Hoofdstuk 4 - Werk aan de winkel!

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Economisch zelfstandig?
Je bent economisch zelfstandig
als je eigen inkomen = minstens het sociaal minimum
  = bijstandsniveau = 70% van het minimumloon

± 1 op de 3 vrouwen niet economisch zelfstandig



Slide 3 - Tekstslide

Waarom is 1 op de 3 vrouwen niet economisch zelfstandig?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

In welke situatie wordt de Algemene wet gelijke behandeling overtreden?
A
Noah krijgt de baan niet omdat een andere kandidaat meer ervaring heeft.
B
Luca krijgt de baan niet omdat hij pas over 3 maanden kan beginnen.
C
Nora wordt afgewezen omdat ze 54 jaar oud is.
D
Geert wordt afgewezen omdat hij uit Ethiopië komt.

Slide 6 - Quizvraag

Welke arbeidsmotieven ken je?

Slide 7 - Open vraag

Geef van de volgende voorbeelden aan of het zwart, grijs of wit werk is: Kim werkt als vakkenvuller bij de Jumbo

A
zwart werk
B
wit werk
C
grijs werk

Slide 8 - Quizvraag

Bij vrijwilligers werk is er sprake van
A
grijs werk
B
zwart werk
C
wit werk

Slide 9 - Quizvraag

Sandra werkt als schoonmaakster bij een gezin thuis. Ze krijgt hiervoor elke keer 50 euro contant. Wat voor een werk is dit?
A
Wit werk
B
Grijs werk
C
Zwart werk

Slide 10 - Quizvraag

Ondernemingsvormen

Slide 11 - Tekstslide

Productiesectoren

Slide 12 - Tekstslide

Het onderwijs behoort tot de productiesector:
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 13 - Quizvraag

De bakker behoort tot de productiesector:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Welke soorten werkloosheid ken je?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Aan de slag, maken:
Examentraining hst 4
opgave 1 t/m 11   blz 130 t/m 133

Slide 19 - Tekstslide

Loonheffing 
De loonheffing is in feite een vooruitbetaling van de inkomstenbelasting.  De werkgever houdt dit bedrag in op jouw brutoloon en draagt dit af aan de belastingdienst.

Slide 20 - Tekstslide

Loonheffing 
Loonheffing bestaat uit:
- Loonbelasting
- Premie Volksverzekeringen

Slide 21 - Tekstslide

INKOMSTENBELASTING
BOX 1

Slide 22 - Tekstslide

Inkomstenbelasting
Je betaalt maandelijks al loonheffing. Aan het einde van het jaar wordt door de belastingdienst gecontroleerd of deze betaalde inkomstenbelasting wel klopt.
Is het bedrag inkomstenbelasting:
* gelijk aan de loonheffing die het afgelopen jaar is ingehouden? Dan hoef je niets meer te betalen.
* lager? Dan krijg je belasting terug.
* hoger? Dan krijg je een naheffing. Je moet dan bijbetalen.

Slide 23 - Tekstslide

Belastbaar inkomen
Je betaalt inkomensheffing over je belastbaar inkomen. 
Het belastbaar inkomen bereken je als volgt:
Bruto inkomen + bijtellingen - aftrekposten= belastbaar inkomen

Slide 24 - Tekstslide

Belastbaar inkomen
Het inkomen dat overblijft na de aftrekposten en bijtellingen noemen we het belastbaar inkomen. Hier betaal je inkomensheffing over.

Schematisch kan je dat alvolgt weergeven:
Bruto jaarinkomen
Bijtellingen         +
Aftrekposten      -
Belastbaar inkomen

Slide 25 - Tekstslide

Bijtellingen
Als je een eigen woning hebt, of bijvoorbeeld een auto van de zaak, ziet de belastingdienst als een vorm van inkomen, en daar moet je belasting over betalen. Hoeveel is afhankelijk van de waarde van je woning of auto van de zaak.
Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZwaarde van de woning.

Slide 26 - Tekstslide

Belastbaar inkomen berekenen

Slide 27 - Tekstslide