Herhaling H6

Herhaling H6
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H6

Slide 1 - Tekstslide

Voor wie werd de noodwet gemaakt?
A
Voor arme ouderen
B
Voor alle ouderen
C
Voor iedereen die arm is
D
Voor iedereen die 55+ is

Slide 2 - Quizvraag

Wie voerde de noodwet in?
A
Marga Klompe
B
De jongeren
C
De verzorgingsstaat
D
Willem Drees

Slide 3 - Quizvraag

Wat hield de AOW in?
A
Dat je een uitkering kreeg als je ouder was dan 65 jaar
B
Dat je een uitkering kreeg als je ouder was dan 55
C
Dat je een uitkering kreeg als arm was
D
Dat je een uitkering kreeg als je arm en oud was

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor een staat werd Nederland na alle sociale zekerheid?

Slide 5 - Open vraag

Ontkerkelijking was een gevolg van globalisering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Individualisering is geen gevolg van globalisering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Waarom kwamen jongeren in opstand?

Slide 8 - Open vraag

Tegen wie kwamen jongeren in opstand?
A
Het leven
B
De overheid
C
De autoriteiten
D
Hun vrienden

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat diversiteit voor?
A
hetzelfde
B
verschil
C
anders
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor samenleving werd Nederland doordat de diversiteit toenam?
A
pluriforme samenleving
B
multiculturele samenleving
C
diverse samenleving
D
verzorgingsstaat

Slide 11 - Quizvraag

Mensen vonden het belangrijk dat iedereen geaccepteerd werd zoals hij is. Dit werd in 1983 opgenomen in de grondwet.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor een samenleving werd Nederland na de crisis?
A
een participatiesamenleving
B
een pluriforme samenleving
C
een multiculturele samenleving
D
een verzorgingsstaat

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een participatiesamenleving
A
de overheid zorgde voor alles
B
de mensen kregen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leven
C
de sociale zekerheid viel helemaal weg
D
hetzelfde als een verzorgingsstaat

Slide 14 - Quizvraag

Er was nog erg veel ongelijkheid na het herstel van de crisis in 2008
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Doel van de NAVO was eerst de lidstaten beschermen tegen de Sovjet-Unie. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, was het nieuwe doel van de NAVO de lidstaten beschermen tegen de VS.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een genocide?
A
een bevolkingsgroep of volk vermoorden
B
een eigen land willen
C
mensen vermoorden
D
een burgeroorlog

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn terroristen?
A
Strijders die geweld gebruiken voor hun politieke of religieuze doelen
B
strijders die geweld gebruiken voor hun eigen doelen
C
vrijheidsstrijders
D
Mensen die geen oorlog willen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is separatisme?
A
mensen die een eigen land willen los van het land waar ze nu bij horen
B
mensen die een burgeroorlog willen starten

Slide 19 - Quizvraag

Hoe ontstond de oorlog tussen Oekraïne en Rusland?
A
Oekraïne verklaarde Rusland de oorlog
B
Oekraïne wilde lid worden van de EU en dat wilde Rusland niet
C
Rusland wilde heel Oekraïne bezetten
D
Rusland wilde lid worden van de EU en dat wilde Oekraïne niet

Slide 20 - Quizvraag

De landen in het Midden-Oosten hadden na hun opstanden een democratie
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

In Syrië brak er oorlog uit. Er kwamen verschillende terreurgroepen. Hoe heette een van deze groepen?

Slide 22 - Open vraag

Waar kwamen mensen aan toen ze hun land zijn uit gevlucht?
A
Vluchtelingenkamp
B
AZC
C
In een veilig land waar ze goed opgevangen werden
D
In een kamp met werk en onderwijs

Slide 23 - Quizvraag

Wat gebeurde er toen de radicale vluchtelingen elkaar gingen opzoeken?
A
gingen samen op zoek naar werd
B
samen hun radicale ideeën werkelijkheid maken
C
ze kwamen in opstand
D
ze gingen mensen op het kamp terroriseren

Slide 24 - Quizvraag

Sinds welk jaar neemt het terreur wereldwijd af?
A
1999
B
2009
C
2014
D
2022

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen binnenlandse migratie en buitenlandse migratie?

Slide 26 - Open vraag

Nederland is voor immigranten een....
A
vertrekgebied
B
vestigingsgebied

Slide 27 - Quizvraag

4. Sleep het juist woord naar de juiste pijl 
Emigrant
Migrant
immigrant

Slide 28 - Sleepvraag

Koppel de voorbeelden bij de begrippen waarom menen migreren
Economisch
Sociaal
Natuurlijk
Politiek

Er zijn daar meer banen
Ik wil bij familie/vrienden wonen
Door een aardbeving wil ik migreren 
Ik wil migreren omdat er een burgeroolog in mijn land is 

Slide 29 - Sleepvraag

mensen willen bij hun familie of gezin gaan wonen.

mensen verlaten hun land om een natuurramp, bijvoorbeeld een overstroming.  

mensen zijn op de vlucht voor oorlog of ze worden vervolgd. Daarom willen ze naar een veiliger gebied.

mensen hebben geen werk of leven in armoede. Ze verhuizen voor werk en een beter inkomen.

Slide 30 - Sleepvraag

Reden voor een visum:
A
Oorlog
B
Vervolging om geloof
C
Economische reden

Slide 31 - Quizvraag

Koloniale migratie
Kettingmigratie
Gezinsmigratie
Veel migranten uit een zelfde land
Bewoners uit oude koloniën
Families die komen in het land waar ouder(s) werkt

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is een visum?
A
Toestemming om een land binnen te komen
B
Een soort werkcontract

Slide 33 - Quizvraag

Koppel het begrip aan de goede migrant.
Vluchtelingen
Arbeidsmigratie
Gezinsmigratie
Kettingmigratie
Koloniale migratie
Asielzoeker
Anita verhuis naar Spanje voor haar werk.
Ibrahim uit Syrië gaat tijdelijk naar zijn buurland vanwege oorlog in zijn eigen land.
Hafsa wil graag naar Nederland omdat haar oude buurvrouw heeft verteld dat het hier beter is.
De kinderen van Lucas mogen eindelijk naar Nederland komen
Rachel is in Nederland komen wonen, nadat Suriname onafhankelijk werd.
Atim woont in een speciale opvang in Nederland. In zijn eigen land is oorlog. Hij hoopt dat hij hier mag blijven.

Slide 34 - Sleepvraag

Wat is een multi-etnische samenleving
A
Een samenleving met maar één etnische groep.
B
Een land waar iedereen dezelfde cultuur heeft.
C
Een samenleving waarin alleen migranten wonen
D
Samenleving van mensen met verschillende migratieachtergronden

Slide 35 - Quizvraag

Waarom sturen migranten geld naar de thuisblijvers?

Slide 36 - Open vraag

Wat is de braindrain?
A
Kennis gaat naar herkomstlanden
B
Kennis verlaat herkomstlanden
C
Kennis blijft in herkomstlanden
D
Er is geen kennis in herkomstlanden

Slide 37 - Quizvraag

Intergratie
Intergratiebeleid
Assimilatie
Multi-
etnische 
samenleving
Regels/afspraken om intergratie te verbeteren
Gewoon worden met cultuur
Meerdere culturen in 1 land
Cultuur overnemen van migratieland

Slide 38 - Sleepvraag

Wat is een bestemmingsland?
A
Land waar migranten niet welkom zijn
B
Land waar migranten vandaan komen
C
Land waar migranten naartoe reizen
D
Land waar geen migratie voorkomt

Slide 39 - Quizvraag

Wat is segregatie?

Slide 40 - Open vraag


Ali Yildirim wordt lid van de Turkse voetbalclub Türkiyemspor in Amsterdam. Hij spreekt een paar woorden Nederlands en heeft alleen Turkse vrienden en kennissen.
Dit is een voorbeeld van:

A
discriminatie.
B
integratie.
C
segregatie.
D
wederzijdse aanpassing.

Slide 41 - Quizvraag

Wat betekend retourmigratie?
A
Blijven waar je woont
B
Terug naar het land waar je vandaan komt
C
Terug naar het land waar je nu woont
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 42 - Quizvraag

Culturen die gescheiden leven
Culturen passen zich aan elkaar aan
Verschillende culturen samenleven en cultuur overnemen vd dominante cultuur
Integratie
Segregratie
Assimilatie

Slide 43 - Sleepvraag