Dinsdag 22 september

Dinsdag 22 september 
Lesdoelen:
- de leerlingen zijn weer op de hoogte van de pv, het gezegde, het lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en de bijw. bep. 
- de leerlingen weten wat een samentrekking is en weten wanneer je een zin (goed) moet samentrekken. 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 22 september 
Lesdoelen:
- de leerlingen zijn weer op de hoogte van de pv, het gezegde, het lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en de bijw. bep. 
- de leerlingen weten wat een samentrekking is en weten wanneer je een zin (goed) moet samentrekken. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- de leerlingen die alles nog snappen van De Brug (onderdeel zinsdelen) gaan hoofdstuk 1, het onderdeel samentrekkingen bestuderen en maken de startopdracht en opdracht 1 t/m 5.
- de leerlingen die de basis graag willen herhalen, doen met met mee. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je ook alweer de pv in een zin?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de pv in de volgende zin?
Wanneer zou jij willen starten met de opleiding?
A
wanneer
B
zou
C
willen
D
starten

Slide 4 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een wg bestaat alleen maar uit werkwoorden?
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het gezegde in deze zin?
Gisteravond vond ik na het sporten de hond in de pot.

Slide 6 - Open vraag

Het ow: wie/wat + wg?
Welke vraag stel je in de volgende zin?
De jonge marinier heeft veel heimwee gehad tijdens zijn reis naar Aruba.

Slide 7 - Open vraag

lv: welke vraag stel je om hem te vinden?
A
wie/wat + wg?
B
wie/wat + wg + ow?

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het lv in de volgende zin?
Tijdens zijn reis naar Japan leerde de jonge wetenschapper veel Japanse tekens.

Slide 9 - Open vraag

Een mv heeft altijd iets van overdracht in zich. Je vindt hem door de vraag te stellen:
aan wie/voor wie + wg + ow + lv? Geef zelf een voorbeeld. Zet het mv onder je voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag

Een bwb blijft over als de rest van de zin is benoemd.
Hoeveel bwb heeft de onderstaande zin.
Op school komen veel mensen uit verschillende delen van de wereld.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Verder met de samentrekking...
- alleen bestuderen of met mij?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Aan de slag met de opdrachten...
Maak de startopdracht en opdracht 1 t/m 5

Dan verder met Formuleren: samentrekking formuleren.

Slide 14 - Tekstslide