidingswijze, tempo en samenwerking. ​
Do: onderzoeken hoe het verloopt​
Check: je checkt regelmatig hoe de uitvoering verloopt, verloopt alles zoals vooraf bedacht, of moet er worden bijgesteld (act)
  • Afronding​
Plan: wat wordt er geëvalueerd, welke hulpmiddelen, wie zijn er nodig​
Do: evalueren​
Check: wat komt er uit de evaluatie​
Act: bijstellen van het plan of opstellen van nieuwe doelen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Ga naar:
Je boek/licentie: Methodiek; 
thema 3: methodisch werken;
 3.9 Wat is methodisch werken?​
Maak de volgende opdrachten: 
verwerkingsopdr. Niv 3 en 4​
1b, 2a, 2b, 3, 4a, 4b, 4c (HUISWERK!)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel behaald?
Wat zijn de kenmerken van methodisch werken?
A
veilig, planmatig, clientgericht en hygiënisch
B
Procesmatig, op cliënt gericht, resultaatgericht
C
Doelgericht, planmatig, procesmatig en bewust
D
resultaatgericht, veilig, procesgericht en bewust

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel behaald?
Leg de 4 stappen van het PDCA principe uit.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies