1hv4 05-06-2020

1hv4 - Vendredi le 5 juin
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1hv4 - Vendredi le 5 juin

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling afspraken
  • Ben je digitaal en heb je een vraag/opmerking?
    Er is in de klas een leerling die chat-manager is. Deze persoon geeft de vragen door aan de docent.

Slide 2 - Tekstslide

Volgende week donderdag
SO H7 - Bron A t/m D
Iedereen maakt deze toets online (ook de mensen die in de klas zitten op dat moment)

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Chapitre 7, Bron D (Grammaire)

Slide 4 - Tekstslide

Weet je nog?
Sommige werkwoorden in het Frans zijn onregelmatig.
Dat betekent dat je ze niet volgens de normale manier kunt vervoegen. Je moet de vormen dan uit je hoofd leren.

Slide 5 - Tekstslide

Welk(e) onregelmatig(e) werkwoorden ken je al? Er zijn er 3.

Slide 6 - Open vraag

Onregelmatige werkwoorden
We kennen er al drie:
- être (zijn)
Bijvoorbeeld: je suis
- avoir (hebben)
Bijvoorbeeld: j'ai
- aller (gaan)
Bijvoorbeeld: je vais

Slide 7 - Tekstslide

Vandaag komt daar een nieuwe bij: faire (doen of maken)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
font
fait
fais
fais
faisons
faites

Slide 10 - Sleepvraag

jij doet / maakt
A
tu fais
B
tu fait
C
tu faites
D
tu font

Slide 11 - Quizvraag

wij doen / maken
A
nous faites
B
nous fait
C
nous font
D
nous faisons

Slide 12 - Quizvraag

ik doe / maak
A
je fait
B
je fais
C
je vais
D
je vait

Slide 13 - Quizvraag

Je _________ mes devoirs.

Slide 14 - Open vraag

Elle __________ du football.

Slide 15 - Open vraag

Ils ________ du tennis.

Slide 16 - Open vraag

Onderdeel 2
Het werkwoord faire in de passé composé.

Slide 17 - Tekstslide

Uit hoeveel delen bestaat de passé composé
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Passé composé
De passé composé bestaat uit twee delen:

- hulpwerkwoord
(bijna altijd een vorm van avoir, sommige uitzonderingen être)
- het voltooid deelwoord

Voorbeeld: nous avons mangé - il a donné - elle a été

Slide 19 - Tekstslide

Passé composé
Om de passé composé te kunnen maken heb je dus twee dingen nodig:

- Je kiest de juiste vorm van avoir die past bij het onderwerp
(ai, as, a, avons, avez, ont)

- Je schrijft het voltooid deelwoord. Bij het werkwoord faire is deze onregelmatig: fait.

Slide 20 - Tekstslide

Passé composé van faire
J'ai fait                                               Ik heb gedaan / gemaakt
Tu as fait                                           Jij hebt gedaan / gemaakt
Il / elle a fait                                     Hij / zij heeft gedaan / gemaakt
On a fait                                             Wij hebben gedaan / gemaakt
Nous avons fait                              Wij hebben gedaan / gemaakt
Vous avez fait                                  Jullie/u hebben/heeft gedaan/g.
Ils / elles ont fait                             Zij hebben gedaan / gemaakt

Slide 21 - Tekstslide

Zet in de passé composé
Nous (faire) _________________
A
avez fait
B
avons fait
C
a fait
D
ont fait

Slide 22 - Quizvraag

Zet in de passé composé
Il (faire) _________________
A
a fait
B
ai fait
C
as fait
D
ont fait

Slide 23 - Quizvraag

Zet in de passé composé
Je/J' (faire) _________________
A
a fait
B
ai fait
C
as fait
D
ont fait

Slide 24 - Quizvraag

Zet in de passé composé
Elle (fait) __________________

Slide 25 - Open vraag

Huiswerk

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Tips voor opdracht 19
- Geef een logisch antwoord op de vraag. Als er in de vraag "jij" wordt gebruikt, geef je antwoord met "ik. 
Comment tu t'appelles? - Je m'appelle Charlotte.

- Geef antwoord in hele zinnen (op zijn minst onderwerp + persoonsvorm)
Voorbeeld: Tu es en quelle classe?
Niet: Cinquième.
Maar: Je suis en cinquième.

Slide 28 - Tekstslide

Volgende week dinsdag gaan we deze opdracht 19 uitvoerig bespreken

Slide 29 - Tekstslide

Au travail!
  • Huiswerk voor de volgende les (dinsdag):
    maken ex. 16cd, 17b, 18a en 19.
    Belangrijk: bij opdracht 19 geef je antwoord in hele zinnen!

  • Leerlingen die online werken: jullie mogen straks de videoles verlaten, als je het huiswerk de volgende les maar af hebt.
  • Het is wel handiger om het nu meteen te maken: als je dan een vraag hebt, krijg je tijdens de les meteen antwoord via de chat.

Slide 30 - Tekstslide