Einde periode
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent 'anorexia nervosa'?
Slide 3 - Open vraag
Vul de zin;
Iemand met anorexia...
Iemand met anorexia...
A
Onderdrukt bewust de eetlust en het hongergevoel
B
Valt vanzelf heel erg af.
C
Onderdrukt niet bewust de eetlust en het hongergevoel
D
Is lichamelijk gezond, maar geestelijk niet
Slide 4 - Quizvraag
Vul de zin;
Anorexia komt het meest voor bij;
Anorexia komt het meest voor bij;
A
Meisjes tussen 16 en 20 jaar
B
Jongens tussen 16 en 20 jaar
C
Meisjes tussen 14 en 17 jaar
D
Jongens tussen 14 en 17 jaar
Slide 5 - Quizvraag
Benoem de lichamelijke problemen die er ontstaan door anorexia
Slide 6 - Open vraag
Wat gebeurt er bij boulimia?
A
B
C
D
Slide 7 - Quizvraag
Wat gebruikt/doet iemand met boulimia?
A
Paracetamol in combinatie met laxeermiddelen
B
Laxeermiddelen en braken
C
Anticonceptie en braken
D
Niks
Slide 8 - Quizvraag
Van wie krijgen cliënten met anorexia en boulimia hulp?
A
Alleen van psycholoog
B
Psycholoog en psychiater
C
Psycholoog en diëtiste
D
Psycholoog, psychiater en diëtist
Slide 9 - Quizvraag
Waar staat BMI voor?
Slide 10 - Open vraag
Voor wie is BMI minder geschikt?
A
Voor ouderen boven de 60
B
Voor mensen die gespierd zijn, zwanger zijn of borstvoeding
C
Voor mensen die heel gespierd zijn
D
Voor mensen tussen de 20 en 30
Slide 11 - Quizvraag
Hoe bereken je BMI?
A
Lichaamsgewicht delen door de lengte x lengte
B
Lichaamsgewicht delen door gewicht x lengte
C
Lichaamsgewicht delen door lengte + lengte
D
Lichaamsgewicht delen door gewicht + lengte
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een gezond BMI?
A
Tussen 20 en 25
B
Tussen 15 en 20
C
Tussen 18,5 en 25
D
Tussen 18,5 en 27
Slide 13 - Quizvraag
Wat is snaq?
A
Snaq is een methode om te kijken of iemand overgewicht heeft
B
Snaq is een methode om te kijken of iemand ondergewicht heeft
C
snaq wordt niet gebruik door helpende
D
snaq staat gelijk aan bmi, maar dan met een ander formule
Slide 14 - Quizvraag
Wat wordt er bij snaq gebruikt?
A
Ja- nee formule
B
Stoplichtmodel
C
Gewichtxgewicht module
D
Arts kan dit alleen bepalen
Slide 15 - Quizvraag
Vul de zin;
Ondervoeding zorgt ervoor dat...
Ondervoeding zorgt ervoor dat...
A
cliënt ziek wordt
B
cliënt allergie krijgt
C
cliënt slechter herstelt
D
cliënt agressiever wordt
Slide 16 - Quizvraag
Cliënten die ondervoeding hebben krijgen sneller doorligwonden.
Waar of niet waar?
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Mensen die obesitas hebben voelen zich altijd goed.
Waar of niet waar
Waar of niet waar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Mensen met obesitas kampen met minderwaardigheidscomplex
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Noem een aantal oorzaken van obesitas.
Slide 20 - Open vraag
Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte ven Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en alleen vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ik heb echt geen enkel idee
Slide 21 - Quizvraag
Dementie is geneesbaar is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie
Slide 23 - Quizvraag
Hoe vond je de afgelopen periode gaan? Top en tip voor HHK
Slide 24 - Open vraag
Hoe vond je de afgelopen periode gaan? Top en tip voor zorg lessen
