Waarom wil een bedrijf in een ander EU-land een vestiging wil hebben?
de markt in een ander EU-land is gunstiger voor het product / dienst
de grondprijs is in Nederland hoog
lonen in andere landen zijn lager dan in Nederland
veel nieuwe klanten in het buitenland
Slide 6 - Tekstslide
7.3 Hoe vrij is de handel?
Tegenovergestelde van Protectionisme is VRIJHANDEL
(zonder belemmeringen in- en uitvoeren)
Voorbeeld: EU besloot om te stoppen met het geven van exportsubsidies op landbouwproducten
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen welzijn en welvaart?
Slide 8 - Open vraag
7.4 De wereld is een dorp!
Leerdoelen:
Je weet wat globalisering is en wat het gevolg is voor de internationale arbeidsverdeling.
Je kan aangeven welke gevolgen dit heeft voor de werkgelegenheid
Je kan uitleggen hoe Nederland zijn internationale concurrentiepositie kan vasthouden
Slide 9 - Tekstslide
7.4 De wereld is een dorp!
Slide 10 - Tekstslide
Globalisering
= toenemende vrije wereldhandel
is eenvoudiger geworden door openstellen grenzen en technologische ontwikkelingen
zorgt voor toename internationale arbeidsverdeling (-> een product wordt gemaakt en geëxporteerd door het land dat dit het beste en goedkoopste kan maken)
Slide 11 - Tekstslide
Nadelen globalisering
Nadelen
laaggeschoold werk verdwijnt naar lagelonenlanden
ongelijke welvaartsverdeling, landen met minder goede concurrentiepositie raken verder achter op
negatieve gevolgen milieu
Slide 12 - Tekstslide
Hoe kan Nederland de sterke internationale concurrentiepostitie behouden:
door goede kwaliteit goederen en diensten te leveren tegen een aantrekkelijke prijs.