Balansmethode

wiskunde
Doelen:

  • Je kunt rekenen met formules waar letters in voorkomen.
  • Je weet wat de balansmethode is.
  • Je kunt vegelijkingen oplossen met de balans methode
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

wiskunde
Doelen:

  • Je kunt rekenen met formules waar letters in voorkomen.
  • Je weet wat de balansmethode is.
  • Je kunt vegelijkingen oplossen met de balans methode

Slide 1 - Tekstslide

wiskunde
Wat is een vergelijking? (terugblik)

Stel een kok kan zijn verdiensten uitrekenen met de formule:
verdiensten = 8t + 2
t is de tijd in uren dat hij werkt.
Ik wil weten hoeveel uur hij moet werken om 42 euro te verdienen.
Dan maak ik de vergelijking 8t + 2 = 42

Slide 2 - Tekstslide

wiskunde
Bij wiskunde gebruiken we vaak de balansmethode om vergelijkingen op te lossen.

deze les gaan we het volgende doen:
  • Instructie over de balansmethode.
  • Hoe pas je de balansmethode toe.
  • Oefenen met de balansmethode.

je hebt ook pen en papier nodig.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

wiskunde
  • Om een vergelijking op te lossen gebruiken                                     we de balansmethode.
  • De afspraak is om letters links over te houden en getallen rechts van het = teken.
  • kijk links en rechts van het = teken wat fout staat en werk dat weg
  • De laatste stap is een deelstap om 1x de letterwaarde uit te rekenen. Deel door het getal wat voor de letter staat.
    Zo kan je de waarde van 1 letter berekenen.

Slide 6 - Tekstslide

wiskunde
stappenplan

  • Stel de vergelijking op
  • haal de lossen uit het linkerlid
  • haal de variabelen(letter) uit het rechterlid
  • deel door het getal voor de variabele
  • controleer je antwoord
  • schrijf de conclusie op

Slide 7 - Tekstslide


Welke vergelijking hoort hierbij?
A
3b = 8
B
3b + 1 = 7
C
3b + 7 = 1
D
b = 7

Slide 8 - Quizvraag


Welke vergelijking hoort hierbij?
A
3b + 2 = 11
B
2b = 12
C
3b = 8
D
2b + 3 = 11

Slide 9 - Quizvraag


A
A = -5
B
A = 10
C
A = 5
D
A = 25

Slide 10 - Quizvraag

Stappenplan oplossen met de balansmethode
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stel de vergelijking op.
Haal de variabelen uit het rechterlid.
Haal de lossen uit het linkerlid.
Deel door het getal voor de variabele.
Controleer je antwoord.
Schrijf de conclusie op. Dus..a =....

Slide 11 - Sleepvraag

2 + 8t = 66
3b + 12 = 33


Slide 12 - Tekstslide