Personeelskosten, 30-09-2021

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg en leerdoelen
5 minuten: pauze
45 minuten: Opdrachten maken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg en leerdoelen
5 minuten: pauze
45 minuten: Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Huisvestingskosten berekenen
Ab betaalt €1.500 huur per maand voor zijn winkelpand. De winkel heeft een oppervlakte van 80m2. De service- en schoonmaakkosten zijn €250 per maand. Gas, water en licht worden eens in de twee maanden vooruitbetaald. Het voorschot bedraagt €920.
Wat zijn de totale huisvestingskosten per jaar?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de totale huisvestingskosten per jaar?

Slide 3 - Open vraag

Huisvestingskosten berekenen
Huur van het pand = 12 x €1.500             =  €18.000
Service en schoonmaak = 12 x €250    =  €  3.000
Voorschot gas/water/licht = 6 x €920  = €   5.520

Totaal huisvestingskosten per jaar       =  €26.520

Slide 4 - Tekstslide

Huisvestingskosten berekenen
Ab betaalt €1.500 huur per maand voor zijn winkelpand. De winkel heeft een oppervlakte van 80m2. De service- en schoonmaakkosten zijn €250 per maand. Gas, water en licht worden eens in de twee maanden vooruitbetaald. Het voorschot bedraagt €920.
Wat zijn de huurkosten per m2 op jaarbasis?

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de huurkosten per m2 op jaarbasis?

Slide 6 - Open vraag

Huurkosten per m2
Jaarlijkse huur van het pand = 12 x €1.500 = €18.000

€18.000 / 80 = €225 per m2

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je kan de directe loonkosten berekenen.
2. Je kan de sociale premies berekenen.
3. Je weet wat de indirecte loonkosten zijn.

HUISWERK: Opdracht 24 en 25

Slide 8 - Tekstslide

Personeelskosten
De kosten die een ondernemer maakt om personeel in dienst te hebben.
1. Directe loonkosten (brutoloon, vakantiegeld).
2. Sociale premies (werkgeversaandeel).
3. Indirecte loonkosten.

Slide 9 - Tekstslide

1. Directe loonkosten
Het loon wat er is afgesproken tussen de werkgever en werknemer heet het brutoloon.

Inhoudingen op het brutoloon:
  • loonbelasting
  • werknemersgedeelte sociale premies

Slide 10 - Tekstslide

1. Directe loonkosten
Hier bovenop betaalt de werkgever nog wat directe loonkosten: 

  • Vakantietoeslag
  • Eventuele gratificatie (bonus)

Slide 11 - Tekstslide

Totaal brutoloon = €3.000 en de vakantietoeslag is 8%. Wat zijn de directe loonkosten?

Slide 12 - Open vraag

Uitwerking
Totaal brutoloon = €3.000 en de vakantietoeslag is 8%. Wat zijn de directe loonkosten?

€3.000 / 100 x 108 = €3.240
of
€3.000 x 1,08 = €3.240

Slide 13 - Tekstslide

2. Sociale premies
Ook de werkgever betaalt sociale premies. Die premies verzekeren de werknemer tegen de financiële gevolgen van:
  • Ziekte
  • Arbeidsongeschiktheid
  • Werkloosheid

Slide 14 - Tekstslide

2. Sociale premies
Percentage bovenop de directe loonkosten.


Slide 15 - Tekstslide

Totaal brutoloon = €3.000. De vakantietoeslag is 8% en de werkgeverslasten zijn 9,3%. Wat zijn de loonkosten?

Slide 16 - Open vraag

Uitwerking
Totaal brutoloon = €3.000. De vakantietoeslag is 8% en de werkgeverslasten zijn 9,3%. Wat zijn de loonkosten?

€3.000 x 1,08 = €3.240
€3.240 / 100 x 109,3 = €3.541,32

Slide 17 - Tekstslide

3. Indirecte loonkosten
Extra kosten die de werkgever maakt.
Bijvoorbeeld:
  • Scholing
  • Onkosten
  • Kinderopvang
  • Reisvergoeding

Slide 18 - Tekstslide

Personeelskosten
1. Direct loon (inclusief vakantiegeld en gratificatie)
2. Sociale premies % over het directe loon
3. Indirecte loonkosten


Zie formuleblad

Slide 19 - Tekstslide

5 minuten pauze
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 24 en 25 van kosten
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of met Basis calculaties
timer
35:00

Slide 21 - Tekstslide

HUISWERK
opdrachten 24 en 25
Hoofdstuk 'kosten soorten'
Paragraaf 'personeelskosten'

Slide 22 - Tekstslide