Paragraaf 5.4 Nanowetenschap

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

5.4 nanowetenschap

Leerdoelen

 -Transport in cellen, moleculen transport en ionen transport 

-passief transport (poriën), diffusie

-actief transport(pomp)

-ionen transport (elektrische spanning over het celmembraan)

-de patch-clamp techniek

- DNA en het optisch pincet.

Wat is het "cytoplasma"?

1. Het regelcentrum van de cel
2. De vloeistof waarin alle onderdelen van een cel zitten
3. Gel
4. De vloeistof die in organen zit

Welke stoffen kunnen ongehinderd het celmembraan passeren en hebben geen porie-eiwit of transporteiwit nodig?

1. geladen deeltjes of ionen
2. glucose
3. water
4. koolstofdioxide en zuurstof

Water kan niet via de celmembraan de cel in. Hoe komt water de cel in en hoe noem je dat proces?

1. Porie-eiwit, passief transport
2. Transporteiwit, passief transport
3. Transporteiwit, actief transport
4. Porie-eiwit, actief transport

In de longblaasjes nemen we zuurstof op en geven CO2 af. Via welk proces vindt deze opname en afgifte plaats?

1. diffusie
2. osmose
3. actief transport door transporteiwitten
4. passief transport door porie-eiwitten

transport van ionen

Patch-clamp techniek

Transport in Cel

- bijna  10 ^14 cellen in lichaam

- transport op 2 manieren: passief en actief

- passief van hoge concentratie naar lage, diffusie  (gaat van zelf). dit gebeurt bij poriën, speciale transport eiwitten 

- actief tegenovergestelde dit kost energie heb je een 'pomp' voor nodig, dit gebeurt bij pompen.

Onderzoek naar DNA.

- Gebruik van kunstmatige membranen waarin nanoporiën zijn geboord

- Zie figuur 25 in je boek.

optische pincet om een deeltje te laten bewegen