Hoofdstuk 8, paragraaf 1 t/m 3

Hoofdstuk 8, paragraaf 1 t/m 3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8, paragraaf 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat bedoelen we met het albedo-effect?
A
De mate van weerkaatsing van zonlicht door een bepaald oppervlak
B
De mate van absorptie van zonlicht door een bepaald oppervlak
C
De mate van weerkaatsing van zonlicht in het algemeen
D
De mate van absorptie van zonlicht in het algemeen

Slide 2 - Quizvraag

Methaan
Albedo effect
CO2

Slide 3 - Sleepvraag

Waar op de wereld is het Albedo-effect het grootste?
A
Rond de poolcirkels
B
In de tropische zone
C
In de gematigde zone
D
In de aride zone

Slide 4 - Quizvraag

Heeft het albedo-effect invloed op de temperatuur of op de neerslag?
A
Temperatuur
B
Neerslag

Slide 5 - Quizvraag

Wat weet je over
de Noordpool?

Slide 6 - Woordweb

de seizoenen zijn er dus omdat:
A
de aarde draait
B
de aarde rond is
C
de aarde scheef staat
D
de aarde om zon draait

Slide 7 - Quizvraag

De seizoenen in Nederland
Zet de foto's bij het juiste seizoen

Slide 8 - Sleepvraag

Bij de evenaar is de invalshoek van de zon ............ dan bij de polen
A
groter
B
kleiner

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verband tussen de invalshoek van de zon en de temperatuur op de evenaar?
A
De evenaar staat dichterbij de zon, daarom is het warmer
B
Stralen moeten op de evenaar een kortere afstand afleggen door de atmosfeer, dus is het warmer
C
Stralen moeten op de evenaar een kortere afstand afleggen door de atmosfeer, dus is het kouder
D
De zonnestralen vallen rechter op het aardoppervlak, dus is het warmer

Slide 10 - Quizvraag

Op de zuidpool ben je op
A
hoge breedte
B
lage breedte
C
westerlengte
D
0 graden

Slide 11 - Quizvraag

De Zuidpool is een:
A
woestijn
B
poolwoestijn
C
sneeuwwoestijn
D
koudwoestijn

Slide 12 - Quizvraag

Waarom valt er wel neerslag op de noordpool en niet op de zuidpool?

Slide 13 - Open vraag

Wie of wat is Pangea?
A
De grootste vulkaan in Indonesië
B
Wetenschappelijke naam voor Atlantis
C
Een supercontinent van 270 miljoen jaar geleden
D
De naam van de geoloog die 'continental' drift bedacht heeft

Slide 14 - Quizvraag

Wat is subductie?

Slide 15 - Open vraag

Een riftzone ontstaat door...
A
Convergentie
B
Subductie
C
Divergentie
D
Transforme beweging

Slide 16 - Quizvraag

3. Iemand doet twee uitspraken

I In de riftzone op Antarctica komt vulkanisme voor.
II In de riftzone op Antarctica ontstaan door subductie stratovulkanen.
A
I en II zijn beide goed.
B
I en II zijn beide fout.
C
I is goed en II is fout.
D
I is fout en II is goed.

Slide 17 - Quizvraag

Welke invloed heeft de zeestroom (Westenwinddrift) op het zuidpoolgebied?
A
Het is een warme zeestroom waardoor de Zuidpool warme wind krijgt
B
Het is een koude zeestroom waardoor de Zuidpool koude wind krijgt
C
Deze zeestroom heeft geen invloed op het zuidpoolgebied

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect.

Slide 19 - Open vraag

Wat is permafrost?
A
Bodem die altijd bevroren is
B
Grond die altijd bevroren is
C
Bodem en grond die altijd bevroren zijn
D
Vegetatie en bodems die altijd bevroren zijn

Slide 20 - Quizvraag

Wat heeft het dooien van de permafrost te maken met klimaatverandering?
A
Niets (groen)
B
Er komt co2 en methaan bij vrij (rood)
C
verzakken van huizen (geel)
D
meer water in de zee(blauw)

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn gevolgen van
klimaatverandering?

Slide 22 - Woordweb

Moulins zorgen ervoor dat smeltwater aan de onderkant van het ijs komt, waardoor het ijs smelt en afbreekt?
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Vragen?

Slide 24 - Open vraag