Financieel p3 les 1 personeelskosten

Exploitatiekosten
Personeelskosten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Exploitatiekosten
Personeelskosten

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Leerdoelen
  • Verschil bruto en netto
  • Begrippen
  • Rekensom
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student kan het verschil tussen brutoloon en nettoloon uitleggen
  • De student begrijpt de begrippen die behandeld zijn
  • De student kan loonkosten berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon

Slide 5 - Open vraag

Welk loon gebruikt de werkgever als kosten
A
Brutoloon
B
Loonkosten
C
Nettoloon
D
Minimumloon

Slide 6 - Quizvraag

Welk loon ontvangt de werknemer?
A
Brutoloon
B
Loonkosten
C
Nettoloon
D
Minimumloon

Slide 7 - Quizvraag

Directe loonkosten 
Het brutoloon is het loon dat de werkgever uitbetaalt aan de werknemer.
  - Vakantietoeslag (gegeven in %)
  - Eventuele gratificatie (bonus of 13e maand)
Som
Brutoloon = € 3.000,-
Vakantietoeslag = 8%
Wat zijn de directe loonkosten

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord

 





 Brutoloon € 3.000,-​
 Vakantietoeslag €    240,- +​
 Directe loonkosten € 3.240,-

Slide 9 - Tekstslide

Sociale premies
De werkgever betaalt sociale premies, die premies verzekeren de werknemer tegen de financiële gevolgen van:
- Ziekte
- Arbeidsongeschiktheid
- Werkloosheid

Slide 10 - Tekstslide

Formule

Slide 11 - Tekstslide

Is de werkgever verplicht om sociale premies af te dragen aan de overheid?

A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Indirecte loonkosten
  • Dit zijn loonkosten die te maken hebben met de secundaire arbeidsvoorwaarden. Dit heeft te maken met wat er is vast gelegd in de CAO!
  • Dit zijn enkele voorbeelden:
   Kinderopvang, overwerkvergoedingen en tegemoetkoming       woon-werkverkeer.

Slide 13 - Tekstslide

Rekensom
Henk de Plas werkt als vertegenwoordiger bij een importeur. Hij verdient € 650,- bruto per week. De vakantietoeslag is 8%. In december krijgt Henk een gratificatie van € 1.000,-. Het werkgeversaandeel aan de sociale werknemersverzekeringen bedraagt 22% van het brutoloon, inclusief de vakantietoeslag en de gratificatie. De reiskosten zijn € 85,- per maand.
Bereken de jaarlijkse loonkosten

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord

Slide 15 - Tekstslide

Korte samenvatting

Slide 16 - Tekstslide

Wie kan mij vertellen wat het verschil is tussen brutoloon en nettoloon

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent gratificatie?

Slide 18 - Open vraag

Sociale premies worden betaalt door de ......
A
Werknemer
B
Werkgever
C
Overheid
D
Belastingdienst

Slide 19 - Quizvraag

Jullie mening!

Slide 20 - Tekstslide

Wat vind jij goed aan de lessen financieel?

Slide 21 - Open vraag

Wat zou jij graag anders willen zien aan de lessen financieel?

Slide 22 - Open vraag

Bedankt voor jullie tijd en tot volgende week!

Slide 23 - Tekstslide