M4 Het nieuwe samenvatten (les 2)

Het nieuwe samenvatten (2)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het nieuwe samenvatten (2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complete tekst 'Verstopt' in notities hieronder
ijlage bij syllabus Nederlands vmbo 2021 Voorbeeldopgaven voor het onderdeel samenvatten vmbo KB en vmbo GL/TL
Versie 2, juni 2019
pagina 20 van 37
Verstopt! (tekst uit mbo-examen 2f, inschatting: kb)
(1) Het zal je gebeuren: een wc die vol water blijft staan, een gootsteen vol
smerig water, een overstromende dakgoot. Hoe voorkom je die ellende?
(2) Het riool is bedoeld voor (af)waswater, urine, ontlasting en toiletpapier. De
meeste problemen met het riool ontstaan doordat we meer wegspoelen dan de
bedoeling is. Spoel daarom geen maandverband, babydoekjes, vochtige
schoonmaakdoekjes, kattenbakvulling of etensresten door het toilet. Ook geen
luiers, (frituur)olie, condooms, wattenschijfjes of verfresten. De meest
verrassende oorzaak van toiletverstoppingen: toiletblokjes die uit hun houdertje
vallen! Ook vochtig toiletpapier dat volgens de producent in de wc mag, leidt
nogal eens tot problemen.
(3) Als het gootsteenwater in uw keuken niet goed wegloopt, zet u een bakje
onder de sifon (de ‘zwanenhals’). Draai de schroefdop aan de onderkant open.
Zo kunt u de sifon schoonmaken. Het is niet verstandig om vet of olie in het
afvoerputje te gieten. Dan stolt het vet in het riool en dat kan leiden tot
verstoppingen, overstromingen en stankoverlast in uw straat of bij u binnen.
Daarom kunt u het beste het vet laten stollen in een oud melkpak en het daarna
in de container of de grijze kliko weggooien.
(4) U staat onder de douche en het waterniveau in de douchebak loopt steeds
verder op. Uiteindelijk staat u tot uw enkels in het water. De verleiding is groot
om het roostertje van het doucheputje af te halen. Maar dan kunnen haren de
afvoer verder vervuilen. Haal het roostertje dus niet weg tijdens het douchen,
maar tijdens het schoonmaken van de badkamer. Boen het rooster schoon en
kijk of de afvoer niet verstopt is met haar of zeepresten.
(5) Het riool heeft moeite met zware regenbuien. Dakgoten lopen over en
plaatsjes achter het huis staan blank. Deze problemen verdwijnen zodra de bui
voorbij is. Iets anders is het als uw dakgoot vervuild is met bladeren. Of als het
putje in uw tuin of op het balkon vies is. Dan kan het water niet wegstromen.
Maak daarom regelmatig uw dakgoot schoon en zorg voor een bladvrije
aansluiting op de regenpijp. Zorg voor een schoon putroostertje. Als u zich
hieraan houdt, dan voorkomt u ellende.
Naar een artikel uit Buurten, Brenda Scholten, september 2011

Slide 2 - Tekstslide

Bijlage bij syllabus Nederlands vmbo 2021 Voorbeeldopgaven voor het onderdeel samenvatten vmbo KB en vmbo GL/TL
Versie 2, juni 2019
pagina 20 van 37
Verstopt! (tekst uit mbo-examen 2f, inschatting: kb)
(1) Het zal je gebeuren: een wc die vol water blijft staan, een gootsteen vol
smerig water, een overstromende dakgoot. Hoe voorkom je die ellende?
(2) Het riool is bedoeld voor (af)waswater, urine, ontlasting en toiletpapier. De
meeste problemen met het riool ontstaan doordat we meer wegspoelen dan de
bedoeling is. Spoel daarom geen maandverband, babydoekjes, vochtige
schoonmaakdoekjes, kattenbakvulling of etensresten door het toilet. Ook geen
luiers, (frituur)olie, condooms, wattenschijfjes of verfresten. De meest
verrassende oorzaak van toiletverstoppingen: toiletblokjes die uit hun houdertje
vallen! Ook vochtig toiletpapier dat volgens de producent in de wc mag, leidt
nogal eens tot problemen.
(3) Als het gootsteenwater in uw keuken niet goed wegloopt, zet u een bakje
onder de sifon (de ‘zwanenhals’). Draai de schroefdop aan de onderkant open.
Zo kunt u de sifon schoonmaken. Het is niet verstandig om vet of olie in het
afvoerputje te gieten. Dan stolt het vet in het riool en dat kan leiden tot
verstoppingen, overstromingen en stankoverlast in uw straat of bij u binnen.
Daarom kunt u het beste het vet laten stollen in een oud melkpak en het daarna
in de container of de grijze kliko weggooien.
(4) U staat onder de douche en het waterniveau in de douchebak loopt steeds
verder op. Uiteindelijk staat u tot uw enkels in het water. De verleiding is groot
om het roostertje van het doucheputje af te halen. Maar dan kunnen haren de
afvoer verder vervuilen. Haal het roostertje dus niet weg tijdens het douchen,
maar tijdens het schoonmaken van de badkamer. Boen het rooster schoon en
kijk of de afvoer niet verstopt is met haar of zeepresten.
(5) Het riool heeft moeite met zware regenbuien. Dakgoten lopen over en
plaatsjes achter het huis staan blank. Deze problemen verdwijnen zodra de bui
voorbij is. Iets anders is het als uw dakgoot vervuild is met bladeren. Of als het
putje in uw tuin of op het balkon vies is. Dan kan het water niet wegstromen.
Maak daarom regelmatig uw dakgoot schoon en zorg voor een bladvrije
aansluiting op de regenpijp. Zorg voor een schoon putroostertje. Als u zich
hieraan houdt, dan voorkomt u ellende.
Naar een artikel uit Buurten, Brenda Scholten, september 2011
DOEL

- je kunt kernzinnen van alinea's  herkennen 
- je kunt hoofdzaken herkennen
- je kunt hoofdzaken ordenen 
KERNZINNEN, HOOFDZAKEN 
EN HOOFDGEDACHTE IN EEN TEKST 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
A
Wat belangrijk is in een tekst
B
Wat minder belangrijk is in een tekst

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Minder belangrijke dingen
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HOOFDZAKEN
- wat belangrijk is in een tekst
- hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea
- tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KERNZINNEN
- in een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak

- andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KERNZINNEN
- een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea

- soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOOFDGEDACHTE van een tekst


- het belangrijkste van een tekst kan 

in één zin samengevat worden:
de hoofdgedachte

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOOFDGEDACHTE van een tekst
- je vindt de hoofdgedachte van een tekst door de vraag te stellen:
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

- de hoofdgedachte van een tekst staat vaak in de inleiding of in het slot van een tekst

 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SAMENVATTEN
- een samenvatting is een zelfgemaakte, korte weergave van de belangrijkste dingen (de hoofdzaken) uit een tekst

- verwerk hoofdzaken in de samenvatting, laat bijzaken weg
- (formuleer de samenvatting in je eigen woorden)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SAMENVATTEN
- je gebruikt je eigen woorden in een samenvatting om jezelf te dwingen de leerstof te lezen, te verwerken en te begrijpen. Je legt zo verbanden met kennis die je al hebt.

- het is minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst 'Verstopt!'

Gebruik de leesstrategieën die je hebt geleerd
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Vragen bij Verstopt!
1. Welke zin vat deze tekst het best samen?
A. Mensen kunnen zelf veel doen om afvoerproblemen te voorkomen.
B. Mensen mogen geen huishoudelijk afval door hun afvoer spoelen.
C. Mensen vinden het vaak lastig om verstoppingen te voorkomen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Welke zin vat deze tekst het best samen?

A
mensen kunnen ... te voorkomen
B
mensen mogen ... afvoer spoelen
C
mensen vinden ... te voorkomen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2
2. Welke zin hoort NIET in een samenvatting van deze tekst?
A. Er wordt meer door het riool gespoeld dan de bedoeling is.
B. Het riool is bedoeld voor het verwerken van (af)waswater, urine, ontlasting
en toiletpapier.
C. Het schoonhouden van roosters en dakgoten voorkomt overstromingen.
D. Mensen spoelen soms babydoekjes door het toilet. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Welke zin hoort NIET in een samenvatting van deze tekst?
A
Er wordt ... bedoeling is
B
Het riool ... en toiletpapier
C
Het schoonhouden ... voorkomt overstromingen
D
mensen spoelen ... het toilet

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nu wat er in een samenvatting hoort? 

Een kleine test...

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je wel of niet doen bij het schrijven van een samenvatting?
WEL
NIET
Op zoek gaan naar bijzaken
Op zoek gaan naar hoofdzaken
voorbeelden noemen
Schrijven in steekwoorden
Hele zinnen maken
let op signaalwoorden
Schrijf de hele tekst over
De tekst lezen
Opzoek gaan naar de kernzin
De tekst korter omschrijven

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geleerd

- je kunt kernzinnen van alinea's  herkennen 
- je kunt hoofdzaken herkennen
- je kunt hoofdzaken ordenen 
KERNZINNEN, HOOFDZAKEN 
EN HOOFDGEDACHTE IN EEN TEKST 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind je LessonUp een goede manier om je voor te bereiden op het SE
A
Ja
B
Nee
C
Geen mening

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nog nodig om je SE te kunnen maken

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

einde


Einde

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toch
is een signaalwoord voor..
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies